FanFic.nl

Short Stories

Dystopian Wasteland (13.09.2010)

"Help me dan toch! Iemand!" Het kind schreeuwde doodsangsten uit.
Plots werd de deur ingetrapt. Met één snelle zwaai met zijn zwaard haalde Neil uit naar de gevleugelde demon en hakte zijn arm eraf. Het monster krijste van de pijn en deinsde achteruit. Het sloeg z'n vleugels uit en vloog door het gat in het dak. Neil richtte zijn pistool de lucht in en loste enkele schoten. Tevergeefs, het gedrocht was al uit het zicht verdwenen.

"Mijn hemel! Dank je! Dank je!" zuchtte het jonge meisje opgelucht. Neil bekeek aandachtig haar arm. "Die schrammen..." Het meisje klopte het stof van haar kleedje en was zich van geen kwaad bewust. "Ja, pijnlijk! Dat ding had me bijna te pakken met zijn scherpe klauwen!" Neil richtte zijn pistool nu op haar hoofd.
Een schot werd gelost. Rook steeg op uit de tweeloop van Neils geweer. "Het spijt me. Het is beter zo."
Hij slaakte een diepe zucht. Terwijl hij een graf begon te delven voor het meisje, het zoveelste slachtoffer van het demonenvirus, dacht hij terug aan de dag waarop deze ellende allemaal begon...

Blaine, Minnesota. 24 september, 1972. Na een lange werkdag in de houtzagerij keert Neil Lynch, een jonge twintiger, terug naar huis, waar zijn vrouw en pasgeboren zoon op hem wachten.

“Ik haat het najaar,”� dacht Neil bij zichzelf. “De dagen zijn veel korter, ’s morgens en ’s avonds zie ik geen hand voor ogen. Levensgevaarlijk.”� Het miezerde; donkere wolken verduisterden de hemel. Neil reed aan een kleine 50 km/u, al was dat niet omdat hij voorzichtig was, neen, zijn oude Chevy Viking kon nauwelijks sneller.

Plots klonk er een doffe plof. De Viking kwam knarsend tot stilstand op de zijkant van de onverharde weg. Neil stapte uit en onderzocht de voorbumper naar schade. “Verdomme!”� vloekte hij en alsof de deuk in zijn auto nog niet diep genoeg was, schopte hij er uit frustratie nog eens op.

Enkele meters terug lag het levenloze lichaam van een lammetje. Neil zuchtte diep en speurde tevergeefs de omgeving af naar een boerderij. Hij staarde nogmaals naar het dier. “Ach wat...”� Hij nam het lam in zijn armen en slingerde het in de laadbak van zijn auto, bij zijn gereedschap.

Bij overmaat van ramp startte Neils auto niet meer. “Fuck! Wat voor rotdag is dit eigenlijk?”� Wederom stapte hij uit de auto en begaf hij zich naar de laadbak. Plots begon het hevig te onweren. “Fantastisch,”� mompelde hij ironisch. Hevige rukwinden kwamen opzetten en bliezen Neil bijna omver. Een oude beuk aan de rand van de weg werd ontworteld en viel met een enorme dreun op de grond. Voor Neil zich bewust werd van de ernst van de storm, werd ook zijn auto lichtjes opgeheven een krachtige windstoot.

“Dit is niet normaal meer,”� dacht Neil. Opgejaagd door de steeds feller wordende rukwinden ging hij op zoek naar een schuilplaats. Ineens barstte de grond onder zijn voeten open. Instinctief sprong Neil weg van de immense scheur waaruit stoom leek op te steigen, maar hij verloor zijn evenwicht en plofte neer. Angstig krabbelde hij steeds verder van de scheur die alsmaar breder werd.

Plotseling weergalmde er een oorverdovend gekrijs. Verafschuwd hield Neil zijn handen op zijn oren. Het was alsof de hel op Aarde was uitgebroken. Neil voelde dat hij naar kloof werd gezogen en hield zich snel vast aan de achterband van zijn Chevy. De zonet omgevallen beuk rolde langzaam dichter en dichter, tot hij in de barst verdween.

De zuigkracht werd voortdurend sterker. Neil was nog nooit zo bang, zo bevreesd geweest in zijn hele leven. Onbegrip en bezorgdheid spookten door zijn hoofd. "Wat is dit? Wat gebeurt er? Zijn mijn vrouw en zoon veilig?"

Neils hand gleed van de Chevrolets achterband. Zijn lichaam werd onmiddellijk naar de vortex toe gezogen.

Oorspronkelijk wou ik het verhaal vertellen van Neil Lynch die rondtrekt in een post-apocalyptische wereld waarin demonen dagelijkse kost zijn. Erger nog, bij het minste contact verandert een mens onvermijdelijk in een demon (daarom schoot hij het meisje neer). Omdat Neil rechtstreeks in aanraking kwam met de demonenwereld (waar hij in bovenstaande passage naartoe wordt gezogen) blijkt hij echter immuun voor het 'demonenvirus'; een enorm voordeel in zijn aanhoudende strijd tegen het kwade. Neil's vrouw en kind waren twee van de allereerste slachtoffers van het virus, waardoor ze langzaam maar zeker zelf veranderden in demonen. Uiteindelijk werd Neil gedwongen zijn eigen familie te 'verlossen'; een afschuwelijk beproeving die hem blijft achtervolgen. In de hoop verlost te worden van zijn nachtmerries zou hij terugkeren naar de demonenwereld om daar wraak te nemen op de oorzaak van al het kwaad.

Reacties: