Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Take a risk, Take a chance, Make a change {afgewerkt} » 6. Lots of love and a bit of fear
Take a risk, Take a chance, Make a change {afgewerkt}
6. Lots of love and a bit of fear
De week die daarop volgt zijn Embry en ik onafscheidelijk, maar we zeggen tegen niemand dat we wat hebben. Ik blijf ontkennen tegenover Drew net zoals Embry blijft ontkennen tegenover zijn andere vrienden. Helaas moeten we over twee dagen alweer naar school. Het is een mooie en zonnige middag, een zeldzame hier in Forks. Hand in hand loop ik met Embry door het bos, mijn hoofd op zijn schouder. Op een kleine open plek tussen de bomen blijven we stil staan en ik pak zijn twee handen terwijl ik vlak voor hem blijf staan. Ik duw me omhoog en druk een kus op zijn neus. ‘Ik hou van je,’ fluister ik. ‘Ik ook van jou,’ is zijn antwoord. Ik glimlach terwijl ik mijn lippen tegen zijn mond druk. Hij is zo groot en gespierd, maar tegelijkertijd ontzettend lief en romantisch en bij hem hoef ik een keer niet iemand anders te zijn, ik kan mezelf zijn, mijn zwakte tonen en behalve Drew is er niemand die ik meer vertrouw en meer toevertrouwd heb dan hem. Ik sla mijn armen om zijn nek en hij zijn armen om mijn middel terwijl onze lippen tegen elkaar gedrukt blijven. Een intens gevoel van geluk en liefde stroomt door me heen, elke keer als hij zelfs maar naar me kijkt en het gevoel dat er door me heen stroomt als hij me kust is gewoonweg niet te omschrijven. Ik stort me vol overgave in de kus terwijl Embry me met mijn rug tegen een boom duwt en ik mijn benen om zijn middel heen sla. Als ik mocht kiezen zou ik hele dagen zoenend met Embry doorbrengen, maar ik krijg niet vaak mijn zin en moet het doen met de zeldzame momenten dat we écht samen zijn. Alles om me heen ben ik vergeten als ik met mijn voorhoofd tegen dat van Embry leun en zijn bruine ogen zich warm en liefdevol in mijn blauwe boren. Onze ademhalingen gaan snel en mijn hart klopt als een kolibrie, hoe Embry het een keer omschreven heeft. Hij drukt zijn lippen weer tegen de mijne en opnieuw vergeet ik alles, ik weet niet eens meer hoe ik heet. Alleen hij is daar nog. Drie lachende en zeer bekende stemmen schrikken ons plotseling op. Embry laat me snel los en zet me neer. Met een rood hoofd staar ik naar mijn voeten. ‘Ik wist het,’ lacht Quil. ‘En maar blijven ontkennen,’ hikt Drew. ‘Het was al te duidelijk,’ stikt ook Jacob van het lachen. ‘O nee, jongens,’ kreun ik. Ik heb zo het vermoeden dat we dit nog lang, erg lang te horen gaan krijgen. Ik hoor Embry naast me zuchten en glimlach als hij zijn arm om mijn middel legt. ‘Goed jongens, het feest is weer over. Ga lekker iemand anders zoeken om lastig te vallen,’ moppert hij. Maar ze zijn niet eens meer in staat om normaal op hun benen te blijven staan, of dat maak ik dan maar op uit het feit dat ze alle drie stikkend van het lachen op de grond liggen. ‘Kinderachtig,’ mompel ik en na een paar minuten zijn ze eindelijk weer aanspreekbaar. Ze hijsen elkaar nog nalachend van de grond. Mijn arm ligt ook om Embry’s middel en mijn hoofd ligt tegen zijn arm. Ze staan op het punt opnieuw in de lach te schieten maar ik kijk Drew met ijskoude blik aan. ‘Die krijg je nog wel te merken broertje,’ zeg ik met een lief glimlachje. ‘Quil, rot op en ga terug naar Claire. Jake, ga gewoon,’ moppert Embry terwijl hij me mee neemt tussen de bomen door. ‘Stel kleuters,’ mompel ik. ‘Verschrikkelijk,’ beaamt hij. We laten ons op een omgevallen boomstam zakken. ‘Het maakt voor jou toch niet uit hè?’ vraagt hij nadat het een tijdje stil geweest is. ‘Wat?’ ‘Dat ze het nu weten.’ Ik schud langzaam mijn hoofd. ‘Nee, het maakt mij niet uit,’ zeg ik uiteindelijk. Hij knikt. ‘Maakt het jou uit?’ vraag ik en er klinkt ergens een bezorgde ondertoon in mijn stem door. Het duurt even voor hij antwoord geeft. ‘Het maakt me niet uit dat ze het weten, waar ik me meer zorgen om maak is dat ze het aan mijn moeder vertellen,’ grinnikt hij en legt zijn hoofd in zijn handen. Ik lach zacht en wrijf met mijn hand over zijn rug. Dan betrekt mijn gezicht. ‘Jij hebt tenminste een moeder waar ze het aan kunnen vertellen,’ fluister ik. Embry richt zich snel op en kijkt me geschrokken aan. Ik vecht tegen mijn tranen. ‘Laat maar,’ fluister ik. Hij trekt me dicht tegen zich aan. ‘Ik had er aan moeten denken voordat ik dat zei,’ zegt hij zacht. Ik schud mijn hoofd. ‘Geef jezelf nou niet de schuld. Het is ook idioot dat jij op moet passen wat je zegt als ik in de buurt ben. Je verdient zoveel beter.’ Hij snuift. ‘Helemaal niet. En trouwens, moet jij nodig zeggen. Ik ben slechter voor jou dan jij voor mij. Ik stel je veel te vaak aan gevaren bloot, als ik mezelf niet onder controle kan houden en jij te dicht in de buurt staat…’ Ik leg mijn vinger tegen zijn lippen. ‘Ik weet dat je me nooit wat aan zal doen,’ zeg ik en ik weet dat het de waarheid is. Ik vertrouw hem met heel mijn hart, misschien zelfs wel meer dan mijn lichaam aan kan. Hij glimlacht en sjort me dan overeind. ‘Kom, we gaan het aan mijn moeder vertellen voordat ze Jake of Quil tegen komt.’ Ik schud mijn hoofd en trek mijn hand los. ‘Nee Embry. Ik… Ik kan het niet,’ fluister ik. Vragend kijkt hij me aan. ‘Wat is er nou?’
‘Ik… Het spijt me Embry, maar dit zal je zelf moeten doen.’
‘Maar ik kan je niet voorstellen als jij er niet bij bent.’
‘Het spijt me echt, maar ik kan het gewoon niet. Het doet pijn om kinderen met ouders te zien en al helemaal om te zien dat jouw moeder misschien boos wordt om mij…’
‘Ze wordt niet boos.’
‘Dat weet je niet… Het spijt me echt Embry, maar ik denk niet dat dit een goed idee is.’
Embry knikt en pakt mijn hand. ‘Ik breng je wel eerst naar huis voordat ik ga.’
Hij brengt me naar huis en ik zwaai hem lang uit als hij wegrijdt, het voelt alsof dit een kleine breuk is tussen ons. Een punt wat hij zich niet voor kan stellen, maar hij weet niet hoeveel moeite het al kost om van hem te houden. Ik probeer hem met heel mijn hart te vertrouwen en weet dat ik al veel te veel van hem houd, terwijl ik me zo voorgenomen had me niet meer zo aan mensen te hechten. Al hoewel hij geen méns is doet het pijn, en ik weet dat als hij ooit bij me weg zou gaan, ik niets meer zou zijn dan een hoopje huilend mens, verscheurd door wanhoop en verdriet. Lekker dan. Die avond wil ik al vroeg naar bed, maar wordt tot treuren toe verveeld met de plagende opmerkingen van Jake en Drew, godzijdank is Quil er niet. Dan zou het nog veel erger zijn. Als ik ze eindelijk afgeschud heb en in mij bed lig val ik al snel in slaap. Die nacht droom ik als alle anderen van Embry en ik voel me weer even intens gelukkig.
Als ik die ochtend wakker wordt is het stil in huis. Al hoor ik zachte muziek uit Drew’s kamer. Ik kleed me aan en klop op zijn deur die hij opent. ‘Goedemorgen zusje.’
‘Goedemorgen.’
‘Ga je vandaag weer naar Embry toe?’ wil hij op plagerig toontje weten.
Ik knik zonder blikken of blozen. ‘Als hij er is wel ja.’
Maar mijn idee valt in duigen en mijn goede humeur maakt plaats voor angst als Billy me vertelt dat het roedel weg is nu. Er was naderend onheil gesignaleerd en de komende weken zijn ze waarschijnlijk weg. Gelijk komt de angst dat hij me verlaat weer terug. Wat als hij niet heelhuids terugkeert?
Reacties:
Ik hou van dit verhhaaaaal!! Je schrijft echt heel goed
En Olivia/Liv en Embry zijn zóóó schattig samen, aawh!
Ga je plzzz snel verder? Melding?
xxx
Wauw ik sta met men mond vol tanden.
Dit is zooo prachtig !
Terweil ik Twilight niet eens ken vind ik dit verhaal fantastish !!!