Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » Ich brech aus

Schrijfwedstrijden

25 okt 2010 - 22:10

971

1

877



Ich brech aus

Argh. Het is zo slecht en niét treurig, maar ik kan er niets beters van maken. Gebaseerd op Ich brech aus van Tokio Hotel.

Een schel belsingaal klinkt door de school. Het geluid van stoelen die over de vloer schuiven, tassen die worden ingepakt en geklets. Leerlingen stormen het lokaal uit en wringen zich in grote stromen door de gang. Het is vier maart, half één ’s middags. Lunchtijd.
Alma laat zich meevoeren door de stroom die schuifelend door de school trekt. Het is druk, maar niet zo druk als een paar minuten geleden toen de bel net was gegaan. Al snel bereikt de stoet de trappen. Eén omlaag, welkom op de eerste verdieping. Het is iets drukker dan op de tweede, door mensen uit verre gangen of leerlingen die laat uit het lokaal komen. De tweede trap, ze is bijna beneden, ze kan bijna weg.
Halverwege. Een duw, ze voelt dat ze valt. Dan veegt een voet haar been onder haar vandaan. Eerst valt ze naar voren waar ze hard op de treden terecht komt. Ze rolt verder waarbij ze een paar anderen omver gooit. In een flits ziet ze een jongen met een lichtgetinte huid. Dan is er pijn. Pijn in haar armen, in haar benen, in haar rug. Boze woorden, vervloekingen: ‘Kijk uit waar je valt, bitch!’ Gelach.
De stoet heeft halt gehouden en er wordt hard gelachen. Blikken worden naar haar geworpen. Spottende blikken, maar nergens iets van medelijden. De mensen die gevallen zijn worden opgeraapt door hun vrienden, maar zij niet. Ze heeft geen vrienden om haar op te rapen, niet hier. Weer ziet ze hem: de jongen met de lichtgetinte huid. Hij duwde haar, ze weet het zeker, en nu lacht hij het hardst van allemaal.
Snel pakt ze haar merkloze, rode rugzak op en strompelt ze weg van de trap, weg van de mensen.

Ze zit buiten op het hek. Ze is de enige, niemand waagt zich buiten want regen stroomt hard naar beneden. Druppels kletteren neer op haar capuchon, die ze over haar hoofd heeft getrokken. Haar lichaam doet nog steeds pijn van de val, maar dat is niks, het is maar fysieke pijn. Zwijgend eet ze haar lunch.
Ogen branden in haar nek, maar ze negeert het. Vast niets bijzonders, een conciërge of zo. Pas als ze voelt hoe stukjes brood haar raken draait ze zich om. Daar staat hij: de jongen met de lichtgetinte huid, en hij niet alleen, hij heeft zijn vrienden meegebracht. Negen jongens staan haar spottend aan te kijken met een grijns op hun gezicht.
‘Loser!’
‘Stuud!’
‘Emo!’ Dat scheldwoord heeft ze nooit begrepen. In haar ogen is ze alles behalve emo, met haar rossige haar, kleine bril en kledingstijl die over het algemeen bestaat uit een jeans met een shirt en zo nodig een vest. Het enige wat emo aan haar zou kunnen zijn zijn haar zwarte all stars, maar daar loopt de halve wereld op rond.
‘Wat zit je hier eigenlijk te doen? Jezelf te snijden?’ Een jongen grijpt naar haar polsen. Ze trekt ze snel terug, waardoor hij ze weer los laat, meer door de onverwachte beweging dan uit vrije wil.
Snel hijst ze haar rugzak op haar rug en loopt ze weg. Stukjes brood vallen op de stenen, enkelen blijven aan haar vest plakken.
‘Ja, loop maar weg. Loser!’
‘Waar ga je heen? Van de viaduct springen?’
‘Dat zou je moeten doen. De wereld is veel beter af zonder jou!’
‘Ja, ga weg, Alma! Niemand mag je, helemaal niemand! Wanneer ga je nou eindelijk weg?’
Alma loopt door. Haar hoofd opgeheven, haar houding trots, maar als je haar gezicht ziet weet je dat dat slechts een masker is. Zoute druppels rollen over haar wangen en vermengen zich met het regenwater. Woorden doen pijn, veel meer dan van een trap geduwd worden.

Ze loopt naar haar kluisje - een meisje met een grijs vest en een rode rugzak. Haar wangen zijn nat door een mengsel van tranen en regenwater. Langzaam beweegt ze zich tussen de andere leerlingen door. De meesten zijn druk in gesprek met de mensen om hen heen, maar anderen staren haar na en lachen, wat een zielig geval!
Eenmaal bij het hokje doet ze hetzelfde als altijd: ze laat haar tas op de rond glijden en hurkt voor het deurtje neer. Met haar rechterhand draait ze aan het combinatieslot van de kluis. Linksom, rechtsom en dan weer linksom tot ze een klik hoort en het deurtje open springt.
Wat ze dan ziet had ze alles behalve verwacht. Haar hele kluisje ligt vol met afval: koekpapiertjes, verkruimelde koekjes, half opgegeten broodjes, pakjes drinken en nog wat ondefinieerbare dingen. Daarnaast is haar boekenstapel flink uitgedund.
Eerst gooit ze het afval weg en daarna wisselt ze haar boeken om (voor zover dat kan, want het enige boek wat ze nodig heeft en nog in haar kluisje ligt is haar wiskundeboek). Hoe ze de boeken die ze kwijt is terug gaat kijken moet ze nog bedenken, maar dat komt wel goed.
Terwijl ze richting de aula loopt kijkt ze op haar horloge. Nog een krappe vijf minuten pauze, dat overleeft ze wel. Ze zucht opgelucht.
Dat opgeluchte gevoel verdwijnt meteen als ze een stem achter zich hoort.
‘Waarom ben je hier nog? Niemand geeft om je, met je kutkop. Niemand, Alma, helemaal niemand.’
Boos draait ze zich om. Daar zijn ze weer, de groep jongens. Ze lopen door waardoor Alma ook moet. Langzaam deinst ze achteruit, tot ze de muur tegen haar rug voelt.
‘Loser.’
‘Kansloos.’
‘Rot toch op.’
‘Waarom leef je nog?’
Die blikken, die woorden, al dat gepest. Het is genoeg, meer dan genoeg. Ze haalt diep adem. Ze doen me niks, ze doen me niks, zegt ze nog in haar hoofd, maar ze weet dat het een leugen is.
‘Rot op.’ Haar stem is zachter dan ze dacht.
‘Wat zeg je, emokop?’ zegt de jongen met de lichtgetinte huid.
‘Rot op!’ schreeuwt ze.
Gelach. Alleen maar gelach. Ze kan haar woede niet meer onder controle houden. Ze zet zich af, naar voren, naar de jongens. Ze slaat, ze trapt, het is hun verdiende loon.


Reacties:


felix
felix zei op 26 nov 2010 - 18:51:
is dit jou hel??
arme meid.