Hoofdcategorieėn
Home » Overige » our world » 21. Alien
our world
21. Alien
Met alle macht probeer ik Naomi hier te houden. Sinds ze Richard heeft gezien is ze onrustig. De lekkere temperatuur is een paar graden gedaald en dat maakt duidelijk hoe sterk haar kracht zich ontwikkeld heeft hier. Mijn eigen kracht heb ik hier ook voelen groeien.
Even kijk ik recht in de ogen van Iblis.
Een kleine connectie, een vonk, een verschrikkelijk beeld.
Na die seconde kom ik terug en merk dat ik Naomi los heb gelaten. Voor ik mijn grip weer op haar kan richten, vlucht ze er tussenuit. Ik zie haar richting Richard rennen. De duiveltjes krijgen een gemene grijns. De bol waarin Richard zit spat uit elkaar. Naomi vangt haar broer zo goed mogelijk op. Zijn ogen gaan even open, maar sluiten daarna weer. De duiveltjes beginnen snel rondjes te draaien. Rode rook stijgt op uit de grond. Begint om Naomi heen te kringelen. Ze kijkt ons wanhopig aan, terwijl de rook haar omsingelt. Ik kijk op mijn beurt weer naar Kaitlin en Shaine. Die kijken elkaar weer aan en schudden hun hoofd.
Dit kan niet waar zijn. Dit kan niet waar zijn. Ondanks dat ik Naomi niet altijd mocht, betekend ze toch veel voor ons. De rook heeft haar helemaal opgeslokt. Er is net zo’n ronde bal ontstaan als voorheen. Ik zie de duiveltjes in sneltempo op ons af vliegen. Kaitlin knikt een keer naar mij en Jolein. Ik kijk Jolein aan en richt mijn aandacht op de rookbal. Ik stuur al mijn kracht naar mijn handpalm. Ik zie het vuur richting de bal gaan. Al snel omsingeld het water mijn vuur. De straal botst tegen de bal aan. Even trilt het, maar dan wordt de kleur alleen maar roder. "Stop, Stop Dit doet pijn." Meteen laat ik mijn handen zakken. Naomi haar gezicht is verwrongen van pijn. Kaitlin haar gezicht betrekt ook even. "Onze krachten verzwakken degene die gevangen zijn alleen maar meer. Oh en er komen wat meer vreemde wezens aan dan alleen maar duiveltjes." Terwijl Kaitlin dit zegt, verschijnen er achter Iblis wat groen dingen. Ze hebben een lange slangachtige kop en een hele lange nek. Hun lijf is gedrongen en kort. Hun benen lomp en hun armen stompig. Op het eerste gezicht lijken ze ongevaarlijk, maar hun scherpe tanden zeggen genoeg, levensgevaarlijk.
Iblis kijkt kwaad naar Kaitlin. “Zou jij uit mijn gedachte willen blijven dame.”¯
“Ik kan er niets aan doen dat je ze naar me schreeuwt.”¯
Door de conversatie zouden we bijna afgeleid worden van de groene dingen. “Wat zijn dat?”¯ Arlette kijkt ons raar aan. “Dat zijn mindoes. Ze zijn net zo gevaarlijk als ze eruit zien. Ze hebben namelijk alleen hun brute kracht om op te vertrouwen. Hun zicht is het beste wat ze hebben. Hun reukorgaan dient redelijk, maar ze zijn praktisch gezien doof.”¯ Ergens stelt het me gerust, als je hun ogen uitschakelt, blijft er niets meer van over.
"Dus we gaan hun ogen uitschakelen?" Kaitlin kijkt me aan alsof ik gek ben. "Dan heb je dus nog hun brute kracht en dat ze helemaal gek worden. Je moet ze opsluiten met je krachten. Net zoals Iblis dat doet met Naomi en Richard." Even knikken we.
"Hoe gaan we dat doen?" Kaitlin kijkt naar Shaine en knikt daarna.
"Shaine stelt voor dat Quin gaat proberen om hun energie te manipuleren en dan ga ik hun gedachte proberen te controleren dat ze Iblis aanvallen." Ergens hoop ik dat het ze echt lukt. Het zou mooi zijn als we Iblis al hebben uitgeschakeld voordat we hier echt iets hebben moeten doen.
Ik zie Quin haar ogen rollen en ze daarna op de mindoes concentreren. Kaitlin volgt ze geïnteresseerd met haar ogen en haalt haar wenkbrauwen op. In het begin zie ik nog geen veranderingen, maar dan langzaam houden de mindoes stil. Ze schudden even met hun hoofd, maar dan draaien ze om. Iblis staat ons raar aan te kijken.
"Dachten jullie nu echt dat dit zou gaan werken. Dat jullie zo zouden winnen." Hij schudt triestig zijn hoofd. "Jullie zijn echt nog onervaren." Shaine maakt een beledigd geluidje. Die doet het duidelijk al langer dan dat wij hier zijn. Iedereen richt nog steeds zijn ogen op de mindoes.
Naast me begint er een te schreeuwen. Mijn ogen zoeken rond. Rond om LinLin stijgt rook op. Boven haar vliegen duiveltjes. Als een razende beginnen ze zich weer te verspreiden. Op nog meer plaatsen begint er rook op te dwarrelen. Er beginnen nog wat mensen te gillen en te rennen. We rennen allemaal uit elkaar.
Als ik door de chaos weer goed om me heen kan kijken zie ik dat Jolein en ik samen aan de ene kant staan. Kaitlin en Rien staan aan de andere kant. De rest zit allemaal opgesloten in zijn eigen bol. Even heb ik het gevoel dat we bijna verloren zijn. De mindoes zijn er nog steeds en er is er geen een uitgeschakeld. Bij ons zijn er nog vier over, dat betekend dat er al vijf uit zijn. Iets wat echt verontrustend is.
Ik stoot Jolein aan en knik naar Kaitlin. Ze knikt en we beginnen te lopen. Vlak voor onze voeten breekt een gat door. Net op tijd remmen we. We zouden er maar ingevallen zijn. De hitte van de woeste lava onder de grond is nu duidelijk voelbaar. Kaitlin schudt haar hoofd dat we niet verder moeten lopen.
“Jullie hadden echt het idee dat jullie mij konden verslaan. Jullie als amateurs. Ik leef nu al bijna 1000 jaar. En Kaitlin je wist dat je niet tegen me op kon. Je oma en al je andere voorouders konden dat al niet, dus waarom jij wel. Jij, degene die niet eens alle informatie heeft gekregen. Alles uit boeken moest leren. Te vondeling werd gelegd. Je denkt echt dat je te veel waard bent, maar je bent het niet.”¯ Even lijkt het of Kaitlin onder de woorden bezwijkt. Dan richt ze haar hoofd naar hem op en kijkt hem recht aan.
“Ik ben niet degene die gaat verliezen. Jij bent degene die gaat verliezen. Misschien niet vandaag. Misschien moord je ons uit. Maar er zullen altijd mensen op aarde blijven bestaan die voor de vrede opkomen. En uiteindelijk zul jij verliezen.”¯
“Ach laat me niet lachen. Je kunt nu al nergens meer heen.”¯ Iblis knipt in zijn vinger en touwen van wortels en bladeren spuiten uit de grond. Ze wikkelen zich om Kaitlin en Rien heen. Ik zet het op een rennen en probeer Jolein met me mee te trekken. Ik voel een ruk aan mijn arm en zie Jolein struikelen. De bladeren pakken haar ook.
Ik voel mezelf ook het evenwicht verliezen. Maar ik kan niet opgeven, want ik ben hun enige hoop. Ik draai me om en probeer om grip op de grond te krijgen. Met vuurvlammen probeer ik de takken wat af te remmen. Ze branden wat aan en beginnen te roken. Even houdt ik ze zo op afstand, maar dan begint ook de aanval van achteren en moet ook ik bekennen dat ik geen weerstand meer kan bieden. Ik als laatste van de groep, heb alles opgegeven.
Het licht dat zich door mijn oogleden heen vormt is niet het verwachtte zwart. Dat ik niet meteen dood zou zijn, had ik wel verwacht. Iblis wil er natuurlijk even plezier aan beleven dat hij weer twee stammen heeft verslagen. Alsof de vernedering voor ons nog niet groot genoeg was. Alsof we zo nog niet genoeg geleden hebben.
In tegenstelling van het zwart is het licht helder geelroodachtig. Net of er vlak voor me een heel fel licht brand. Ik probeer mijn ogen open te doen. Tot mijn verbazing lukt dat ook.
Voor me staat een figuur met een gouden glans om haar heen. Ze loopt vanuit de lucht naar beneden.
"Je had toch niet verwacht om zo snel van de mensen af te zijn, toch Iblis."
Reacties:
ohh cliff hanger
I hate you, how can you stop on this moment
please go (verder) soon
I know, my English isn't good
Wow je weet echt wel hoe je zoiets spannend moet schrijven.
Echt heel goed
snel verder
Ik wed dat haar oma is. of een andere voorouder.