Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Een geheim of een leugen? » Opgesloten

Een geheim of een leugen?

2 nov 2010 - 20:03

1168

3

371



Opgesloten

Mijn hoofd deed pijn. Ik voelde de plek vlak achter mijn oor kloppen. Het deed pijn. Langzaam deed ik mijn ogen open. Dat was moeilijker dan ik had gedacht. Mijn oogleden voelden zwaar aan, en ik had alle moeite om ze open te krijgen. Ik probeerde me te herinneren wat er was gebeurd, maar het lukte niet. Ik wist alleen nog, dat ik een harde klap had gekregen. Toen was alles wazig geworden. Wat ervoor gebeurd was, was al helemaal wazig.
Mijn ogen openen, was uiteindelijk toch niet zo’n goed idee geweest. Het felle licht dat in mijn ogen scheen, zorgde ervoor dat de plek achter mijn oor harder ging kloppen. Mijn hoofdpijn verergerde, en alles werd weer wazig. Ik sloot ze snel weer. Ik liet mijn hoofd naar achteren vallen. “AUW!”¯ Hoorde ik opeens van vlak achter me. Ik slaakte een kreet van verbazing. “Hallo?”¯ Vroeg ik. “Kelly?”¯. De stem die ik hoorde herkende ik ergens van. Maar waarvan? “Ja. Wie ben jij?”¯. Ik probeerde mijn hand te bewegen, maar merkte dat hij achter mijn rug vastzat. Ik zat te bedenken hoe ik het beste los kon komen. Ik werd uit mijn overpeinzingen gerukt door het plotselinge antwoord. “Ik ben het. Mike.”¯ Zijn stem trilde. Er was iets aan de hand, maar wat? “Mike,…”¯ ik aarzelde. Zou ik het vragen? “Ja Kelly?”¯. Ik had gehoopt dat hij het niet had gehoord. Nu had ik geen keus meer. “Waar zijn we? En… wat is er gebeurd?”¯ Ik merkte hoe de sfeer veranderde. Achter me voelde ik hem verstijven. We zaten aan elkaar vastgebonden, rug aan rug. Ik deed mijn ogen weer een klein beetje open, om zo alvast aan het licht te wennen. “Krijg ik nog een antwoord?”¯ Vroeg ik zachtjes. “Je had weg moeten rennen. Zoals ik had gezegd. Had je nou maar naar me geluisterd. Maar, nee. Je moest het perse beter weten hè. Je moest perse met me blijven omgaan.”¯ Ik kon het niet geloven. Was dit alles mijn schuld? “Is dit… is dit dan mijn schuld? Zitten we hier vastgebonden vanwege mij?”¯ “Wat bedoel je Kelly? Weet je niet… weet je niet meer wat er is gebeurd?”¯ Hij klonk geschokt, in de war. “Nee… Ik weet niks meer.”¯ Hij zuchtte hoorbaar. Ons gesprek werd ruw beëindigd toen er iets rammelde. Het klonk als een sleutel in een slot. Ik opende mijn ogen nu helemaal. Ze waren langzaam aan het licht gewend geraakt. Ik keek om me heen. Toen ging er langzaam een deurtje open. Ik kon niet goed zien wie het was. Het zag eruit als een vage schaduw, door het felle licht dat onze kant op scheen. “Zijn de tortelduifjes eindelijk wakker?”¯ Vroeg een schorre stem. “Wat denk je zelf?”¯ Antwoordde Mike bot. “Ah… Gaan we bot doen meneertje. Ik vraag me af, of je nog steeds zo kortaf bent als we je vriendinnetje even lenen…”¯ De man liet een gemeen lachje horen. Mike’s lichaam verstrakte weer. “Laat haar hier buiten!”¯ Schreeuwde hij naar de man. “Ach, maak je je zorgen om haar? We zullen haar heelhuids terugbrengen hoor. Maar eerst… maken we even plezier met haar. Goed?”¯ Hij lachte weer. De man liep langzaam onze kant op. Hij pakte iets uit zijn broekzak. “BLIJF UIT HAAR BUURT!”¯ Schreeuwde Mike. Ik voelde hoe hij uit alle macht probeerde los te komen. De man bleef doorlopen. Waarom zou hij ook stoppen? Mike zat vast. Net als ik. We waren een kansloze prooi. Ik keek naar beneden. Een hand tilde mijn gezicht op. Ik keek recht in de ogen van de man die ons gevangen hield. Er was een glinstering in zijn ogen. Alsof hij nu de tijd van zijn leven had. Toen klikte hij het ding wat hij in zijn hand had gehad open. Het was een mes, zag ik nu. Opeens werd ik bang. Wat waren ze met me van plan? Ik zag hoe hij genoot van de angst in mijn ogen. Snel vermande ik me weer. “Wees maar niet bang popje. We doen je niks hoor.”¯ Weer dat lachje. Nu zag ik ook zijn tanden. Ze waren onverzorgd en stonden schots en scheef in zijn mond. De hand waarmee hij het mes vasthad ging naar het touw dat rond mijn benen zat. Ik had het nog niet eens bemerkt. Hij sneed de touwen los. Toen hij helemaal klaar was, kon ik opstaan, maar mijn handen waren nog steeds op mijn rug gebonden. “En nu, dametje, zou het slim zijn om gewoon mee te lopen. Want, wie weet… Misschien gebeuren er anders wel ongelukken.”¯ En hij knikte in de richting van Mike. Ik keek in zijn richting. Zag hoe hij uit alle macht probeerde zich los te maken van de touwen. “Maak je geen zorgen Mike.”¯ Zei ik. Ik hoorde hoe mijn stem trilde van de angst en spanning. Hij keek op. Ik glimlachte bemoedigend. Toen werd ik vastgepakt, en meegenomen. De vreemde man leidde me naar buiten. Toen liet hij me even staan, en draaide zich om. Hij haalde een sleutel uit zijn broekzak. Ik zag mijn kans. Ik moest het alleen hard genoeg tegen de deur duwen. Hij begon met het afsluiten van de deur. Eerst het bovenste slot. Daarna het middelste. Toen hij zich bukte naar de onderste, gaf ik hem een harde duw. De klap waarmee zijn hoofd tegen de deur aan kwam was misselijkmakend. De man zakte in elkaar, als een lappenpop. Ik pakte het mes dat hij in zijn andere hand had gehad, en sneed de touwen rond mijn polsen los. Toen rende ik snel weg. Ik móest hulp halen. Mike redden. Al snel voelde ik mijn benen niet meer, en was ik volledig de weg kwijt. Maar het maakte niet uit. Ik moest en zou de stad vinden. Ookal kostte het me mijn leven.

Hijgend viel ik op de grond. Ik liep, voor mijn gevoel, al uren door dit vreselijke bos heen. Ik keek om me heen. Maar zag geen herkenningspunt. Het kon niet. Het mocht niet. Ik moest doorgaan. Ik probeerde mezelf weer omhoog te heisen, maar het lukte niet. Ik keek naar de grond. Ik had gefaald. Ik was ontsnapt, dat wel. Maar ik was verdwaald. Ik had geen idee waar ik naartoe moest. Ik voelde een traan langs mijn wang lopen. Met mijn vuil geworden hand veegde ik hem weg. Ik bleef een tijdje zo zitten. Ik keek naar de grond, en zat daar. Opeens klaarde mijn gezicht op. Het was niet mogelijk. Het kon toch niet? Of toch? Ik stond vlug op, en rende verder. Ik was op de goede weg. Ik wist het gewoon. Het moest wel. Die bloemen, die daar groeiden. Dat kon niets anders zijn dan die in het bos achter het kerkje. Hoe vaak had ik hier als kind niet gespeeld. Waarom was het me niet eerder opgevallen? Ik rende en rende. De plotselinge herkenning had me nieuwe moed, en vooral nieuwe energie gegeven. En nu, nu zou alles goed komen. Als ik maar niet te laat kwam!


Reacties:


freheid
freheid zei op 2 nov 2010 - 22:58:
Superspannend!


Reactiongirl
Reactiongirl zei op 2 nov 2010 - 20:38:
Go Kelly!! Echt heel erg spannend
Ik vind jouw schrijfstijl coowl, een beetje als die van mij
Ga je snel verder? Mag ik dan weer een medling?
xxx


wordslover
wordslover zei op 2 nov 2010 - 20:09:
weer superspannend!

snel verder (:
mag ik dan weer een melding?

<'3