Hoofdcategorieėn
Home » Avril Lavigne » Avril Lavigne and me (lovestory) » [19] Avril/Ramona
Avril Lavigne and me (lovestory)
[19] Avril/Ramona
Mijn beats lijken elke keer het nummer te verpesten. Elke keer als mijn ritme mislukt moeten we weer opnieuw beginnen. Ik heb Hale nog nooit een valse noot horen zingen, en niemand heeft ooit de snaren verkeerd aangeraakt. Mijn drumstokjes daarentegen lijken vervloekt. We zijn al drie uur aan het spelen en hebben inmiddels bier gehaald, al betwijfel ik of mijn talenten daar beter van worden.
Om een uur of half negen besluiten we dat het wel weer genoeg is voor vandaag. We halen wat de eten en gaan daarna nog even naar de kroeg. We willen het niet al te laat maken en nemen om half twaalf al afscheid, met de afspraak dat we morgen nog even zullen oefenen.
Vanessa en ik lopen terug naar ons appartement zonder veel te zeggen. Het is laat en ik begin moe te worden. Als drummer verbrand je redelijk wat calorietjes. Bij de deur val ik bijna om, maar Vanessa houdt me nog net overeind. We hebben geen lift en moeten daardoor drie trappen, zesendertig treden, omhoog lopen. Bovenaan ligt voor onze deur een bosje rozen. Meteen heb ik mijn energie terug.
Ik raap de bos op. De rozen zijn rood en ruiken heerlijk. Eigenlijk heb ik nog nooit eerder de geur van rozen geroken.
“Au!”¯ Ik heb me aan een doorn gestoken. Ik kijk naar mijn vinger en zie dat er een straaltje bloed uitdruipt, wat ik aflik. Dan valt me op dat er een klein briefje aan de rozen vast zit. Het enige dat erop staat is “Sorry”¯.
Ik zit al twee uur voor haar deur. Het is niet heel koud, maar doordat ik al een tijdje op de stenen zit begin ik de kou in mijn botten te voelen. Om half zeven komt ze dan eindelijk thuis. Eerst heeft ze me niet door als ze met haar hoofd gebogen loopt, maar als ze vlak voor me staat kijkt ze op. Ik kijk haar aan. Zonder iets te zeggen komt ze naast me zitten en ik glimlach.
“Hoe lang zit je hier al?”¯ vraagt ze zachtjes.
“Twee uurtjes maar,”¯ antwoord ik en ze lacht verbaasd.
“Echt? Dat kan toch niet?”¯
Ik kijk naar rechts en vind haar ogen vlakbij. Ze kijken me glimlachend aan. Het is niet alleen haar mond die lacht, haar hele gezicht lacht mee.
Ik neem een pluk haar en leg die achter haar oor.
“Weet je,”¯ begin ik. “Elke keer dat ik je niet zie lijk ik weer te vergeten hoe mooi je eigenlijk bent.”¯
Achter mijn rug haal ik een roos vandaan, die uit de bos komt. Ze pakt hem aan en ik zie haar wangen roze kleuren.
“Pas op voor de doorns,”¯ waarschuw ik, maar het is al te laat. Een helderrode druppel bloed komt uit haar sneeuwwitte huid. Ze likt haar vinger af.
“Het geeft niet,”¯ zegt ze. “Ik kan wel tegen een stootje.”¯
Ik kus haar en proef het zoute bloed nog. Zelfs dat smaakt niet slecht. Ik zou voor haar nog een vampier worden.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.