Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Trust In Me » One
Trust In Me
One
Do not go where the path may lead, go instead where there is no path and leave a trail. - Ralph Waldo Emerso
Ik slofte nukkig door de sneeuw. Koude sneeuw, smeltend, dus dat blijft overal aan plakken. Veel irritanter dan de poedersneeuw die we in het Noorden van Canada hadden. Elke boom hier irriteerde me, elke steen en elk beest. Ik had nu al een pesthekel aan La Push! Ik slenterde knorrig door, terug richting de plaats waar ik mijn roedel verlaten had. Ik hoorde de stemmen van ver, maar ik vertraagde niet. Ik hou mezelf niet in voor een stelletje achterlijke mannen. En ik zou al helemaal niet terug gaan naar mijn mensengedaante. Ik voelde me beter en veiliger als ik op vier poten stond.
"Ik dacht dat jullie met zeven waren?" Hey, vreemde stem! Een man, overduidelijk een alfa.
"Ja, maar een van ons is boos. Sam was het er niet echt mee eens dat we hierheen zouden komen."
"Waar is hij dan?" ik ontblootte mijn tanden en gromde terwijl ik de open plek opliep zonder de vreemdelingen aan te kijken.
"Ze is een zij. Eigenlijk heet ze Samantha." Ik grauwde naar Brandon en hapte naar zijn been. Eikel...
"Maar dat hoort ze niet graag. Ze is behoorlijk chagrijnig nu."
"Ze lijkt me geen waardevol lid van de roedel." Ik legde mijn oren in mijn nek en huilde laag en dreigend.
"Sam, rustig nou, het is nu niet het moment..." mompelde Brandon. Hij was de alfa, maar eigenlijk gold mijn gezag vaker dan dat van hem. Of zo leek het soms toch.
"Ze is erg belangrijk voor ons. Ze is niet alleen de beste vechter, maar ze heeft ook de beste neus en denkt het beste na over hoe we de zaakjes kunnen aanpakken."
"Wel een beetje een ukkie." Ik verstrakte en staarde ziedend naar de grote, shirtloze indiaan die me schattend aankeek. Ik besloot niet meer te reageren op die boerenkinkels en ging naast Daylen in de sneeuw liggen. Hij zat gewoon in zijn mensengedaante op de grond en ik legde zuchtend mijn kop op zijn benen en vleide me tegen hem aan. Hij krabde achter mijn oren.
"De wereld is ook zo gemeen tegen je, arme schat," grijnsde hij. Ik opende langzaam mijn bek een beet zacht in zijn knie, alsof het een kauwspeeltje was.
"Auw, auw auw, Sammy, niet doen," jammerde hij grinnikend en hij duwde me weg. Ik grijnsde en rolde op mijn rug. Hij begreep de hint en streelde mijn buik. Ik sloot genietend mijn ogen en liet mijn tong uit mijn bek hangen. Dat was het leuke van een hond zijn, je werd gewoon geaaid als je dat wilt en niemand die dat vreemd vond.
"Ze lijkt wel een puppy." Ik rolde geïrriteerd recht en zag dat het dezelfde jongen was die me een ukkie noemde. Ik voelde mijn bovenlip omhoog krullen. Knorrig ging ik terug met mijn kop neerliggen, op mijn poten deze keer. Ik bleef het kereltje in de gaten houden, en hij staarde alleen maar terug.
"Trek het je niet aan, Jacob, ze is slecht gezind omdat ze in Canada wilde blijven." En terecht, lijkt me zo! Mijn aandacht verslapte en ik staarde naar de bosjes.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.