Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » Take a risk, Take a chance, Make a change {afgewerkt} » 14. A way to freedom, or survival

Take a risk, Take a chance, Make a change {afgewerkt}

9 nov 2010 - 16:14

2017

4

360



14. A way to freedom, or survival

haaai, een nieuw hoofdstuk, het duurde even maar ik hoop dat jullie het wel leuk vinden (: oo jaa trouwens, ik heb een paar hoofdstukken eerder vaagjes iets over de oorlog met Victoria en haar nieuwelingen geschreven, zogenaamd is Victoria maar even ontkomen en gaat het hele drama dus nog verder (: <"3

Ik loop samen met Jake, die me tegenhield terwijl Embry eerst naar huis rende en daarna snel in zijn auto verdween, terug naar de anderen, die nog van niks weten. Ik zie dat de meesten al weg zijn, alleen Kim en Jared zijn er nog en ik loop snel naar ze toe. Kim ziet gelijk dat er iets goed mis is en ik val haar opnieuw snikkend om haar hals.
‘Hij is weer weg,’ snik ik met gebroken stem, ik ben blij dat Emma ligt te slapen. Kim omhelst me en wiegt me zacht heen en weer.
‘Stil maar Liv, het komt goed. Wij zijn er allemaal nog en Embry komt zo snel hij kan, ongedeerd, weer terug naar huis.’
Als ik uitgehuild bent houdt me ze op een stukje afstand.
‘Het komt wel goed,’ belooft ze, haar blik staat oprecht.
Ik knik en veeg de tranen van mijn gezicht. Jake slaat zijn arm om mijn schouders.
‘We gaan je allemaal zo goed helpen als we kunnen,’ belooft hij.
Heel even glijdt er een waterig glimlachje over mijn gezicht. ‘Bedankt jongens,’ fluister ik nauwelijks hoorbaar.
Na nog een tijdje gepraat te hebben gaan ook Jared en Kim naar huis en ik wil Emma optillen, maar Jake houdt me tegen. ‘Loop maar vast, ik til haar wel,’ zegt hij en ik knik, ik loop voor hem uit naar de voordeur en hou die open terwijl hij langs me loopt en zachtjes de trap op sluipt.
Ik loop achter hem aan naar binnen, duw de deur dicht en loop achter hem aan naar boven, voorzichtig legt hij Emma in haar bedje. We staan nog een tijdje in stilte naar haar slapende en onschuldige gezichtje te kijken, ik vraag me nu al af hoe ik morgen uit moet leggen dat haar vader alweer voor onbepaalde tijd weg is.
Jake lijkt mijn gedachten te kunnen horen, want hij wrijft geruststellend over mijn arm. ‘Het komt echt wel goed Liv, ik weet zeker dat ze het jammer vind maar ze zal het begrijpen,’ sust hij. Ik voel een nieuwe vlaag van paniek opkomen en druk mijn trillende vingers tegen mijn lippen. Nieuwe tranen staan in mijn ogen, maar ik veeg ze ruw weg. Wat ben ik toch ook een huilebalk. Ik haal diep adem en kijk op naar Jacob.
‘Je moet naar huis gaan, Billy is vast bezorgd,’ zeg ik en doe mijn best mijn stem vast te laten klinken. Ik kijk hoe de zware wenkbrauwen van mijn beste vriend zich boven zijn donkere ogen fronsen.
‘Ik kan vannacht ook wel hier blijven, je ziet eruit alsof je elk moment in kan storten.’ Ik sla mijn ogen een beetje verlegen neer, hij kent me echt te goed en blijkbaar is het te zien dat ik elk moment door mijn knieën kan zakken en een nieuwe wanhopige aanval tegemoet kan zien.
‘Ik blijf hier,’ besluit Jacob en hij loopt snel naar beneden, waar ik hem heel kort aan de telefoon hoor praten en voor ik het echt doorheb staat hij al weer naast me. ‘Billy vond het goed,’ grijnst hij.
Ik tover een flauw glimlachje tevoorschijn, hij moest eens weten hoe blij ik ben dat hij hier is. Ik kijk nog heel even hoe Emma ligt te slapen en draai me dan om. Ik loop na Jacob het slaapkamertje uit en trek de deur achter me dicht.

De volgende ochtend word ik naast hem wakker in het tweepersoonsbed. Tranen springen in mijn ogen als ik de foto van Embry en mij op het nachtkastje zie staan en ik ben blij dat ik met mijn rug naar de slapende Jacob toe lig. Geluidloos stromen de tranen over mijn wangen terwijl ik de foto nog eens bekijk. Ik zit op Embry’s rug en sta op het punt eraf te vallen als de foto gemaakt wordt. Onze gezichten staan intens gelukkig en vrolijk, niets kan ons breken daar, maar dat bleek in realiteit anders, een oorlog is genoeg om duizenden gezinnen uit elkaar te trekken en te verwoesten, duizenden vrouwen en kinderen die wachten tot hun echtgenoten en vaders thuiskomen, als ze al thuiskomen. Ik voel de warmte van Jacob’s lichaam tegen het mijne en zijn arme arm om me heen. Zacht wiegt hij me heen en weer en sust me zonder woorden. Dan hoor ik zachte voetstappen en de deur gaat voorzichtig open. ‘Mama?’ klinkt Emma’s stemmetje. Ik veeg snel de tranen weg, en richt me op. ‘Mama, waar is papa?’ vraagt Emma achterdochtig terwijl ze op het bed klimt en tegenover me gaat zitten. Haar blik glijdt naar Jacob. ‘En waarom is hí­j hier?’ Haar wenkbrauwen fronsen en haar lipje trilt plotseling. ‘Is papa weer weg?’ vraagt ze met trillend stemmetje. Ik neem haar in mijn armen en leg mijn wang tegen haar haren, ze heeft geen uitleg nodig en barst in snikken uit. ‘Hij heeft niet eens een kusje gegeven!’ snikt ze hartverscheurend. Ik sluit mijn ogen, vechtend tegen een nieuwe huilbui. ‘Hij heeft mij een kusje voor ons allebei gegeven, hij wilde niet weg. Maar hij moest wel, hij zal snel terug zijn,’ ik hoor hoe mijn stem vervuld is van het stille verdriet en weet dat dit niet echt een troost is voor haar. Ze slaat haar armpjes om mijn nek en snikt nog een tijdje door. Jacob zit er in stilte bij en Emma lijkt zich opeens te herinneren dat hij er ook is. ‘Waarom is hij hier?’ vraagt ze me terwijl ze me met roodbehuilde ogen aankijkt. Ik veeg zacht de tranen van haar wangen en kijk haar door mijn natte wimpers aan. ‘Jacob is mamma’s beste vriend en hij is hier gebleven om ons te troosten. Lief hè?’ vraag ik zacht. Emma aarzelt even maar knikt dan heftig en slaat haar armpjes om Jake’s nek. ‘Lief dat je hier voor mamma bent,’ zegt ze zacht. Een glimlachje glijdt over mijn gezicht en ik proef het zout op mijn lippen.

Als iedereen weer een beetje uitgehuild is, er ontbeten is en iedereen aangekleed is loop ik met Emma op mijn arm, en Jacob naast me naar buiten. Het is een waterig zonnetje dat schijnt en ik weet hoe blij we moeten zijn dat het nog niet regent, ik loop het bos in. Onze zachte, zingende stemmen galmen tussen de bomen. Jacob’s hese en lage stem, Emma’s hoge en kinderlijke stem, en mijn zachte en heldere stem. Jacob tikt me op een gegeven moment op mijn arm en ik knik. ‘Ja, ga maar rennen,’ knik ik. Hij verdwijnt tussen de bomen en ik zet Emma op de grond. Ze rent voor me uit en we lopen naar het grasveld toe. Als we daar zijn laat ik mezelf in het gras zakken en kijk hoe ze over het veld dartelt. Dan plotseling voel ik een ijskoud windje en kijk over mijn schouder, verbaasd dat Jacob zo snel al terug is, maar ik zie niemand. Ik kom langzaam overeind, mijn blik glijdt over de bomen. Dan hoor ik wat ritselen, iets komt snel dichterbij. Ik doe een paar stappen achteruit en draai mijn hoofd snel naar Emma. ‘Emma, kom eens,’ zeg ik zacht en doe mijn best mijn stem rustig te houden. Ze komt aangerend en ik steek mijn hand uit die ze vastpakt. Mijn ademhaling gaat snel en moeizaam, want iets zegt me dat we in gevaar zijn… De zon verdwijnt achter de wolken en ik richt mijn blik heel even naar boven. Als ik terugkijk staat er iemand aan de rand van het grasveld, net voor de bomen. Het is een vrouw, met rood krullend en dansend haar en zwarte, onrustige ogen. Haar uitdrukking en houding doen me katachtig aan en ze doet een paar stappen dichterbij. Dan opeens staat ze achter me en ik draai me snel om. ‘Mama, wie is dat?’ vraagt Emma zacht. Ik kijk haar diep in haar bruine ogen en probeer rust en kalmte uit te laten gaan van mijn blik. ‘Dat weet ik niet lieverd.’ Emma knikt en kijkt de vrouw aan. ‘Wie ben jij?’ vraagt ze met haar hoofd een beetje schuin. De vrouw laat een hoge lach horen en doet een paar stappen dichterbij. ‘Jouw ergste nachtmerrie,’ haar stem klinkt heel helder, veel anders dan ik verwacht had. Ik hoop dat Jacob in de buurt is, want dit lijkt mij nou niet echt goed. ‘Wie bent u en waarom bent u hier?’ vraag ik aarzelend. ‘Ik? Ik ben Victoria, en waarom ik hier ben? Omdat ik dorst heb en jullie ontzettend lekker ruiken.’ Ik sla mijn blik niet neer van haar diepzwarte ogen en met een schok realiseer ik me dat dit een vampier moet zijn, misschien wel dé vampier waardoor Embry een paar jaar geleden op mythische oorlog moest, en waarom is Jacob dan nu net de mythische hort op als ik hem nodig heb? Ze doet een paar stappen dichterbij en dan staat ze opeens vlak achter me. ‘Het meisje ruikt te lekker, maar je zal wel niet toe willen kijken hoe ik je dochter verslind. Jammer, aan haar heb ik genoeg.’ Ik slik moeizaam en sluit mijn ogen even. Met trillende stem zeg ik: ‘Nee. Neem mij, maar laat haar gaan.’ Ze lacht zacht. ‘En waarom zou ik?’ Ik kijk haar niet aan. ‘Ik ben groter, maar laat haar gaan, ze heeft nog een heel leven voor zich,’ mijn stem klinkt smekend. Ze lacht weer en staat weer plotseling voor me. ‘Jammer. Ik ga meestal niet in discussie met mijn maaltijd.’ Dan hoor ik gegrom, hels en woedend gegrom. Voor ik het weet springen twee wolven langs ons, een grote zwarte en een grijze. Jacob komt aanrennen en trekt me aan mijn arm mee. ‘Rennen,’ sist hij. Ik ben verstijfd en Jacob tilt snel Emma op. ‘Rennen Liv! Ze houden haar tegen, maar ik weet niet voor hoelang!’ Zijn woorden komen langzaam aan en ik begin te rennen, steeds sneller en sneller, zo snel als mijn benen mij kunnen dragen en ik ben blij dat ik altijd al snel was en mijn conditie sterk verbeterd is afgelopen jaar nu ik weer ben gaan trainen. Toch is het ademen haast onmogelijk omdat ik nog in een haast panische toestand ben. Eerst is Embry me voor voorlopig en misschien wel voor altijd afgenomen, dan niet Emma. Neem iedereen, zoals mij! Maar niet Emma, niet het kleine meisje dat nog zo’n geweldige toekomst tegemoet kan zien. We komen aan bij ons huis en ik ren snel naar binnen, op de voet gevolgd door Jacob. ‘Pak spullen bij elkaar, we gaan hier weg,’ zegt hij terwijl hij de huilende Emma op de bank zet. Ik ren met twee treden tegelijk de trap op en eenmaal boven begin ik allemaal spullen in tassen te gooien. Jacob helpt en binnen no-time zitten ze vol. Ik trek met een ruk het laatje van het nachtkastje open en rommel erdoor. Ik vind een langwerpig wit doosje en doe het open. Daarin zit een zilveren kettinkje met klein hangertje, erin gegraveerd een E en een L. Ik laat het kettinkje snel in mijn zak glijden en leg als laatste de foto van Embry en mij in de tas en rits hem snel dicht. Jacob tilt de tassen snel op en ik ren voor hem uit de trap weer af. Ik til Emma snel op, die nog steeds hartverscheurend huilt en ren met haar naar de auto. Ik gesp haar op de achterbank in haar stoeltje terwijl Jacob de tassen in mijn kleine Fiat 500 propt en ik ren naar de bestuurderskant. Ik trek de deur met een ruk open en spring haast naar binnen. Ik wacht heel even tot Jacob zit en worstel om de sleutel in het contact en mijn gordel om te krijgen. De auto start niet en ik sla gefrustreerd, en in paniek op het stuur. ‘Hij doet het niet,’ gil ik wanhopig en staar Jacob aan. Hij leunt over me heen en probeert nog een keer de auto aan te krijgen, godzijdank komt hij zacht snorrend tot leven en ik rijd zo snel mogelijk weg. Op weg naar vrijheid, of in ieder geval overleving.


Reacties:


Hermelien
Hermelien zei op 27 nov 2010 - 18:13:
Ik ben weer gestart met lezen
Echt wauw !
Zooo zielig voor Emma en de anderen
Ik haat Victoria


Reactiongirl
Reactiongirl zei op 10 nov 2010 - 14:45:
OMG! Wat zielig!
Stomme Victoria!
Zielig Emma!
Zielige Liv!
Zielige Jake!

Aaaw, dit is zo erg, snel verder jij, of ik stuur de kaboutertjes op je af Melding?
xxx


justAgirl
justAgirl zei op 9 nov 2010 - 18:28:
ik mag victoria niet
ze moet gewoon dood gaan
ofzo
ja
dat moet ze!
super leuk geschreven en snel verder jij <3


realMe
realMe zei op 9 nov 2010 - 17:15:
hhhhhuuh hhuueeee hhuuuuhh huuueeeee

zo ging mijn adem echt op het laatst, zo spanned
SSTOMME VICTORIA blijf van emma af!!

jeah er overkomt emma niets maar waar gaan ze nu heen??