Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Eerste hoofdstukken van fanfictions die ik misschien nog ga uitwerken » De drumster
Eerste hoofdstukken van fanfictions die ik misschien nog ga uitwerken
De drumster
De rook blaas ik uit zonder mijn blik van de vloer af te wenden. De vlek lijkt op een vlinder, of een hartje. Een gebroken hartje, zo eenzaam op de gigantische vloer, net als ik op deze wereld.
Met een zucht gooi ik mijn sigaret weg, opnieuw zonder mijn blik af te wenden.
“Yo, Bill, wat is er? Je bent zo stil.”¯ Ik kijk onze drummer kort aan, en zoek dan een ander interessant iets om aan te staren.
“Er is niets, gewoon wat hoofdpijn.”¯
“Weer aan het denken? Bill, we hebben al zo vaak gezegd dat je dat niet aankan. Stop er dan ook mee.”¯ Ik geef mijn broer mijn meest giftige blik en hij zet meteen een stap naar achteren. “Wow, jongens, we kunnen hem beter alleen laten. Ik geloof dat er hier iemand ongesteld moet worden.”¯
Zonder nog naar me om te kijken gaat hij samen met de drummer en bassist de zaal uit en blijf ik alleen achter. Nuja, alleen, de crew is bezig met het podium op te bouwen, dus zo alleen ben ik nu ook weer niet.
Ik zucht weer en ga op zoek naar andere vormen die in de vlek te herkennen vallen, en die me niet aan mezelf doen denken. Helaas, in elke vorm herken ik mezelf. Een schaap, een wolk, gebroken hartje, zelfs een vlek, met alles kan ik mezelf vergelijken. Een dromer, een zwart schaap, eenzaam, anders, gebroken, ik ben het allemaal.
Ik leg me neer op de kist waarop ik zit en staar naar het plafond van de gigantische zaal. Straks zit de hele zaal vol met fans, moet ik weer een fake lach opzetten en neppe tweelingmomenten spelen. Ja, echt spelen. Vroeger waren ze spontaan, maar nu? Nu is niets meer spontaan, enkel mijn tranen en enkele songteksten komen nog spontaan.
Een drumritme dreunt door de zaal en een zoveelste zucht rolt over mijn lippen.
“Gustav, ik zei je net al dat ik hoofdpijn heb!!”¯ De drum stopt, en wanneer ik mij realiseer dat Gustav buiten is, ga ik rechtzitten.
Ik zie niet onze brilsmurf, maar een meisje van het podium af lopen. Een fan? Hoe kan die nu al binnen zijn? Met een wip spring ik van de kist af en loop naar het podium om het meisje achterna te gaan. Ik glip achter het podium en zie haar net de hoek om gaan. Ik versnel een beetje, maar wanneer achter mij mijn naam klinkt, moet ik mijn achtervolging stoppen.
“Bill, heb je die broer van jou ergens gezien? Die halve gare neemt zijn gsm niet op.”¯ Ik draai me om en zie dat onze manager met zijn gsm staat te zwaaien.
“Tom is buiten, met de rest.”¯
“Tuurlijk. Weglopen, en zijn gsm uitzetten om mij te mijden.”¯ Mompelend tegen zichzelf keert David me zijn rug toe en loopt weer van me weg.
Ik draai me ook weer om en kijk in een lege gang. Nieuwsgierig naar het meisje loop ik de gang door, die op een deur eindigt. Met enige moeite open ik de zware, grijze deur en kom op de parking uit waar de tourbussen geparkeert staan. Van het meisje is geen spoor meer te bekennen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.