Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Need » 6
Need
6
Ik keek vol verwondering naar alle spullen die Harry bij zich had. Ganzenveren, inkt, perkament, boeken met bewegende plaatjes, en zelfs een echte sneeuwuil!
"Harry, ik wil mee naar Zweinstein," pruilde ik zachtjes, "ik ga je zo missen." Hij sloeg zijn armen om me heen en suste me.
"In de vakanties kom ik terug. Misschien met Kerst nog niet, maar in de zomer wel. En ik zal je schrijven, Hedwig zal dan de brieven brengen." De grote, witte uil koerde bij het horen van haar naam. Ik liep naar de kooi en streelde haar kop. Ze sloot haar ogen genietend en bolde haar veren.
"Ze vindt je aardig," glimlachte Harry. Ik lachte naar hem, maar dook toen terug op zijn bed.
"En je gaat me echt echt echt schrijven?"
"Natuurlijk! En ik ga leren toveren, als Dirk dan vervelend is, kan ik hem ook in een varken veranderen!" Ik gierde het uit bij de herinnering aan de kleine, roze krulstaart die uit Dirk achterste was gegroeid.
"Maar geef hem dan ook meteen een gekke neus!"
"Harry!" Ik stond op het perron, samen met oom Herman en tante Petunia. Ik zag nog meer mensen met koffers als die van Harry, vast ook allemaal tovenaars en heksen. Ik zag katten, uilen, padden, alles!
Ik liep naar hem toe, maar botste per ongeluk tegen iemand op. De jongen was ongeveer zo oud als Harry, en zijn vader naast hem had dezelfde witblonde haren. Ze keken me onderzoekend aan, en ik moet toegeven dat ik stil werd van hun voorkomen.
"Kijken waar je loopt, meisje," zei de man.
"Het spijt me," zei ik stilletjes.
"Mona!" Ik draaide me om, vloog Harry om de hals.
"Wat wil je, Malfidus?" zei hij hatelijk tegen de blonde jongen. Het klonk niet erg aardig.
"Niets, Potter." Al even onaardig! Ik keek van de ene naar de andere, en toen draaiden ze zich allebei zwijgend om, de jongen liep met zijn vader mee. Ik rende achter Harry aan.
"Dit zijn Ron Wemel en Hermelien Grifel." Het meisje en de jonge lachten naar me.
"Mona," zei ik verlegen. De jongen had vuurrood haar en een gezicht vol sproeten. Hij zal er vooral heel grappig uit. Het meisje had bruine krullen, heel mooi, vond ik. Ze keek me lief aan.
"Hermelien is de slimste heks van Zweinstein," zei Harry.
"Ronnie!!" Naast Ron verschenen twee identieke jongens, beiden even ros en sproeterig als hij.
"Mammie zoekt je, Ronnieponnie!" Ron werd rood en mompelde dat ze weg moesten gaan.
"Hé, wat lijk jij op Harry!" riep één van hen. Ik keek naar mijn voeten en probeerde te verdwijnen.
"Dit is mijn zusje Mona," zei Harry trots. Ik zei stilletjes hallo en schuifelde met mijn voeten.
"Ze komt volgend jaar ook naar Zweinstein. Ik denk dat ze het geweldig zal doen. Ze heeft ooit onze vaatwasser gemold door er gewoon naar te kijken." De jongens lachen.
"Wij zijn Fred en George. Wie wie is, maakt niet uit, je houdt ons toch niet uit elkaar." Ik keek aandachtig naar hun gezichten.
"Welles. Jouw hoofd is iets ronder als dat van hem. En bij jou zit er een sproet die hij niet heeft." De tweeling keek elkaar eerst verbaasd aan en lachte toen zo luid dat het hele perron op keek.
"Je ziet het verschil beter dan ma," grinnikte één van hen, "ik ben George. Dan was die ene met zijn sproet Fred.
"Ik zal het onthouden."
"Ik zei toch dat ze goed is," grijnsde Harry.
"Ik heb je vreselijk gemist, Harry," zei ik toen we thuis waren en op zijn kamer zaten. Het was waar. Mijn kerst was nog nooit zo eenzaam geweest, en Dirk had nog nooit zo geklierd als dat jaar zonder Harry.
"Wie was die jongen op het perron?"
"Ron, dat weet je toch?"
"Nee, die andere. Die waar je zo boos naar keek." Harry keek nors voor zich uit.
"Dat was Malfidus. Ik geef je de goede raad om hem te vermijden als je volgend jaar naar Zweinstein komt. Hij is slecht."
"Hij leek me best aardig." Harry draait zijn hoofd naar me toe.
"Is hij niet." Voor hem was het onderwerp afgesloten. Ik keek naar buiten.
"Je bent wel erg veel veranderd," zei Harry. Ik was inderdaad gegroeid. Ik was nog steeds kleiner dan hij, maar ook hij had een stevige scheut gehad.
"Is echt alles echt gebeurt wat je schreef? Veranderen de trappen echt van richting? En zweven er echt geesten rond die door de muren kunnen? En komt het eten zomaar tevoorschijn?" Ik liet Hedwig uit haar kooi, die tevreden door de kamer vloog en op de kast landde. Ik had haar wel vaker laten rondvliegen als ze me post had gebracht.
"Ja, en de foto's kunnen bewegen, en de portretten leven," grijnsde Harry.
"Kijk, dit heb ik allemaal geleerd." Hij sloeg een boek open, en tot mijn grote verbazing begon het plaatje op de pagina te bewegen. Het was een plant, en als ik niet beter wist, zou ik zeggen dat hij zong.
"Dat is langdradig weekblad. Zingt slaapliedjes en wiegt je tot je bewusteloos bent. Echt vet." Ik streelde over het boek, alsof ik de plant zou kunnen aanraken.
"Wauw," fluisterde ik.
"Ik wil zo graag mee naar Zweinstein, Harry!"
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.