Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Need » 17
Need
17
"Psst, Mona!" Ik keek slaperig op, in de richting van de stem. Ginny staat naast mijn bed.
"Fred wil met je praten," zei ze zacht. Fred? Wat hij die nu weer te kort? Ik rekte me uit, drapeerde mijn deken helemaal om me heen en liep geeuwend naar de leerlingenkamer, nadat Ginny me had uitgelegd dat Fred écht niet op onze slaapzaal kon komen.
"Wat wil je," mopperde ik terwijl ik zonder op te kijken op een bank plofte. Ik trok mijn benen op en sloot mijn ogen, toen Fred naast me kwam zitten.
"Niet boos zijn op Harry," zei hij zacht. Ik mompelde wat terug, reageerde verder niet.
"Hij voelt zich verantwoordelijk voor je."
"Dus doet hij maar bazig en onuitstaanbaar," zei ik luchtig, alsof het een perfect logische redenering was.
"Mona, je bent onredelijk. Hij heeft wel gelijk, je weet niets van Zweinstein en de toverwereld, en geloof me alsjeblieft als ik je zeg dat niet alles mooi en onschuldig is." Ik opende mijn ogen, keek recht in de zijne.
"Hoe bedoel je?" Zijn twijfelende, waarschuwende toon had me erg onzeker gemaakt.
"Harry heeft vorig jaar problemen gehad. Jeweetwel probeerde hem weer te vermoorden."
"Ik dacht dat hij verdwenen was? Meer dood dan levend?" Fred keek in de smeulende assen van de haard.
"Hij heeft nog steeds volgelingen. Eén van hen werd leraar hier, en bracht he zo binnen. Harry was bijna dood, weet je. Ron en Hermelien ook." Ik staarde naar zijn gezicht, hopend dat ik iets van een giga grap kon vinden, maar voor deze ene keer was hij bloedserieus.
"In welke kamer slaapt hij?" vroeg ik zacht.
"Einde van de gang." Ik stond recht, dropte mijn deken ergens onderweg en rende geruisloos de trap op. Ik voelde hoe Fred me nakeek, en ik was ontzettend blij dat hij me had laten wakker maken.
Inderdaad, op de eikenhouten deur stond Harry's naam. Ik twijfelde even, maar opende toen toch de kamerdeur. In het eerste bed lag Ron, ik had zijn rode haar en manier van snurken meteen herkend. In het bed tegenover het zijne lag Harry. Ik sloot de deur en liep op mijn tenen naar mijn grote broer. Hij sliep erg onrustig, en lag te woelen in zijn dekens.
"Harry," zei ik haast geluidloos. Hij hoorde me niet, droomde woelig verder. Ik herhaalde zijn naam, iets harder deze keer, terwijl ik aan zijn arm schudde. Hij schrok wakker, staarde verwoed in het rond.
"Rustig, ik ben het," fluisterde ik. Hij nam zijn bril van zijn nachtkastje en keek me vragend aan.
"Het spijt me, ik wist niet wat er vorig jaar is gebeurt," zei ik zacht, "mag ik bij je komen liggen?" Hij zei niets, maar schoof op en sloeg het beddengoed opzij.
"Fred vertelde me dat je hebt gevochten met Jeweetwel," fluisterde ik. Harry knikte.
"Is het hier dan niet veilig?" vroeg ik, toch wel een beetje bang.
"Natuurlijk wel. Ik ben alleen bang dat er wat met je gebeurt. Dat je verkeerde mensen leert kennen of zo." Ik greep zijn arm vast en nestelde me tegen hem aan.
"Zolang jij er bent kan er niets gebeuren, toch?"
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.