Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Need » 22
Need
22
"Harry, daar is ze! Ginny!" Ik liep naar het levenloze, roodharige meisje dat op de grond lag.
"Ze zal dood gaan." Ik keek op, voor me stond een prachtige jongen. Zijn ogen keken intelligent en gefascineerd naar Ginny, alsof ze een experiment was.
"Help haar dan!" riep Harry. Hij glimlachte.
"We kunnen niets meer voor haar doen, Harry Potter. Jullie nemen beter afscheid."
"Wie ben jij?" huilde ik, "waarom help je haar niet?"
"De energie die zij verliest, vloeit over in mij. Als zij verzwakt, wordt ik net sterker. Het zou erg dom van me zijn om haar te helpen." Hij draaide Harry's toverstok tussen zijn vingers, en toen viel mijn oog op het zwarte boekje dat aan zijn voeten lag.
"Jij! Jij bent Marten!" riep ik woedend, "wat heb je met haar gedaan?!"
"Rustig, Mona. Ik denk dat je heel goed weet hoe ze zich voelde." Ik keek hem aan, niet in staat mijn blik los te scheuren.
"Wat bedoel je?" vroeg ik onzeker.
"Ze voelde zich alleen. Het was niet makkelijk voor haar om het enige meisje te zijn in een gezin met allemaal broers. Jij had het vast ook niet makkelijk, in het dreuzelgezin."
"Dat viel wel mee," zei ik zacht.
"En hier? hoe voel je je hier?" Ik keek hem aan. Wat wist hij?
"Ginny heeft me verteld dat je niet graag in de schaduw van je broer leeft. Iedereen vindt hem geweldig, hij is de jongste zoeker in honderd jaar, De Jongen Die Bleef Leven. Wist je dat je ouders maar één kind wilden?" Ik staarde hem aan.
"Wat?"
"Niet naar hem luisteren, Mona!" riep Harry. Marten keek naar Harry, siste iets onverstaanbaars. Harry werd bleek en rende weg. De mond van het grote stenen beeld achter Marten opende, en een gigantisch zwart beest rolde eruit. Ik sloot mijn ogen, verborg mijn gezicht in mijn handen van angst. Wat het ook was, het kwam vast niet op de thee!
Marten siste verder, en de slang gleed weg, achter Harry aan. ik stond recht, wilde achter hem aan gaan, maar Martens kille stem hield me tegen.
"Nee, ze wilden je niet. Je was een ongelukje, ze hadden je niet gepland. En dan was je ook nog zo ziek. Ze hadden alleen maar last met je. Daarom brachten ze je naar St.-Holisto, en daarom heb je Heer Voldemort overleeft. Door stom geluk." Tranen liepen over mijn wangen.
Was het waar? Was het echt waar? Wilden ze me niet?
"En waarom denk je dat Harry niet naar huis kwam tijdens de kerstvakantie? Je bent een last voor hem, een vervelend zusje waar hij altijd voor zal moeten zorgen, omdat je zelf te zwak bent!" Ik ademde zwaar, voelde mijn hoofd bonzen. Zijn woorden sneden door mijn ziel, alles deed pijn.
"Slaap zacht, Mona Potter." Hij zwaaide met de toverstaf. Alles werd zwart.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.