Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Humanoid » Proloog - Instant Karma
Humanoid
Proloog - Instant Karma
Het was elf uur ’s avonds. De straten waren leeg, en alle lichten waren uit. Het was voor de veiligheid dat de mensen na tien uur niet meer op straat rondliepen. Er was gevaar in dit dorpje. Een gevaar dat niemand kende, en dat al doorging sinds enkele maanden.
Een man liep door de straat. Hij had een zwarte cape rond zich, en maakte geen enkel geluid. Hij was nog nooit in dit dorp geweest, anders had hij nooit in de straten rondgezwerfd.
De man stapte naar een gebouw, en klopte aan de deur. Er werd niet gereageerd, maar de man wachtte. Hij keek een keer in het rond, en zijn donkerbruine ogen zonden een serieuze blik uit.
‘Wie is daar?’ werd er opeens achter de deur gevraagd. De man draaide zich terug om, en antwoordde. Het werd geaccepteerd. De deur ging open.
‘Welkom, meneer,’ zei de man achter de deur. Zijn naam was Gregor. Hij was lang en mager, en had ros vettig haar. Hij boog neer toen de andere man voorbij kwam. De man negeerde hem, en stapte gewoon verder.
De gangen waren zachtjes verlicht, en de ramen verduisterd. Niemand buiten kon weten dat er nog iemand wakker was.
Toen de man weer aan een deur stond, twijfelde hij voor hij weer klopte. Deze keer wachtte hij niet op een antwoord, maar stapte hij gewoon naar binnen.
‘Kristopf!’ riep een andere man. Hij deed voor alsof hij dolenthousiast was om hem te zien, maar het was duidelijk geatceerd. Hij stond niet eens op om de man de hand te schudden.
‘Fijn je terug te zien, Olivier,’ zei Kristopf, eveneens onenthousiast. Hij stapte gewoon naar binnen, en ging in de stoel tegenover de andere man, Olivier, zitten. ‘Ik ben blij dat je me wilt spreken. Ik moet iets interessant duidelijk maken.’
Olivier antwoordde niet, maar knikte enkel. Hij leunde voorover, en luisterde aandachtig. Dat vatte Kristopf als een goed teken.
‘Sinds enkele maanden geleden is mijn signaal afgegaan, en luisteren alle robots naar míjn bevelen,’ verklaarde Kristopf. En het was daar dat Olivier weer begon te spreken.
‘En het is sinds dan dat alle robots mijn dorp terroriseren?’ vroeg hij, met een arrogante toon in zijn stem. Kristopf beet even op zijn lip, en zuchtte.
‘Ja, dat spijt me. Ik kan ze niet elk moment onder controle houden,’ verklaarde hij. ‘Maar ik ga u een interessant voorstel doen.’
Olivier tilde zijn hoofd op, en fronste zijn wenkbrauwen. ‘Een voorstel?’ vroeg hij. Kristopf knikte.
‘Herinner je je Bill Kaulitz?’
Olivier grijnsde boos.
‘Natuurlijk. Die mutant heeft me mijn leven afgenomen!’ zei hij. Hij bleef echter kalm, en balde enkel zijn vuisten.
‘Nou, mijn doelwit blijkt met hem samen te werken,’ ging Kristopf verder. Hij stond op, en legde een doosje op tafel. Meteen daarna viel het licht uit, en kwam er een hologram uit het ding. Vlak tussen hen stond er een vrouw met redelijk lang zwart haar. Haar gezicht was mooi, dat moest Kristopf bekennen. Ze zag er erg onschuldig uit.
‘Wie is dit?’ vroeg Olivier.
‘Venus Aora, meesterhacker, is recht door mijn beveiliging geraakt zonder enige moeite,’ verklaarde Kristopf. Hij drukte op een knop, en het beeld veranderde. Nu stond er een man, met zwarte vlechten. Hij had een groot lidteken op zijn gezicht.
‘Dit is haar ex-man, Tom Kaulitz. Hij en Ven hebben een zoontje genaamd Willem. Dit zijn al twee zwakke schakels.’
‘Waarom zou dit me interesseren?’ vroeg Olivier grimmig. Kristopf zuchtte, en drukte op de volgende knop.
‘Deze twee zwakke schakels zijn eveneens familie van Bill Kaulitz. De man, Tom, is zijn tweelingbroer. De jongen is dus zijn neefje.’
Olivier raakte geïnteresseerd, en leunde weer voorover.
‘En het wordt nog beter,’ ging Kristopf verder. Hij drukte weer op de knop, en nu verscheen er een beeld dat Olivier niet verwachtte.
‘Dus wat?’ vroeg hij, ‘zijn hij en die vrouw nu getrouwd?’ Hij keek naar de hologram van die Ven in de armen van Kaulitz. Ze hadden een kindje tussen hun in. Het was een meisje, met zwarte haren.
‘Verloofd, sinds enkele maanden geleden. Ze hebben samen een dochtertje genaamd Billie. Ze is naar hem vernoemd.’
Olivier knikte, en er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
‘We kunnen samen werken om ze allebei te pakken te krijgen?’ stelde Kristopf voor. Olivier stond op. Hij stak zijn hand naar Kristopf uit, en wachtte tot hij hem beantwoordde. Kristopf grijnsde, en schudde de hand.
‘We pakken ze,’ zeiden ze allebei.
Reacties:
Noooo! Ey, nee! Ven & Bill & Tom & Willie & Tommie & Billie [al die namen, ghaha x'D] verdienen het om gelukkig te zijn! Dikke haat aan Kristopf! *puh*
Kom maar op met de rest van Room 483! <3
In het begin had ik echt het gevoel dat het een Dooddoener was! XD
MAAR OMG! Ik vind het onfijn. Maar het hoort bij het verhaal, en ik ben benieuwd.
Eigenlijk vooral naar Georg! WANT HIJ LEEFT!
Snel verder dus! <3