Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Lost and damned (Severus Sneep) » Hoofdstuk 3: De dromen part 2
Lost and damned (Severus Sneep)
Hoofdstuk 3: De dromen part 2
Hoofdstuk 3: De dromen part 2
Keer op keer hoorde Christina iemand haar naam roepen, ze wist zeker dat het haar moeder was die riep. Weer schrok Christina wakker, ze draaiden zich om en viel weer inslaap in de hoop dat de droom nu weg was. Maar helaas dat was niet zo.
[i]Het was kerstavond. Christina was met haar moeder op Zweinstein. Ze was pas vijf jaar oud en had er erg veel zin in. Ze zou ook weer haar grootvader zien en professor Anderling die ze een beetje als oma zag. Ze glimlachte naar haar moeder. Opeens hoorde ze een hoop gerommel en gedaan. Christina keek verbaast, alle leerlingen waren naar huis gegaan, er waren alleen nog leraren. Ze keek haar moeder aan die meteen op haar hoede leek. “Christina verstop je hier.”ťzei ze streng en ze duwde haar dochter voorzichtig achter een groot fluwelen gordijn. Christina voelde haar hart van angst tekeer gaan. Ze wist door de manier waarop haar moeder praten dat dit niet veel goeds was. Ze keek vannacht het gordijn hoe haar moeder voorzichtig met getrokken toverstok liep. Christina durfde bijna niet te kijken toen ze een gedaante zag, maar ze kon ook niet wegkijken. Haar handen waren nat van het zweet van angst. Ze zag een man met een zilver kleurig masker en een zwart gewaad.
“Eindelijk zien we elkaar terug Elisabeth Perkamentus.”ťZei de dooddoener. “Nu is de tijd gekomen om te sterven!”ť Christina’s adem stokte van angst in haar kil. Ze wist wat die gedaante was.
“Dat zullen we nog wel eens zien.
“Hoorde Christina haar moeder zeggen. Ze zag hoe haar moeder en de dooddoener hun stokken ophieven en non-verbaal een spreuk afvuurde. De dooddoener werd lichtjes geraakt. Bij haar moeder kwam er een dikke snee in haar borstkast. Weer opnieuw volgde er een spreuk, nu had de dooddoener een iets grotere verwonding. Maar die was niets vergeleken de verwonding van Christina’s moeder. Ze was geraakt op haar keel. De dooddoener lachte.
“Zie je wel, ik win.”ťDe dooddoener wist dat Elisabeth dit niet kon overleven. Christina zag de dooddoener snel weg vluchten. Haar grootvader Albus Perkamentus kwam aanrennen. Hij bukte neer bij zijn dochter Elisabeth. Hij was nu niet instaat de dooddoener achterna te gaan. Christina kwam achter het gordijn vandaan en zakte huilend op haar knieën naast haar moeder. “Mama, ga niet dood.”ťSnikte Christina. Elisabeth tilde met moeite haar hand op, ze ademde heel moeilijk, en verloor veel bloed. Door de spreuk waarmee de wond was veroorzaakt kon het niet meer geheeld worden. Wat Perkamentus ook deed, de magie was te duister. Christina had de hand van haar moeder vast, en Elisabeth de haren.
“C-c-chris, wees vo-vorzichtig, ze zullen je je z-z-oeken. Je ben-t-t e-een ge-gevaar voor hun. Va-vader zorg dat ze ze veilig is.”ť Stotterde Elisabeth. Net toen Christina wilde vragen wat ze bedoelde was het al te laat, langzaam draaiden haar moeders ogen naar boven, het licht doof en haar hand bleef slap in die van Christina hangen.[i]
Gillend werd Christina wakker, weer opnieuw had ze gedroomd over haar moeder die stierf, weer opnieuw de raadselachtige woorden. Niemand wou haar ooit vertellen wat haar moeder had bedoelt. Zelfs haar grootvader niet. Christina vroeg zich af of hij het überhaupt wel wist. De tranen stroomde over haar wangen. Severus die naast haar had liggen slapen was wakker geworden van het gegil en meteen opgesprongen naar Christina toe. “Wat was er?”ťVroeg hij geschrokken. Alleen hij was nog op de ziekenzaal. Melian en Remus waren weg gegaan. Severus had geen idee waarheen, en ergens wilde hij het ook niet weten! “Ik had gewoon een nachtmerrie.”ťZei ze met een trillerige stem. Severus aaiden over haar rug en op de een of andere manier kalmeerde dit Christina. “Waarover?”ťvroeg Severus voorzichtig aan haar.
“De dood van mijn moeder…”ťzei ze nog altijd trillerig.
Severus keek verbaast, hij dacht altijd dat Walburga Zwarts haar moeder was, maar die leefde toch nog? En ze had toch een hekel aan haar?
“Waarneer is Walburga overleden?”ťVroeg hij.
Christina schudde haar hoofd. “Zij leeft nog, zij is niet mijn moeder. Maar Elisabeth Perkamentus, de dochter van professor Perkamentus is mijn moeder.”ťzei ze toen.
Severus schudde zijn hoofd, hij had het kunnen weten. Walburga was hellemaal geen familie van Perkamentus en Orion ook niet, dus had het nooit gekund dat Walburga haar moeder was.
“Ze is vermoord.”ťBesloot Christina toen maar uit te leggen. “Waar ik bij was…ik was vijf.”ťzei ze. Severus keek haar geschrokken aan dat had hij niet verwacht.
“Dat is niet fijn.”ťZei Severus toen, hij vond het maar stom klinken maar wist ook niet wat hij anders had moeten zeggen tegen haar.
Christina knikte en liet uitgeput haar hoofd tegen Severus zijn schouder aanzakken. Ze wist ook niets meer te zeggen.
Melian liep samen met Remus een beetje buiten rond. Niemand mocht Zweinstein momenteel in. Eerst moest er gekeken worden waardoor het vuur ontstaan was, en de schade herstelt worden. Verderop het terrein van Zweinstein was een mega grote tent opgeslagen waarin alle leraren en leerlingen konden slapen. Remus en Melian hadden allebei geen zin om al te slapen. Nog te wakker van alles wat er gebeurt was.
“Zullen we anders wat gaan drinken in zweinsveld?”ťVroeg Remus toen een beetje verlegen en ongemakkelijk. “Of heb je geen zin om daar hellemaal heen te lopen?”ťvoegde hij er snel aan toe. Melian keek even op.
“Nee, nee ik vind het niet erg om te lopen, laten we dat maar doen.”ť Zei ze snel.
“Hier zo doelloos rondlopen heeft ook niet echt zin vind ik.”ť
Remus glimlachte en knikte dat ze daarin gelijk had.
“Heb je het niet koud?”ťVroeg hij toen bezorgt. Aangezien Melian geen jas aan had door dat ze zo snel had moeten vluchten.
Melian aarzelde, ja ze had het koud, maar moest ze dat zeggen? Voor Melian ook maar iets kon zeggen had Remus al zijn jas uit gedaan en om haar schouders geslagen.
“Hier doe deze maar aan, dat is een stuk warmer. Ik kan de kou wel hebben.”ťglimlachte hij.
Hij kon de kou beter weerstaan omdat hij een weerwolf was, maar dat zou hij haar niet zeggen. Iedereen voordeelde hem er altijd op. Behalve zijn eigen vrienden en Christina. Helaas waren of al zijn vrienden veder dood, of zo als Sirius in Azkaban.
Remus kon nog steeds niet geloven dat Sirius het had gedaan.
“Dank je.”ťzei Melian verlegen tegen Remus. Remus glimlachte.
“Geen Dank Melian.”ťZei hij op zijn beurt.
Remus bood haar een arm aan, en Melian haakte de haren erdoor heen. Toen Remus haar even aankeek ging er een raar gevoel door zijn maag. Het viel hem op dat ze erg mooie bruine ogen had. Het leek een beetje op de ogen van haar broer, maar dan vriendelijk en niet kil. Melian straalde een soort van warmte uit, waarbij hij zich aan de ene kant ongemakkelijk bij voelde maar aan de andere kant ook erg prettig. Vrolijk samen pratend vertrokken ze naar Zweinsveld.
Reacties:
Heel mooi en goed! Ben benieuwd naar het vervolg!
x
p.s Cyn wat ben je weer droog bezig XD
@lausel : weet iik goed heah ^^