Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Faced with the Truth » Chapter 1.2 ~The day where it all started
Faced with the Truth
Chapter 1.2 ~The day where it all started
Chapter 1.2~The day where it all started
Het was al laat in de avond. De maan stond hoog aan de hemel en het maanlicht scheen door het raam bij Melian. Melian stond in haar kleine kamer, waarin alleen een bed stond en een hele kleine versleten kleding kast, die te klein was voor al haar kleding. Op het bed, dat echt een afdankertje was, lag Melians koffer. Haar koffer was tot de helft gevuld. Melian ging naast haar koffer zitten. Morgen was het zover. Dan ging ze eindelijk weer naar Zweinstein, en dan zag ze haar vrienden weer. Lily, James, Sirius en natuurlijk Remus.. Remus.. Vanaf vorig jaar voelde ze eigenlijk iets voor hem. Hij was zo anders dan alle andere jongens, en hij was zo slim.. En deed zich niet stoerder voor dan hij was, niet zoals Sirius en James.. Nee Remus was anders, Remus was gewoon haar droomjongen.
Plotseling schrok Melian op uit haar gedachten. In de deuropening stond haar drie jaar oudere broer, Severus. Melian glimlachte kort. Toen zag ze dat er een stroompje bloed langs Severus oog liep en haar glimlach verdween als sneeuw voor de zon. Geschrokken stond ze op en liep ze naar haar bureau, waar ze een papieren zakdoekje vandaan haalde. Melian kon wel raadde wat er gebeurd was. Hun vader was waarschijnlijk weer eens door het lint gegaan. Zachtjes veegde Melian het bloed weg, wat langs Severus ook liep. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Melian zachtjes. Ze trok Severus zachtjes uit de deuropening vandaan en liet hem op haar bed zitten. Severus pakte het zakdoekje over van Melian en het zakdoekje was nu meer rood van het bloed dan wit. Melian ging naast haar broer zitten en keek hem aan. ‘Ik was aan het eten beneden en liet mijn vork vallen, vervolgens wou ik mijn vork oppakken, maar daarbij stootte ik de tafelpoot aan waardoor er een glas water omviel en dat viel allemaal over die dreuzelkrant heen.’ Vertelde Severus sip. Melian zuchtte, ze wist hoe kwaad hun vader kon zijn als je iets met zijn krant deed, ook al had hij die al gelezen, maar eigenlijk kon hun vader overal kwaad om worden wat je ook deed. Morgen zouden ze een hele tijd verlost zijn van die ellende en daar was Melian erg blij mee. Haar blik viel op haar koffer, die nog maar voor de helft gevuld was. ‘En, heb je jou spullen allemaal al gepakt?’ vroeg Melian toen met een glimlachje. Severus knikte kort en stond op. Hij mompelde nog iets wat leek op “Bedankt Mel”ť en liep toen de deur uit.
Melian stond ook op en keek naar haar kast. Beneden hoorde ze twee mensen schreeuwen en voor Melian was het heel gewoon. Ze hoorde zowat iedere avond haar ouders ruzie maken en meestal ging dat over de stomste dingen. Melian hoorde niet goed waar het over ging, maar ze wou haar aandacht er ook totaal niet aan besteden. Melian pakte wat shirtjes uit haar kast, die uit allerlei kleuren bestonden en legde die vervolgens netjes opgevouwen in haar koffer.
Na een tijdje had Melian al haar spullen gepakt en toen ze eindelijk haar koffer dicht had gekregen, was het al tien over elf. Melian besloot maar naar bed te gaan. Ze liep naar het krappe badkamertje en poetste daar haar tanden, nadat ze dat gedaan had liep ze weer terug naar haar eigen kamer. Ze zag al dat Severus lag te slapen, want de deur was dicht en onder de deur kwam geen licht meer vandaan. Melian deed ook haar deur dicht en doofde alle lichten. Al snel sliep ze.
Melian werd al vroeg wakker door een hoop lawaai. Alweer hadden haar ouders ruzie en Melian wist dat deze dag dan wel weer erg gezellig kon worden. Eerst stond ze met tegenzin op, maar toen ze besefte dat ze vandaag naar Zweinstein ging en helemaal niets meer met haar ouders te maken zou hebben, veranderde haar bui al snel. Melian trok leuke kleding aan, want vandaag zou ze Remus weer zien en daar had ze echt heel erg lang naar uit gekeken. Melian was na een half uur klaar met alles. Haar haren zaten goed en haar make-up zag er ook goed uit. Melian droeg nooit veel make-up, want dat vond ze lelijk en ze hield meer van naturel. Ook had ze ergens gehoord dat Remus dat veel mooier vond. Met een brede glimlach op haar gezicht liep ze naar beneden.
Ze had haar koffer meteen maar van boven meegenomen, zodat ze straks niet nog eens die steile trap af moest. Melian had nog één keer haar kamer goed bekeken, want voorlopig zou ze hier niet meer komen. Melian zette haar koffer in het smalle gangentje beneden en liep naar de woonkamer, die tevens als eetkamer diende. Melian ging aan tafel zitten. Severus zat er al en hun ouders ook. Tobias zat weer zoals altijd de krant te lezen en Ellen was bezig met haar eigen dingen, zoals haar brood smeren. Melian glimlachte nog steeds. ‘Wat glimlach je.’ Merkte Tobias kwaad op. Melians glimlach verdween meteen en ze keek haar vader niet aan. ‘Laat ik het niet merken dat je het leuk vind om terug te keren naar die rotschool!’ vervolgde Tobias. Melian keek naar haar bord en pakte een broodje.
Ze was dan wel bang voor haar vader, maar ze vond het echt niet kunnen dat hij haar en Severus sloeg. ‘Waarom sloeg je gister Severus?’ vroeg Melian. Waar ze al die moed zo snel vandaan had weten te halen, wist ze zelf ook niet. Melian keek haar vader fel aan en ze zag dat haar vader kwaad werd, de blik in zijn ogen veranderde en Melian kon maar beter maken dat ze weg kwam. Snel stond ze op en vluchtte de kamer uit. Melian liep naar de keuken, waar ze misschien via de achterdeur naar buiten kon. Ze hoorde het servies rinkelen wat haar moeder van haar ouders had geërfd. Melian wou de deur open doen, maar die zat op slot en al snel stond haar vader achter haar. Nu was Melian echt bang. Al snel sloeg haar vader haar hard tegen haar gezicht en Melian moest zich eventjes aan het aanrecht vasthouden, om niet om te vallen. Melian wou haar vader nu ook een klap geven en haalde flink uit. Nu had ze ervoor gezorgd dat haar vader een paar flinke krassen op zijn gezicht had. Lang leven lange nagels, dacht Melian snel. Tobias blokkeerde het keukenpad en nu kon Melian geen kant meer op. ‘Vuile trut!’ riep haar vader kwaad en hij trok nu kei hard aan haar haren. Melian gilde. Was er dan niemand die haar nu kon helpen? Melian had het nog niet gedacht of Severus stond achter Tobias. ‘We moeten gaan.’ Zei Severus droog. Tobias ging aan de kant en keek Melian aan alsof hij wenste dat ze ieder moment dood zou vallen. Melian liep angstig langs hem heen en wou snel weglopen, maar Tobias gaf Melian nog een duw, waardoor ze voorover viel en een flinke schram op haar arm kreeg. Toen liep Tobias zo langs haar heen en keek haar niet meer aan. Melian stond op en streek haar haren naar achter, zodat het weer een beetje in model zat. Melian zuchtte. Nu zag ze er echt niet uit en zou Remus haar uitlachen. Melian pakte haar jas van de kapstok en pakte haar hutkoffer, snel liep ze naar buiten en hoopte ergens dat ze nooit meer naar dit verschrikkelijke huis hoefde terug te keren.
Haar moeder zou Melian en Severus wegbrengen naar perron 9 ¾ . Ze zouden met de dreuzel auto gaan. Melian stond ver bij haar moeder vandaan, voordat zij haar ook nog eens een ram zou geven. Melian legde haar koffer in de achterbak toen dat -op een niet zo aardige manier- aan haar gevraagd werd. Daarna stapte Melian in en keek naar buiten, terwijl de auto reed. Ze was super zenuwachtig en kon echt niet wachten tot dat ze weer op Zweinstein waren. Melian vond het natuurlijk ook weer leuk om haar vrienden te zien en alle vakantieverhalen te delen, al moest zij er meestal een verzinnen, aangezien Melian echt niet wou dat iemand erachter kwam dat haar vader haar sloeg en ook Severus sloeg.
Na ruim een uurtje rijden waren ze aangekomen bij King’s Cross. Het was druk in de stad, ondanks dat het hard regende. Snel pakte Melian haar koffer uit de achterbak en deed een capuchon over haar hoofd heen, zodat ze nog een beetje droog zou blijven. Melian keek naar haar moeder, die haar niet meer aankeek. Het was nu tijd om afscheid te nemen, want Melians moeder liep nooit mee het station in. Melian keek hoe Severus een afscheidsknuffel van haar moeder kreeg en Melian koud liet. Het deed Melian toch pijn dat ze niet gewaardeerd werd door haar moeder. Melian draaide zich om en liep toen het station binnen.
Severus kwam al snel achter haar aan en sloeg eventjes kort een arm om haar heen. ‘Maak je niet druk om Mam, joh.’ Zei hij tegen haar. Melian glimlachte kort, maar echt vrolijk was ze niet meer. Haar dag was officieel verpest door haar ouders, dat erg vaak gebeurde. Melian sleepte haar koffer achter haar aan en keek niet meer achterom.
Al snel kwamen Melian en Severus bij perron negen en tien. Precies daar tussenin lag perron 9 ¾ . Severus ging als eerste door de muur heen en niet veel later Melian ook. Het was enorm druk op het perron en er stonden heel wat ouders die hun kinderen kwamen uitzwaaien. Severus bleef eventjes stil staan. ‘Ik ga een coupé zoeken, zie je straks wel.’ Zei Severus en hij verdween in de drukte.
Melian stond nu alleen op het perron en keek om haar heen. Ze keek op de klok 10:46 uur. Melian zuchtte. Zouden er al wat vrienden van haar zijn? Melian wou net gaan lopen om te kijken of er al iemand was, toen ze opeens iemand haar naam hoorde roepen. Het was Lily Evans, één van Melians beste vriendinnen. Lily kwam naar Melian toe en gaf haar een stevige knuffel. ‘Hoe was je vakantie?’ vroeg Lily meteen en ze bekeek Melian goed. ‘Goe…’ ‘Jeetje wat is er met jou gebeurd?’ zei Lily en onderbrak Melian daarbij. Ze keek naar Lily. ‘Oh, ben van de trap gevallen.’ Verzon Melian ter plekke. Ze glimlachte kort. Lily glimlachte terug. ‘Slimmerd, echt weer iets voor jou!’ zei Lily en ze sloeg een arm om Melians schouder heen. ‘Kom, we hebben al een coupé. Sirius, Peter en Remus zijn er al.’ Vertelde Lily. Melian voelde de vlinders in haar buik tekeer gaan. ‘En, heb jij een leuke vakantie gehad?’ vroeg Melian aan Lily terwijl ze de door de mensenmassa heen liepen en een wagon in. ‘Ja mijn vakantie was heel erg leuk!’ vertelde Lily. ‘Ik heb een nieuwe mantel gehad en we zijn op vakantie geweest naar Frankrijk. Het was daar echt super warm en de stranden zijn daar zó geweldig.’ Vertelde Lily enthousiast. Melian was blij voor Lily dat zij wel een leuke vakantie hadden gehad. ‘Zo, we zitten hier.’ Zei Lily en ze stapte een coupé in.
Melian kreeg Remus meteen in haar vizier. ‘Hoi allemaal.’ Zei Melian en ze kreeg een beetje een kleur op haar wangen. Sirius stond meteen op. ‘Geef je koffer maar, dan leg ik die wel in het rek.’ zei Sirius en Melian gaf haar koffer aan hem. ‘Dank je, Sirius.’ Melian ging zitten en keek eventjes de coupé rond. ‘Hoi Melian.’ Zei Remus toen en glimlachte naar haar. Melian glimlachte verlegen terug. ‘Hoi.’ Zei ze. Melian schoof door naar het raam en leunde ertegenaan. Haar handen lagen gevouwen op haar schoot. ‘Iedereen een leuke vakantie gehad?’ vroeg Sirius met een grote glimlach. Melian knikte, maar zei veder niets. Dit keer vertelde Peter hoe zijn vakantie was. Nadat hij zijn verhaal had gedaan, brak er een stilte aan. Melian moest denken aan haar ouders en voelde zich best rot omdat ze helemaal niets om haar gaven. ‘Jeetje, waar blijft James nou!’ zei Sirius en daarbij onderbrak hij de stilte. ‘Ik heb geen idee.’ Zei Remus. Remus had het nog niet gezegd of er kwam een hijgende James de coupé binnenstapte. ‘Ik kon jullie niet vinden en ik we waren nogal laat, omdat ik mij verslapen had!’ legde James hijgend uit en hij legde zijn koffer ook in het rek, net zoals de andere hadden gedaan. Met een plof ging hij zitten. ‘Zo, wat zit iedereen er doods bij?’ zei James met een grote glimlach.
Melian hoorde de trein fluiten en dat betekende dus dat ze zouden vertrekken. James, Lily en Peter zwaaide nog naar hun ouders en de rest zat een beetje met elkaar te praten. Het was heel gezellig in de coupé geworden en niemand was meer echt stil. Sirius had grappige verhalen verteld over wat hem dit keer weer was overkomen met zijn familie en James had verteld hoe hij deze vakantie weer roekeloos achter meisjes aanzat. Het maakte Melian vrolijk en daardoor vergat ze de dingen die haar dwars zaten. Melian keek naar Remus en hij glimlachte kort naar Melian, wat haar verlegen maakte. ‘Beetje zin in het nieuwe schooljaar?’ vroeg Remus toen aan Melian, terwijl de rest doorkletste over van alles en nog wat. ‘Ja best wel eigenlijk.’ Zei Melian. Ze vond het altijd leuk om nieuwe dingen over magie te leren, al was ze al dat leerwerk soms wel zat. Plotseling kwam er een meisje de coupé binnen die Melian niet kende. Ze plofte zomaar naast Remus neer en keek hem met een grote glimlach aan. ‘Hoi Remus!’ zei het meisje wat Melian iets te enthousiast vond. Ze snoof even, en wat ze nog erger vond was dat Remus ook nog iets terug zei. ‘Hey Haylie’. Een opgewekte stem klonk vanuit Remus. Ze zuchtte even, ze moest niet te snel conclusies trekken.’Fijne vakantie gehad Reem?’’ Ze keek flirterig. Melian ging bijna over haar nek, ze keek naar Sirius die wat jaloers zat te kijken, omdat de meisjes meestal naar hém toekwamen niet naar Remus. Toen keek Melian naar James die probeerde te flirten met Lily, maar die met afkeer het beantwoordde. Ze wist dat Lily James leuk vond, maar haar niet te makkelijk prijs gaf. Ze moest even glimlachen toen ze er aan terug dacht, maar toen ze Haylie hoorde giechelen, verdween haar glimlach weer als sneeuw voor de zon. Melian keek uit het raam, waar bomen voorbij raasden, ze zuchtte en wierp even een blik op Remus die nog steeds met Haylie in gesprek was. Ze legde het er wel erg dik op, ze lag bijna bij hem op schoot!
‘Wat zit je te kijken’? Melian keek op en recht in de blauwe waterige ogen van Peter. ‘Niks’ snauwde Melian hem af. Peter keek even vaag maar keek toen weer snel weg. Van hem had ze de eerste paar uur dus ook geen last meer. Ze keek naar Sirius die verveeld aan zijn mouw zat te friemelen. ‘En ook verveeld’? Vroeg ze met een grijns. Sirius schrok op en keek haar aan.’Ja’ Grijnsde hij even. ‘Zo terug’ Sirius stond op en glipte de coupé uit, voordat Melian nog iets kon zeggen. Fijn was ze nu helemaal alleen. Nou ja Lily en James waren bezig, en Remus en die trien. Enigste die nog over was, was Peter wie ze net had toegesnauwd. Ze ging achteruit liggen en keek naar het plafond, roestige plekken merkte ze op. De treinreis leek voor haar nu wel eeuwen te duren, zeker nu Sirius er ook nog eens vandoor was. Melian keek weer naar Remus en Haylie. Ze vroeg zich af of dat mens ooit haar mond kon houden. Haylie had een hele hogen stem en zag er veel te vrolijk uit. Ze was blond en droeg alleen maar roze dingentjes. Iets waar Melian totaal niet van hield. Alweer richtte ze haar blik op buiten om Remus en Haylie eventjes te vergeten, al was het moeilijk want hun stemmen kwamen boven al het geroezemoes in de coupé uit. Melian hoorde ieder woord wat Haylie en Remus uitwisselde. Het leek erop dat zij beiden een leuke vakantie hadden gehad en Melian voelde een steek van jaloezie. Waarom had zijn nou zo’n rot vakantie achter de rug? Gelukkig ging de coupédeur alweer open en Sirius stapte weer binnen. Zo te zien had hij zich omgekleed in zijn Zweinstein uniform. Melian glimlachtte naar hem. ‘Je ziet er weer goed uit hoor, Sirius.’ Zei Melian en ze hoopte dat ze op deze manier Remus ergens jaloers te maken, maar het leek er nou niet echt op dat Remus had gehoord wat Melian zei. Ze zuchtte en voelde dat de trein minder vaart begon te maken. Eindelijk, dacht Melian. Ze had het ook geen seconden langer uitgehouden in deze coupé. Al snel stonden Melian op en Remus op. Nu stonden ze pal tegenover elkaar. Melians hart ging als een gek tekeer, maar ze wist niets uit te brengen. Hun blik kruiste elkaar nog eventjes en Remus stapte vervolgens de coupé uit met zijn koffer en Haylie achter zich aan. ‘Stom mens.’ Mompelde Melian zachtjes. Sirius bleek dat blijkbaar opgevangen te hebben, want hij schoot in de lach. Hij pakte Melians hutkoffer uit de bagagerekken en haalde vervolgens zijn eigen koffer uit het bagagerek. ‘Dank je, Sirius.’ Zei Melian. Ze verliet de coupé en vervolgens liep Melian de wagon uit. Op het perron aangekomen wachtte ze eventjes op de rest. Sirius, James, Lily en Peter kwamen al snel de wagon uitlopen, maar waren te diep in gesprek dat ze langs Melian heen liepen. Met een geergerde zucht liep ze alleen richting de koetsen, waarmee ze naar Zweinstein zouden worden gebracht.
Melian was diep in gedachten. De irritante stem van Haylie kreeg ze maar niet uit haar hoofd en de reactie van Remus op de verhalen die Haylie allemaal wel niet aan hem vertelden. Plots zag Melian Severus lopen. Ze besloot samen met hem naar Zweinstein te gaan. 'Hoi Sev.' zei Melian op een zo vrolijk mogelijke manier. Severus keek op en had blijkbaar niet door dat zijn zusje naast hem was komen lopen. Een kleine glimlach verscheen rond zijn lippen, een blik die eigenlijk alleen Melian van hem kende. Melian pakte Severus arm vast en trok met haar andere arm de overvolle hutkoffer vooruit. 'Vond je de reis een beetje leuk?' vroeg Melian. Ze hoopte maar niet dat Severus aan haar merkte hoe chagrijnig ze eigenlijk wel niet was. Severus haalde zijn schouders op. 'Niets bijzonders.' antwoordde hij. Melian bekeek hem eventjes en vond hem er weer sip uitzien, zoals meestal als ze op Zweinstein waren.
Nu waren Severus en Melian aangekomen bij de koets, die zichzelf voorttrok zoals elk jaar. Melian sleepte met veel moeite haar hutkoffer de koets in en ging zitten. Haar lange zwarte dansde op de wind van de koele zomer. Melian streek een pluk haar voor haar ogen vandaan en ging zitten. Ze keek naar Severus die met gemak zijn hutkoffer de koets in kreeg en hoe hij vervolgens ook ging zitten. Ze keek om haar heen. Voor Melian voelde dit als een echt thuis. Ze zou hier voor altijd willen blijven, maar ze wist dat zoiets natuurlijk niet kon. Er kwamen nog wat andere tovenaars bij Melian en Severus in de koets zitten. Melian kende er een van. Jamie Marwick. Hij zat net zoals Melian in Griffoendor, alleen dan wel een jaar hoger en was er erg populair. Hij had een hekel aan Zwadderraars en Severus, wat Melian totaal niet accepteerde in het begin. Maar net zoals ze bij James en Sirius, liet ze het op een gegeven moment met rust. Melian vond Jamie een tijdje leuk en voelde dat dit een ongemakkelijke situatie werd, aangezien zij en Jamie afgelopen jaar een paar afspraakjes hadden. Pas toen Melian besefte dat ze toch niet op Jamie viel, maar om Remus had ze het contact tussen haar en Jamie verbroken.
Vluchtig keek ze Jamie eventjes aan en ze ving een vriendelijke glimlach van hem op. Melian glimlachte verlegen terug. De koets kwam in beweging en Melian merkte dat Severus het niet fijn vond met al die Griffoendors in de koets. Er heerste een ijzige stilte in de koets. Melian wist dat niemand iets durfde te zeggen, aangezien iedereen bang was een rot opmerking te krijgen. Alleen Jamie bleek er niet bang voor te zijn. 'Zo, leuke vakantie gehad Melian?' Melian schrok op toen ze haar naam hoorde. 'Uhm, ja best wel, jij ook?' vroeg Melian aardig terug. Ze keek eventjes vanuit haar ooghoeken naar Severus, die zich blijkbaar kapot ergerde aan het flirterige gedrag van Jamie. Melian had Severus ooit verteld dat ze met hem aan het daten was. 'Ja ik heb weer eens een super vakantie gehad!' zei hij. Jamie gaf Melian een overdreven knipoog. Bah, wat vond ze dat toch vreselijk! Snel keek Melian de andere kant op.
Nu viel het haar pas op dat de koets tot stilstand was gekomen en dat betekende dus dat Melian niet langer met Jamie opgescheept zat. Snel sprong Melian op zonder Jamie nog een blik waardig te keuren. Alleen bleef haar hutkoffer nu haken en met veel geweld schoot de koffer los. Melian viel achterover, maar krabbelde snel weer overeind. Eventjes keek ze om haar heen. Gelukkig was er niemand die het gezien had! Al snel kwam Severus de koets uitlopen. 'Kom laten we snel gaan.' zei Melian lichtelijk angstig tegen haar broer. Melian liep haastig naar Zweinstein toe. Toen ze naar binnenstapte verscheen er een breede glimlach op haar gezicht. Haar ogen straalde. Alles voelde zo vertrouwd aan. Melian en Severus namen afscheid bij de plek waar ze de bagage moesten achterlaten.
Melian liep in haar eentje de grote zaal binnen. Aan het plafond zweefde zoals altijd de kaarsen. Vier grote tafels stonden in de zaal en het zag ernaar uit dat iedereen in een vrolijke bui was. De docenten zaten ook op hun plek. Vluchtig keek Melian de docententafel langs of ze een nieuw gezicht zag. Dit jaar herkende Melian maar een nieuwe docent niet. Ze was benieuwd wie het was. Al snel had ze haar blik alweer op de afdelingstafel van Griffoendor gericht. Daar zaten haar vrienden. Met grote passen liep ze naar hen toe. Melian ging naast Lily zitten en zag dat Remus niet meer in gezelschap was van Haylie. 'Waar was je nou?' vroeg Sirius plots, die schuin tegenover Melian zat. 'Jullie waren zo druk bezig met elkaar. Ik ben met Severus hierheen gereisd.' vertelde Melian. Ze had de naam Severus beter niet kunnen noemen, want James tikte Sirius aan met een veel betekende blik. 'Ow okee.' zei Sirius. Melian keek naar Remus, hij zat recht tegenover haar. Ze wist niet goed wat Melian tegen Remus moest zeggen. Gelukkig verbrak Lily de stilte. 'Het nieuwe wachtwoord van Griffoendor is Huppelkip.' vertelde Lily en ze hield een lijstje in haar handen waar van alles en nog wat op stond. Melian schoot in de lach. Ze vond de wachtwoorden van Griffoendor altijd echt nergens op slaan. Er verscheen een glimlach op het gezicht van Remus. 'Moet ik je dit jaar weer helpen met Leer der Oude Runen?' vroeg Remus aardig. Melian keek recht in zijn mooie heldere grijze ogen. Een glimlach verscheen. 'Ja dat zou wel weer erg fijn zijn.' antwoordde Melian met een rode kleur op haar wangen. Ze vroeg zich af of Remus niet al lang wist dat Melian iets voor hem voelde. Melian keek naar Lily die haar met een veel betekende blik aankeek. Zachtjes gaf Melian haar een por, zodat ze haar mond zou houden.
Perkamentus stond op en het werd vrijwel direct stil in de grote zaal. Hij hief zijn handen op en het licht dempte. Melian gaf James een por, die naast haar zat. 'Hoe was je vakantie?' fluisterde ze zachtjes. 'Goed hoor! Sirius en ik hebben weer eens heel veel beleefd!' zei James en hij sloeg eventjes een arm om Melian heen. James voelde als een tweede broer voor Melian. 'En hoe was jouw vakantie?' vroeg hij toen zachtjes. 'Ook goed hoor, niet echt veel gedaan maar het was leuk.' loog Melian.
Nadat Perkamentus klaar was met zijn jaarlijkse toespraak werd er veel gegeten bij alle afdelingen. Toen de meeste mensen klaar waren werd er verzocht om naar de afdelingskamers te gaan. Melian wachtte eventjes totdat iedereen klaar was. Met z'n zessen vertrokken ze naar de afdelingskamer. Onderweg werd er veel gelachen en gepraat. Toen ze in de afdelingskamer aankwamen was het er heerlijk warm. De openhaard knetterde en het was er erg druk. Al snel zag Melian wat vriendinnen uit haar jaar. De hele nacht hadden ze nog bijgepraat met z'n allen en iedereen sliep pas heel laat.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.