Hoofdcategorieėn
Home » Avatar » het kan altijd nog gekker » Blij zijn zit er vandaag niet in
het kan altijd nog gekker
Blij zijn zit er vandaag niet in
Katara deed moeizaam haar ogen openen keek de kamer rond. Het was een belachelijk klein kamertje. Op dat moment herinnerde ze zich weer wat er gebeurd was. Ze gooide de dekens van zich af en kwam tot de rare ontdekking dat ze geen kleren meer aan had op haar bh en onderbroek na dan. ‘Nou maar hopen dat een vrouw me heeft uitgekleed’ dacht ze bij zichzelf. Deze ontdekking verklaarde wel waarom er een broek en T-shirt over de stoel hingen. De kledingstukken waren zo te zien niet gewassen. Toch trok Katara de kleding dankbaar aan. Bij de schouders was het weliswaar te breed en de broekspijpen en mouwen waren te lang. Maar ze was al lang blij dat ze niet half naakt hoefde rond te lopen. ‘Goed nu zo snel mogelijk weg hier.’ Ze deed de deur open maar verder dan de klink omlaag doen kwam ze niet want zoals ze al verwacht had zat de deur op slot. Ze dacht even na en haalde toen haar schouders op. Wat had ze te verliezen? Ze begon op de deur te bonken en te schreeuwen. Zodra ze voelde dat de deurklink een stukje omlaag ging trok ze de deur met een rotgang open. Katara sprong over de man heen die de deur had open gemaakt. het enige wat er nu noch door haar hoofd heen ging was dat ze hier zosnel mogelijk vandaan moest komen. achter zich hoorde ze heel wat mensen roepen dat ze moest blijven staan. Aan het einde van de gang was een trap en hopend dat ze het goede pat koos ging ze de trap op. Toen Katara het luik open klapte kwam ze er achter dat ze op een schip zat. Als verstijfd bleef ze staan kijken naar het eindeloze blauw. Er was dus echt geen ontsnappen meer mogelijk. Van alle chaos om haar heen merkte Katara niets totdat ze ruw uit haar nachtmerrie werd gehaald en in een noch grotere belande. “Wat doet zij uit haar kamer?”¯ een stem vol afkeer en haat galmde over het schip. Zuko greep Katara bij haar arm vast en draaide haar ruw om. Nu stond ze omgedraaid maar verroerde nog steeds geen vin. Zuko schudde haar een paar keer door elkaar maar zonder resultaat. “Wat is er met haar aan de hand?”¯ “Heer ik denk dat ze even rust nodig heeft om bij te komen. Waarschijnlijk is ze er net achter gekomen wat er met haar gebeurd is.”¯ De man die sprak had er wel verstand van. Hij was hier een soort van dokter. Zuko knikte en duwde Katara voor zich uit de trap af. Natuurlijk wel voorzichtig zodat ze niet zou vallen. Hij zorgde er voor dat ze op haar bed ging zitten en dat er iemand naar haar nog altijd verbrandde hand zou komen kijken. Er werd een of ander zalfje op gesmeerd en verband om haar hand gedaan. Toen de man net weg was ontwaakte Katara uit haar trance. Er gleed een traan over haar wang. Al snel volgde er meer en begon ze te snikken. Dit was hopeloos. Aang en Sokka waren haar laatste hoop maar ze wisten waarschijnlijk niet eens waar ze uit hing.
Na een paar uur zwaaide de deur open maar voor Katara door had wat er gebeurde was die al weer dicht. Prins Zuko stond midden in de kamer. Katara sprong overeind. “Wat ben je van plan?”¯ Zuko haalde zijn schouders op. “Ik heb een brief naar mijn vader gestuurd waar in stond dat ik een van de vrienden van de avatar te pakken had.”¯ Hij grinnikte vals. “En hij denkt net als ik dat je grote vriend je zal komen redden. Daarom lever ik je uit aan de vuurnatie. Als je vrienden dan langs komen woorden ze gevangen genomen. En ik mach ook weer naar huis want vader is enorm blij met jou als gevangene. Maar niet getreurd je zal in het palijs gevangen woorden gehouden.”¯ “Als of ik daar blij mee moet zijn. Straks zie ik dat graf takken hoofd van jouw daar ook.”¯ Katara prikte met haar vinger in Zuko’s borst. Hij pakte haar hand en trok haar tegen zich aan. “Je kunt zoveel beledigingen roepen als je wil maar vandaag stappen we over op een ander schip en morgen zijn we bij de vuurnatie.”¯ “Maar dat kan niet. Van af het eiland naar de vuurnatie is het minstens 13 dagen varen voor je bij de vuurnatie bent.”¯ “Heb je er meteen een idee van hoe lang je bewusteloos bent geweest.”¯ Hij liet Katara los en liep de deur uit. “Nog een prettige dag”¯ grijnsde hij over zijn schouder. Katara kon hem wel wurgen. Dat egoïstische graf takken hoofd dacht echt dat hij alles beter kon. Oke ze moest toegeven dat hij een goed plan had bedacht. ‘nooit gedacht dat die jongen kon nadenken. Zo zie je maar weer de wonderen zijn de wereld noch niet uit’ dacht ze bij zichzelf .
AHAHAH Dat einde Egt ga door