Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Waking The Demon [7-shot] » 1.
Waking The Demon [7-shot]
1.
“Mooie show, jongens.”¯ zegt iemand en slaat me op mijn schouder. Ik reageer flauwtjes en blaas een lok haar uit mijn ogen. Tom grijpt een verse handdoek, draait die in een punt en haalt scherp uit naar mijn kont. Ik wip geschrokken op en schop naar hem. Soms kan ik echt niet geloven dat die eikel familie van me is, laat staan mijn tweelingbroer. Maar de spiegel liegt er niet om.
“Tom, laat dat!”¯ schreeuwt Georg wanneer mijn lieve broertje zijn aandacht nu op de bassist richt en hem idioot giechelend langs alle kanten met zweepslagjes bestookt. Uiteindelijk is hij het ook beu en geeft hem een welgemikte trap tegen zijn schenen.
“Auw! Jezus, doe niet zo lichtgeraakt!”¯ gilt Tom en wrijft over de pijnlijke plek. Maar veel tijd om te bekomen heeft hij niet, want Gustav heeft blijkbaar besloten dat hij ook wel eens wil meedoen en haalt met zijn eigen handdoek uit. Het maakt een prachtig kletsend geluid en treft Tom precies op de plooi van zijn elleboog, een van de weinige kwetsbare plekken die onder al die kilometers stof uitsteken. Gillend en slaand springen ze met z’n drieën rond, terwijl overal technici angstig wegduiken voor rondzwiepende handdoeken.
Ik kijk op een afstandje toe. Normaal zou ik even graag meedoen, maar vanavond voel ik me al de hele tijd zo loom. Misschien omdat het ons laatste concert is, maar er is nog iets anders. De lucht voelt anders, ik kan het niet op een andere manier beschrijven. Iets hoort hier niet thuis, maar ik kan er mijn vinger niet opleggen. En ik voel me ook al de hele avond zo bekeken, en dan heb ik het niet over de zaal met tienduizend gillende meisjes. Iemand staart naar me, al de hele tijd, ik voel het gewoon. Iemand die door me heen lijkt te turen, tot in mijn binnenste, ik kan de blikken voelen kriebelen en branden. Vraag me niet waarom ik zoiets idioots zit te bedenken, misschien ben ik gewoon oververmoeid en heb ik een heftige fantasie, maar ik krijg het niet uit m’n kop dat iets of iemand me in het oog houdt. En dat vreemde slaperige gevoel…
Er staat iemand achter me, ik voel het meer dan ik het hoor of zie. Langzaam draai ik me om en inderdaad, daar zie ik het, een gedaante die uit het niets lijkt te zijn verschenen. Ik voel de ogen in de mijne boren en ik weet dat dit de persoon is die me al de hele avond in de gaten houdt. De persoon doet twee stappen naar voor en staat nu in het zwakke licht.
Ik ontspan me, het is maar een meisje. Kleiner dan ik eerst dacht, een kop kleiner dan ik. Mager, tenger, maar op een vreemde manier lijkt ze verre van breekbaar. Volledig in het zwart gekleed, effen zwarte schoenen met zwarte veters, een zwarte broek zonder enige versiering, zwarte sweater met capuchon. Haar handen diep in haar zakken. Pikzwart haar tot over haar schouders. Wasbleke huid. Ze komt nog dichter en nu voel ik me echt wel ongemakkelijk. Ze zegt niets, ze lacht zelfs niet, haalt geen camera boven en begint niet als een gek te flirten. Ze staart alleen maar, zwijgend. Ik dacht eerst dat haar ogen zwart opgemaakt waren, maar nu zie ik dat het donkere schaduwen zijn die haar oogkassen omkransen. Haar wimpers zijn lang en zwart, zonder een spoor van mascara. Maar de ogen zelf jagen een rilling door me heen. De irissen zijn even pikzwart als de pupillen, donker, koud en bijna magnetisch. Verschillende schakeringen van zwart zwemmen door elkaar, alsof er ondenkbare, levende vormen in schuilgaan.
“Ehm, hallo…”¯ probeer ik mijn nervositeit te verbergen. Ze staat nu bijna tegen me aan en ik voel een vreemd soort hoofdpijn komen opzetten, in vlagen. De slaperigheid wordt erger en ik krijg nog maar moeilijk lucht. Er pulseert iets in mijn hoofd en ik besef dat het meisje hier de oorzaak van is. Alsof ze golven uitzendt, trillingen die ik willens of niet oppik.
Ze opent haar mond en fluistert iets wat ik niet versta, een woord met veel vreemde klanken en niet bij elkaar passende medeklinkers. Ik vang een glimp op van witte tanden, veel te lang om normaal te zijn en nu ben ik echt bang. Wat wil dat rare kind van mij? Dan haalt ze langzaam één hand uit haar zak en mijn ogen worden groot. Zwarte, lange nagels die er verdacht scherp uitzien, aan een bleke hand. De hand kruipt naar de mijne toe, en ik kan me niet wegtrekken.
Op het moment dat ze mijn hand grijpt en haar handpalm de mijne raakt, schiet er een stroomstoot door me heen. Mijn huid staat in brand op de plaats waar ze me aanraakt, haar vingers schroeien in mijn vlees. Misschien verbeeld ik het me, maar een seconde lang denk ik dat ik uit mijn ooghoek kleine vlammen over mijn arm zie schieten, maar ik kan mijn blik niet afwenden van de zwarte ogen. Ze staart me strak aan en ik voel me alsof ik voorover tuimel in die zwarte gaten. Haar onzichtbare pupillen zuigen de mijne op en ik zie plots allerlei zaken om me heen draaien. De backstage lost op en ik zie alleen nog de misselijkmakende stoom van vlammen, klauwen, schaduwen, bloed.
Plots is het voorbij en ik val hijgend en piepend achteruit. Mijn ogen tranen van de pijn en ik houd mijn trillende hand op. In de palm flakkert iets, een donker symbool, als een brandmerk, maar voor ik het goed kan bekijken, vervaagt het.
Dan is het weg, de slaperigheid, de hoofdpijn, de vlammen op mijn huid, het teken in mijn hand en als ik rondkijk, is het meisje ook spoorloos verdwenen. Opgelost in het niets.
Nog steeds trillend als een riet, zie ik mijn broer en twee vrienden op me afkomen.
“Jezus, Bill! Wat zie jij eruit! Kom je, de bus staat te wachten, we gaan eindelijk naar huis.”¯ Nerveus knik ik en loop Tom achterna, steeds om me heen kijkend op zoek naar zwarte gedaantes of vreemde vlammen.
Een paar uur later ben ik weer in mijn vertrouwde kamer die ik zo gemist heb. Normaal zou ik dolblij zijn om weer in mijn eigen bed te slapen, maar nu kan ik er niet ten volle van genieten. Die rare gebeurtenis laat me niet los.
“Get over it, je hebt gehallucineerd van het slaaptekort en de zenuwen van de voorbije concerten.”¯ grom ik tegen mijn spiegelbeeld. Tegen jezelf praten is het eerste teken dat je gek begint te worden, weet ik, dus ik draai me weg van de spiegel en glip snel mijn bed in. Een steek van hoofdpijn en een vleug misselijkheid zijn het laatste wat ik gewaar word voor ik inslaap.
Reacties:
Wiihoew!!!
Ik lieft op zen minst even hard uw verhaaltjes!!
is dat nu het verhaal met die demon die renate mij tot zeurens toe heeft aangeraden???? IK WIST GEWOON DAT ZE ALTIJD GELIJK HEEFT!!!
:p
xxx SFIII