Hoofdcategorieėn
Home » A-Team » Gemekker in de dubbeldekker » Gemekker in de dubbeldekker 6
Gemekker in de dubbeldekker
Gemekker in de dubbeldekker 6
Hoofdstuk 6
Deze morgen ruikt het in alle vroegte reeds lekker in de keuken van The Goathill. Lizzy kookt, bakt en braadt van alles en nog wat. Als de dubbeldekker op het punt staat te vertrekken, stopt de kokkin Catalina een schaal toe.
“De macaroni is klaar. Neem maar alvast wat mee voor onderweg,”¯ zegt ze glimlachend.
Met een tevreden gezicht loopt ze terug naar binnen.
Catalina gaat met haar geiten voor twee dagen werken voor een fabrieksdirecteur. Het is een halve dag rijden naar zijn landgoed. Op een stroomkabel en een waterslang na zal ze er niet veel comfort vinden, omdat de directeursfamilie alleen in de weekends op het landgoed aanwezig is. Daarom is ze blij dat ze wat lekkers meekrijgt.
Onderweg parkeert ze de dubbeldekker voor een pauze en gaat op een bankje zitten met de schaal macaroni. Abby zit naast haar. Gretige hondenogen volgen elke hap die het baasje neemt. Catalina pakt de etensbak van haar hond en schept er wat pasta in.
“Nou, vooruit, het laatste beetje is voor jou.”¯
Voor ze instappen en verder rijden, loopt Abby kokhalzend bij de bus vandaan en spuugt alles uit. Ze schudt zich uit en lijkt herboren als ze kwispelend de cabine van de dubbeldekker in springt om naast haar baas te gaan zitten. Catalina ziet het verbaasd aan.
“En ik dacht dat je het zo lekker vond!”¯
Hoofdschuddend start ze de bus en vervolgt de reis. Een half uur later begint haar eigen maag vervelend te doen. Ze probeert de misselijkheid te negeren, maar lang lukt dat niet. Gehaast zet ze de dubbeldekker aan de kant van de weg. Ze moet ook overgeven. Met het zweet op haar voorhoofd leunt ze tegen de bus, ze voelt zich beroerd. Abby staat met haar kop schuin naar haar baasje te kijken.
“Zo kan het baasje niet gaan werken, meisje. We keren terug naar de farm, “ zegt ze kreunend tegen haar hond die een keer blaft alsof ze het begrijpt.
Joe kijkt vreemd op als hij in de verte de dubbeldekker aan ziet komen. Hij loopt naar de poort en zet hem open. Enkele minuten later stapt Catalina met een bezweet en krijtwit gezicht moeizaam uit. Ze verontschuldigt zich bij haar baas.
“Ik ben ziek…van de macaroni… Abby ook…”¯
“Die Lizzy vanmorgen heeft gemaakt? Hoe kan dat nou? Wij hebben ‘m ook gegeten! Hij was lekker en niemand heeft ergens last van!”¯
“Dan hebben we…waarschijnlijk niet…dezelfde macaroni…gegeten.”¯
Met haar armen om haar lijf geslagen strompelt ze naar de veranda en ploft daar op een luie stoel neer. Nieuwsgierig komen Nelly en de kokkin om de hoek kijken en vragen wat er aan de hand is. Ze werpt de laatste een boze blik toe.
“Ik ben ziek…van die… macaroni van je. Zelfs… Abby moest… ervan overgeven.”¯
Lizzy verweert zich door te veronderstellen dat ze niet goed op haar eten heeft gelet en dat er waarschijnlijk vuil uit het veegedeelte is ingewaaid. Catalina heeft te veel last van haar maag om in discussie te gaan en werpt haar alleen een vernietigende blik toe. Kreunend staat ze op. De geiten kunnen niet de hele dag in de dubbeldekker blijven staan. Ze maakt het hek open en zet de hond in de opening.
“Abby… doe je best… je zult het bijna alleen… moeten doen, meisje.”¯
Dan sjokt ze naar de wei die aan de stal van de Landgeiten grenst en zet ook dat hek open. Een kort fluitsignaal zet de Border Collie op afstand aan het werk. Zwaar leunend op het hek wacht de zieke jonge vrouw op de kudde. Haar ijverige hond drijft de dieren naar het malse gras.
“Goed gedaan, Abby… dank je wel,”¯ zegt ze zacht terwijl ze het hek sluit.
Joe brengt Catalina naar huis en onderweg raken ze in gesprek over de macaroni.
“Het lijkt wel… of Lizzy me bedorven eten… heeft meegegeven! Ik snap er… alleen niks van… dat ik dat niet… geproefd heb,”¯ zegt ze met grimas van de maagpijn.
“Hoe kan dat nou?! Waarom zou ze zoiets doen? Ik geloof niet dat er hier sprake is van opzet.”¯
“Volgens mij…is ze jaloers. Ik weet niet waarom… maar… zie je dan niet… hoe ze af en toe… naar jou loert?”¯ Ze kijkt een ogenblik verontwaardigd opzij. “En het zou mij niets verbazen… als zij het is die… de adressen… aan de brievenschrijver doorgeeft.”¯
“Ik geloof er niets van dat Lizzy jou ziek wil maken. Het enige dat ik me kan voorstellen is dat de schaal die jij meekreeg vuil was. Of je bestek was niet schoon.”¯
Die opmerking levert hem een venijnige blik op, maar hij is nog niet uitgesproken.
“En met die dreigbrieven heeft je collega ook niets te maken,”¯ besluit Joe op een toon waarmee hij haar duidelijk maakt dat deze discussie ten einde is.
Catalina zwijgt tot hij bij haar ouderlijk huis stopt. Nadat ze is uitgestapt draait ze zich naar hem om en lucht ze haar hart: “Het lijkt erop…dat jij, net als… veel andere mannen… verblind wordt door blonde vrouwen… en dat je niet meer… nuchter kan denken als je… dagelijks verwend wordt met… je lievelingseten.”¯
Ze gooit het portier dicht en loopt zo recht als haar pijnlijke maag het toelaat het huis binnen.
De geitenboer blijft verbouwereerd achter in z’n auto. Het is de eerste keer dat ze een meningsverschil, zeg maar gerust: een ruzie hebben en dat brengt hem flink van zijn stuk.
De rest van de dag knapt Joe klusjes op in de verste hoeken van zijn bedrijfsterrein, afgezonderd van de anderen zodat hij kan nadenken. Het hardop uitspreken van bepaalde feiten lijkt hem te helpen om alles op een rijtje te zetten. Voor een moment laat hij zijn gereedschap rusten en staart in de verte.
“Ergens heeft Catalina wel gelijk. Lizzy vraagt de laatste tijd wel heel vaak wat ik graag eet. Ze loopt naar complimentjes te vissen. Af en toe kan ze zo geniepig glimlachen. Soms is ze gewoon knap irritant,”¯ mompelt hij, “maar ja, misschien had ze gewoon een binnenpretje.”¯
Hij pakt zijn tang goed vast en gaat verder met het repareren van de omheining. Onderweg naar het gereedschapshok denkt hij ineens aan de diepvriesdoos die Catalina naast haar stoel had liggen. Joe blijft plots staan.
“Was dat niet dezelfde doos die gisteren in de kelder stond? Die oude met dat blauwe deksel met een sticker van de melkfabriek erop? Waarvan ik dacht dat die lek was? Stel dat Catalina gelijk heeft en dat daar oud eten in zat. Maar wat is dan toch de reden dat Lizzy zo stiekem doet?”¯ vraagt hij zich af.
Het idee alleen dat iemand zijn vrouwelijke knecht kwaad zou willen doen schiet hem in het verkeerde keelgat. Hij roept de kokkin op het matje en legt haar de verdenking van het bedorven eten voor.
“Maar meneer Westwind, hoe komt u er toch bij?! Ik heb haar echt verse macaroni gegeven, hoor!”¯
“Je krijgt je ontslag als blijkt dat je mijn vertrouwen beschaamt,”¯ besluit hij op strenge toon.
Als ze het kantoor verlaat ziet Joe aan haar gezichtsuitdrukking dat zijn preek wel degelijk indruk heeft gemaakt. Met een zucht laat hij zich tegen de rugleuning van zijn bureaustoel vallen. De woorden van Catalina klinken na in zijn hoofd.
“Dat heb ik alvast een klein beetje rechtgetrokken,”¯ zegt hij in gedachten tegen haar.
Voor hij naar de stal gaat haalt hij de locatielijst van het prikbord en bergt hem, met alle andere paperassen die informatie bevatten over klanten, op in de kluis. Bij het verlaten van zijn kantoor draait hij de deur op slot, iets dat hij lange tijd niet heeft gedaan.
De dag erna is Joe nog altijd niet de oude. Tijdens het melken klinken de verwijtende woorden van Catalina na in zijn hoofd. Enerzijds voelt hij zich gevleid omdat er twee vrouwen om hem geven, anderzijds zit het hem niet lekker dat zij vanmorgen schijnbaar fit op de farm verscheen, maar met de dubbeldekker vertrok zonder een woord met hem te wisselen. Hij kreeg niet eens de gelegenheid om te vragen of ze fit genoeg was!
In de tijd dat er aan de dubbeldekker gewerkt werd zijn ze goed bevriend geraakt. Het is zelfs zo dat hij haar mist sinds ze herderin is geworden en het grootste deel van haar werktijd buiten The Goathill doorbrengt. Joe haalt vertwijfeld zijn hand door z’n haar en neemt zich voor om het vanavond uit te praten.
Halverwege de morgen houdt hij het echter niet meer uit. Hij vraagt aan zijn voorman of hij hem naar Catalina wil brengen en het bedrijf voor de rest van de dag kan overnemen.
Don reageert verwonderd. ”¯Is je auto stuk?”¯
Z’n baas schudt het hoofd. “Ik ga kijken of de nieuwe locatie veilig is. Ik kom wel met de dubbeldekker terug.”¯
Niet veel later zitten de mannen in Dons wagen en rijden ze het dorp uit. Onderweg praten ze over hun werkzaamheden totdat de boer ziet dat ze hun bestemming naderen. De laatste kilometers geeft hij enkel kortaf aanwijzingen over de te volgen route. Don kijkt zijn baas van opzij aan en vraagt zich af of er niet meer aan de hand is dan bezorgdheid om de veiligheid van de geiten. Hij merkte vanmorgen dat Catalina en Joe afstandelijker tegen elkaar deden dan gewoonlijk. Hij liet onderweg haar naam één keer vallen en keek daarbij niet alleen bezorgd maar ook dromerig. Er glijdt een glimlach over Dons gezicht en in zijn ogen verschijnen pretlichtjes. Hij heeft een vermoeden wat er speelt tussen die twee.
Catalina vertrok deze morgen al vroeg met haar kudde geiten naar het landgoed van de fabrieksdirecteur. Dat ze een dag later kwam vond de man geen probleem. De dubbeldekker staat niet op de oprit van de villa, maar in een laan van grote eikenbomen. De tuin en het landgoed zijn van elkaar gescheiden door een fraai hekwerk. Joe maakt een rondje om de dubbeldekker om te kijken of alles in orde is en loopt vervolgens de laan in. In de verte hoort hij een hond blaffen. Dat zou Abby kunnen zijn. Hij zet er flink de pas in want in de verte ziet hij een geit rennen. Dat kan betekenen dat de kudde niet ver weg is. In gedachte repeteert Joe wat hij tegen Catalina zal gaan zeggen, maar hij vindt de woorden te afstandelijk. Hij zucht en zoekt naar andere.
Aan het eind van de laan ligt een stuk grasland. De jonge boer blijft staan en geniet van de frisse geur. Rechts van hem ziet hij Catalina voor de kudde uit lopen. Met stevige stappen gaat hij achter hen aan. Ze tuurt voortdurend naar de grond, bedacht op onraad, en ze schrikt nogal als hij haar van een afstandje groet. Abby, die de reactie van haar baasje ervaart als dat zij bedreigd wordt, komt luid blaffend en met de tanden ontbloot naar hem toe rennen, maar zodra ze hem herkent, remt ze af en wacht kwispelend tot hij bij haar is. Catalina blijft staan. Met een stuurs gezicht vraagt ze wat Joe hier komt doen. Hij groet haar nogmaals en stelt voor verder te lopen.
“Ik heb nagedacht over wat je gisteren zei.”¯
“Ja…. En?”¯ reageert ze koel, maar toch belangstellend.
“Ik vrees dat je gelijk hebt, ik vertrouw jullie en ben misschien daardoor te naïef geweest. Ik heb alle papieren van het Landgeiten-project in de kluis opgeborgen en het kantoor zelfs op slot gedaan.”¯ Lachend vervolgt hij: “Ik moest de sleutel gewoon zoeken, zo lang is het geleden dat ik dat heb gedaan.”¯
De herderin loopt onverstoorbaar verder, ze is er niet van overtuigd dat er iets is veranderd met betrekking tot de kokkin.
“En Lizzy?”¯
“Ik heb haar op het matje geroepen. Ze weet nu dat ze ontslag krijgt als blijkt dat ik haar niet kan vertrouwen.”¯
Zwijgend lopen ze naast elkaar. Catalina geeft Abby ondertussen commando’s om de geiten te verzamelen als ze te ver afdwalen.
“Ben je helemaal hierheen gekomen om me dat te vertellen?”¯
Ze blijft ineens stil staan en kijkt haar baas recht aan. Haar gezicht staat niet meer zo stuurs.
Joe antwoordt opgelucht: “Ik kan er niet tegen om ruzie te hebben met jou, dus ja, ik ben hier om het uit te praten en om m’n fout toe te geven.”¯
Ze kijkt hem een ogenblik onderzoekend aan, ziet dat hij het meent en loopt weer door.
“Ik ben blij dat je er bent. Het zat mij ook niet lekker.”¯ Met een blik opzij vult ze aan: ”¯Maar ik heb geen spijt van wat ik heb gezegd.”¯
“Soms moet een mens wel eens wakker geschud worden.”¯
Wat Joe betreft is het nu weer oké en op luchtiger toon vraagt hij of ze het goed vindt dat hij de rest van de dag blijft, zodat hij kan helpen het terrein te verkennen. Ze knikt. Haar ogen krijgen een andere uitdrukking en er glijdt een blos over haar wangen.
’s Middags staat Abby plotseling stil en blaft doordringend. Catalina verstaat het als een waarschuwing en loopt naar haar hond toe.
“Nee, hè! Hier ook al?”¯ Ze draait zich om. “Joe! Kom eens kijken!”¯
Ze raapt een stuk prikkeldraad op en laat het zien. De boer mompelt enkele niet zo fraaie woorden.
“Ook daarvoor wilde ik vandaag hier naartoe, want het is een locatie die op de lijst staat,”¯ zegt Joe. Zijn gezicht spreekt boekdelen. “Ik ga nu voorop lopen. Zorg dat de geiten in het pad blijven dat ik controleer, dan kunnen we ze veilig bij de bus brengen.”¯
Catalina stuurt Abby naar de ene flank van de kudde en neemt zelf de andere voor haar rekening, zodat de dieren precies achter Joe lopen. De eikenlaan, waar de dubbeldekker geparkeerd staat, komt al in zicht. Catalina zucht.
“Nog een klein stukje jongens, laat het alsjeblieft goed gaan.”¯ mompelt ze.
Op een honderd meter voor de eikenlaan gaat het mis. Joe struikelt en valt. Catalina loopt op dat moment naar een geit toe die een beetje achterblijft.
“Au! Kom ’s helpen! Alsjeblieft! Snel!!!”¯
“Wat is er? Waar ben je?”¯
Geschrokken draait ze om haar as en gaat op zoek naar haar baas. Onderweg geeft ze Abby een commando om de kudde halt te houden. Joe ligt achter een grote bos Luzerne. Zijn linkerbeen staat in een diepe kuil waarin een flinke bussel prikkeldraad ligt. Hij is er een flink stuk doorheen gezakt, waardoor zijn broek is gescheurd en zijn onderbeen vol zit met schrammen en bloedende wonden. Catalina peinst hoe ze hem het beste kan helpen. Het been met prikkeldraad en al uit de kuil halen lijkt de beste oplossing.
Joe heeft zijn ook enkel bezeerd en bijt hard op zijn tanden om het niet uit te gillen van de pijn als ze zijn been omhoog trekt. Als het afwikkelen van het prikkeldraad te lang duurt en te pijnlijk wordt, stuurt hij haar naar de dubbeldekker om een tang uit de gereedschapskist te halen. Ze wil rennen maar durft niet goed nu ze weet dat ook zij in prikkeldraad kan terechtkomen.
Enkele minuten later knipt ze met een tang alle lussen door. Het prikkeldraad verwijderen is een vervelende klus, omdat de stekels ervan lelijk in zijn been prikken. Uit de E.H.B.O-kist pakt ze ontsmettingsmiddel waarmee ze de wonden een beetje schoon maakt en verband om hem te provi-sorisch te verbinden. Sommige wonden zijn best diep.
“Je moet naar een dokter. Naar een ziekenhuis is eigenlijk het beste,”¯ stelt ze vast. Met een onzekere blik vraagt ze: “Kun je lopen?”¯
Joe probeert op te staan, maar zonder hulp wil het niet lukken. Ze helpt hem overeind. Met zijn arm om haar heen weet hij hinkelend de bus te bereiken. Zweetdruppels parelen op zijn gezicht als hij eenmaal op de bijrijderbank van de dubbeldekker zit. Catalina haalt zo snel mogelijk de kudde terug en zucht diep als die veilig binnen staat.
Met trillende handen start ze de bus. Het kost haar moeite om alle kuilen in de onverharde laan te ontwijken. Als dat een enkele keer niet lukt moppert ze binnensmonds op zichzelf omdat ze Joe graag wil ontzien.
Zodra ze iemand op straat ziet lopen, remt ze voorzichtig en parkeert de dubbeldekker. Ze rent naar een vrouw toe die juist haar tuinhekje opent.
“Mevrouw! Mevrouw! Mag ik u iets vragen?”¯ Catalina mindert vaart, maar moet toch even op adem komen. “Is hier ergens… een ziekenhuis?”¯
De vrouw kijkt verbaasd om naar de vreemdelinge.
“Jawel, hier niet zo ver vandaan zelfs.”¯
Catalina merkt dat de aandacht van de vrouw wordt afgeleid en volgt haar blik. De rode dubbeldekker met geiten erop is ook moeilijk over het hoofd te zien.
“Of zoekt u een dierenkliniek?”¯ vraagt de vrouw.
“Nee, een gewoon ziekenhuis. Ik heb een gewonde man bij me,”¯ antwoordt Catalina gehaast.
De vrouw zet haar boodschappentas neer en legt met allerlei armgebaren uit waar het ziekenhuis is te vinden. Als het haar duidelijk is hoe ze moet rijden bedankt ze de vrouw en sprint ze terug naar de bus. Binnensmonds de route herhalend stuurt ze de dubbeldekker door de wijk heen. Op elk recht stuk straat werpt ze een bezorgde blik naar haar baas, die met zijn ogen dicht de pijn verbijt.
“Nog even, we moeten er vlakbij zijn. Hou vol.”¯
Tien minuten later parkeert ze de dubbeldekker op de parkeerplaats van het plaatselijke ziekenhuis. Er volgt opnieuw een moeizame hinkeltocht.
Eenmaal bij de E.H.B.O. is Joe uitgeteld van pijn en bloedverlies. Met een wit gezicht en rode ogen leunt hij tegen Catalina aan, die hem dicht tegen zich aan houdt.
“Ik ga niet meer met de kudde weg. Die droom van mij is een nachtmerrie geworden. Door mij raken jullie nou allemaal gewond en dat wil ik niet, hoor!”¯
Het kost Joe moeite om te praten, maar hij raapt alle energie bij elkaar om Catalina gerust te stellen.
“Hé, Cat… het is niet… jouw schuld .. wat er alle…maal gebeurt. Hou vol….is…een mooi…project.”¯
Catalina houdt zich groot terwijl er een storm van gevoelens in haar woedt. Pas als een dokter haar de behandelkamer uitstuurt laat ze haar baas los. Met een hoofd vol zorgen en een lijf vol verwarring neemt ze plaats in de wachtkamer. Haar hart klopt als een bezetene. Van schrik omdat Joe gewond is geraakt door prikkeldraad. Dat dat daar werd verstopt door de maker van de dreigbrieven… dat kan haast niet anders. Ze realiseert zich dat het eigenlijk voor de geiten bestemd was of voor haar! Behalve dat haar hart van schrik klopt, klopt het voor Joe. Toen ze hem in haar armen hield, voelde ze dat hij meer voor haar betekent dan alleen een goede baas. Waarom moet hij nu gewond raken? Waarom nou vandaag? Hij is helemaal naar haar toegekomen om het goed te maken na hun ruzie en dan gebeurd er dit! Dreigbrieven, brand, klant kwijt, geiten gewond, Joe gewond… Voor Catalina is de maat vol.
“O, wou die sheriff Paul Pointer ons nou maar eens geloven! Bij wie kunnen we dí n terecht om ons te beschermen?!”¯ prevelt ze.
Er lopen een paar tranen over haar wangen. Golven wanhoop komen in haar omhoog.
Een passerende verpleegkundige die haar in deze shocktoestand ziet zitten komt naar haar toe.
“Mevrouw?”¯
Catalina reageert niet. De zuster neemt met een bezorgde blik plaats op de wachtkamerbank. Ze kijkt naar de stukjes stro die aan de kleding van de jonge vrouw hangen en trekt haar neus op bij het ruiken van de boerengeur. Voorzichtig legt ze een hand op haar arm.
“Mevrouw, gaat het wel goed met u?”¯
De aanraking haalt Catalina enigszins uit haar wanhopige wereld. Ze kijkt met angstige ogen opzij en schudt haar hoofd.
“Ik zag dat u een gewonde man binnenbracht. Is dat uw echtgenoot?”¯
Catalina schudt zwijgend haar hoofd en laat het vervolgens voorover zakken.
“Is hij familie?”¯
Als de verpleegster geen antwoord krijgt pakt ze het anders aan.
“Heeft u zin in koffie?”¯
Opnieuw ontmoeten de ogen van de vrouwen elkaar.
“Graag,”¯ fluistert Catalina.
De verpleegster snelt naar het keukentje van de afdeling. Op een serveerwagen wacht een rij met koffie gevulde thermoskannen op dorstige doch haastige Eerste Hulpmedewerkers. Een paar dankbare ogen kijken haar aan als ze de jonge vrouw een grote mok koffie aanreikt.
“Ik heet Claire. Hoe is uw naam?”¯
Catalina houdt de beker met beide handen vast en blaast in haar koffie. Ze rilt over haar hele lichaam. Pas na het eerste kleine slokje geeft ze antwoord.
“Catalina, Catalina Coldwater.”¯
“Is de man die u net binnenbracht familie van u?”¯
“Nee, hij is… m’n baas,”¯ fluistert ze met een vleugje teleurstelling in haar stem.
“Heeft hij een ongeluk gehad?”¯
Claire probeert de vrouw naast haar aan het praten te krijgen. Ze observeert haar aandachtig, want ze gaat steeds harder rillen.
“Ik zie prikkeldraad, steeds… meer… prikkeldraad."
De koffie golft bijna over de rand van de mok. Claire neemt hem weer over en zet hem op een veilige plek. Catalina slaat haar handen voor haar gezicht. Haar schouders beginnen te schokken. Geluidloos worstelen de eerste snikken zich een weg naar buiten.
“Hij…kwam speciaal… voor mij…”¯ brengt ze met moeite uit, “… om het….goed… te maken.”¯
Ze buigt zich voorover en zet haar ellebogen op haar knieën. Langzaam komt een verlossende huilbui op gang. Claire wrijft met haar hand over de rug van de huilende vrouw. Ondanks de ernst van de situatie speelt er een glimlach om Claire’s mond. Bespeurt ze hier boerenromantiek? Pas als Catalina zich opricht en een zakdoek uit haar bodywarmer haalt, durft Claire wat te zeggen.
“Gaat het weer een beetje?”¯
Een voorzichtige hoofdknik is het antwoord.
“Ik moet weer gaan,”¯ zegt de verpleegster met een verontschuldigende blik, “maar als u hulp nodig heeft mag u me laten oppiepen.”¯
“Dank je wel.”¯
Voor Claire de wachtkamer verlaat geeft ze de mok met inmiddels minder hete koffie terug.
“Sterkte en… eh… veel geluk samen,”¯ zegt ze met een knipoog.
Drinkend blikt Catalina met rode doch stralende ogen over de mok heen voor ze teruggroet.
Langzaam komt ze tot rust en krijgt ze weer belangstelling voor haar omgeving. Op de tafel voor haar liggen tijdschriften en kranten. Terwijl ze naar een damesblad reikt, valt haar oog op een grote, vetgedrukte kop op de voorpagina van een al wat oudere krant.
A-TEAM ONTMASKERT SABOTAGENETWERK
Ze leest het hele artikel en staart een ogenblik niets ziend voor zich uit. Dan zoekt ze die ene regel terug op: Het A-team helpt burgers die door de wet in de steek worden gelaten.
“Ja, dat worden wij ook,”¯ mompelt ze en zoekt naar de naam van de journalist die het artikel heeft geschreven. “Amy Allen, jouw naam moet ik goed onthouden.”¯
Ze vouwt de krant op en drukt hem tegen zich aan. Het lijkt of met het vinden van de oude krant haar vraag om hulp is verhoord.
Joe moet een nachtje in het ziekenhuis blijven. Hij wordt naar een kamer gebracht waar Catalina hem nog een poosje gezelschap houdt voor ze de geiten naar de farm brengt.
“Ik bel Don om je vanavond te bezoeken en dan kom ik morgen weer.”¯
Joe schudt zijn hoofd als hij haar van alles en nog wat hoort regelen.
“Morgen mag ik naar huis en ik kan echt wel een avondje alleen zijn, hoor! Als de pijnstillers straks uitgewerkt raken, zal ik echt niet zulk leuk gezelschap zijn.”¯
Hij trekt een grimas als hij zijn been beweegt. Catalina kan er maar moeilijk toe komen om naar huis te gaan. Ongemakkelijk drentelt ze om het bed heen. Hoe neemt ze afscheid van Joe nu ze zo veel gevoelens voor hem heeft? Hij helpt haar een beetje door stilletjes aan in slaap te vallen. Ze verzamelt moed en geeft hem een kus op zijn wang.
“Dank je wel, Catalina, tot morgen,”¯ fluistert hij zacht als ze zich over hem heen buigt.
Eindelijk gaat ze de A-team inschakelen.
EIgenlijk zijn Catalina en Joe heel schattig samen!!