Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » A-Team » Gemekker in de dubbeldekker » Gemekker in de dubbeldekker 9

Gemekker in de dubbeldekker

31 maart 2011 - 1:33

3030

0

434



Gemekker in de dubbeldekker 9

Zie bovenaan.

Hoofdstuk 9

Catalina heeft na haar bezoek aan het redactiekantoor in de stad haast om terug te keren naar haar werk. Foeterend op de verkeersborden, die zeggen dat ze niet zo hard mag rijden als ze zou willen, blijft ze braaf op de rechterbaan rijden. Ze zit echter op hete kolen, want ze wil Joe zo graag het goede nieuws gaan brengen. Goed, er is nog niets geregeld, maar ze vond wat ze zocht: een contactpersoon van het A-team. Amy probeerde haar geen valse hoop te wekken, maar ze voelde dat de belangstelling van de journaliste gemeend was. Waarom zou ze anders vertellen over de manier waarop het A-team zich laat uitbetalen voor bewezen diensten?!
Terug op The Goathill parkeert ze haar dubbeldekker midden op het erf, grist de stapel artikelen van de bijrijderstoel en rent naar binnen.
“Joe! Joe, waar ben je?”¯
Opgewonden werpt ze een blik in de woonkeuken, maar die blijkt verlaten. Ze roept nogmaals en krijgt nu antwoord vanuit het kantoor. Aankloppen is er vandaag niet bij. Catalina stormt naar binnen.
“Ik heb ‘r gevonden!”¯ zegt ze stralend.
“Wie? The A-team? Zo snel al?”¯ vraagt Joe ongelovig.
“Nee, Amy Allen! De journaliste die over hen schrijft!”¯
“Oooo,”¯ reageert de boer gelaten en buigt zich opnieuw over zijn administratie.
“Maar dat is goed nieuws hoor! Amy heeft vrienden die de contactpersoon van het A-team kennen en ze gaat vragen of zij hem willen bellen. Dan vragen zij of hij het A-team belt, zodat zij ons weer zullen bellen,”¯ ratelt ze op één adem.
Joe trekt een wenkbrauw op bij het horen van deze vage belofte.
“Ja, ja… “ klinkt het wantrouwend uit zijn mond alsof hij er geen woord van gelooft, “dat klinkt alsof je blij bent gemaakt met een dode mus.”¯
Verbijsterd kijkt Catalina hem aan. “Maar… maar…”¯
“Ga eerst eens zitten.”¯
Ze trekt een stoel dichterbij en gaat tegenover haar baas zitten. Voor ze opnieuw in een woordenwaterval verandert neemt Joe het woord.
“Zo! En vertel nou eens rustig hoe jullie gesprek verliep,”¯ zegt hij kalm en met een glimlach.
Hij is eigenlijk wel nieuwsgierig waarom ze nu al zo enthousiast is en wil weten wat die Amy haar allemaal heeft wijsgemaakt. Vermoedt ze misschien dat het lijntje tussen de journaliste en het A-team korter is dan dat zij schrijft of zegt? Hij gaat er eens voor zitten. Catalina zit op het puntje van haar stoel en wacht ongeduldig op het moment dat ze haar belevenissen met hem mag delen.

Aan het eind van haar relaas merkt Catalina het papier in haar handen weer op.
“Kijk eens! Leesvoer voor de baas,”¯ zegt ze triomfantelijk terwijl ze opstaat en hem de stapel krantenartikelen aanreikt. “Dat gaat allemaal over het A-team.”¯
Verbaasd pakt Joe alles aan. Vrijwel meteen raakt hij geboeid door een in het oog springende titel met een foto eronder. Catalina slaat hem zwijgend een minuutje gade en besluit dan haar beloften na te gaan komen.
“Ik ga er vandoor. Ray wacht op me. En ik moet me nog omkleden,”¯ fluistert ze.
“Is goed, werk ze,”¯ antwoordt Joe kort opkijkend maar afwezig.
Glimlachend verlaat ze het kantoor.

Na drie lange dagen werken heeft Catalina eindelijk haar “schuld”¯ vereffend bij haar collega’s die haar de kans gaven om een verlofdag te nemen. Hondsmoe kruipt ze onder de wol op de bovenverdieping van de dubbeldekker die ook haar logeerplek is geworden als ze op de farm overnacht. Morgen mag ze van Joe een beetje uitslapen, maar ze vermoedt dat haar collega Ray wel weer een geintje in petto heeft voor haar zodat ze toch vroeg wakker zal worden. De jonge knul houdt zich echter in en bewaart zijn “aubade”¯ voor een andere gelegenheid.
Om tien uur zit ze fit aan het ontbijt in de woonkeuken. Nelly, de oudere huishoudelijke hulp van de boer, pakt een kop koffie en schuift gezellig bij haar aan. Ze wacht al enkele dagen op een moment dat ze even alleen zijn. Midden in hun gezellige huis-, tuin- en keukenpraatje gooit ze op zo neutraal mogelijke toon de vraag op tafel die haar al een poosje op de lippen brandt.
“Waar moest jij een paar dagen geleden eigenlijk zo op stel en sprong naar toe?”¯
Catalina die van haar nieuwsgierigheid schrikt houdt haar blik strak gericht op de kruimels oude geitenkaas die van haar boterham zijn gevallen. Ze zou graag over haar ontmoeting met Amy willen vertellen, maar Joe heeft haar doen beloven dat ze het zoeken naar hulp geheim zal houden. Haar hersenen kraken bij het bedenken van een saai antwoord.
“Er was iets in de familie te doen wat ik totaal vergeten was,”¯ zegt ze met een zucht.
“Dan moet het wel erg zijn tegengevallen. Voor je ging was je zo enthousiast. Was het niet gezellig?”¯
Catalina drinkt met kleine slokjes van haar koffie terwijl ze doet alsof ze diep in gedachten verzonken is. Op die manier kan ze volstaan met afwezig haar hoofd schudden. Ze vindt het niet leuk om tegen haar collega te moeten liegen en hoopt dat ze stopt met uithoren.
Nelly merkt dat ze niets wijzer wordt en staat op. Bij de keukendeur werpt ze nog snel een blik achterom in de hoop een glimp van Catalina’s gezicht op te vangen, want ze voelt dat de jonge vrouw niet helemaal eerlijk tegen haar is.

Op weg naar buiten passeert Catalina Lizzy die in de hal staat te telefoneren. Als ze een paar soorten brood hoort noemen wordt het haar duidelijk dat de kokkin de bakker aan de lijn heeft. De vrouwen wisselen een korte blik. Sinds de macaroniaffaire is hun contact flink bekoeld.
Naast de achterdeur, die altijd open staat, bevindt zich een rek waarop wel twintig rubberen laarzen passen. Catalina pakt er een paar rode vanaf en trekt ze aan terwijl ze in gedachte al bezig is met haar eerste karweitje. Plotseling klinkt er een kirrend gegiechel vanuit de hal. Nieuwsgierig spitst ze haar oren die een moment later opvangen hoe Lizzy verkondigt dat Joe haar wel leuk vindt. Verbaasd steekt ze haar hoofd om de deur. Lizzy grijnst haar tegemoet en trekt haar neus kinderlijk op als ze de hoorn neerlegt en naar de keuken loopt.
“Pestkop! Ik geloof er niets van dat het de bakker interesseert dat Joe jou leuk vindt,”¯ fluistert Catalina haar achterna met een verontwaardigd gezicht. “Waar ben je eigenlijk mee bezig?!”¯
Ineens voelt ze hoe haar hart tekeer gaat. Als ze eerlijk tegen zichzelf is moet ze toegeven dat er een steekje van jaloezie doorheen schoot.
“Zou ze me soms op de kast willen jagen? Ze weet goed dat Joe en ik bevriend zijn. Is het misschien te zien dat ik meer voor hem voel dan eerst?”¯
Terwijl ze zich dat geschrokken afvraagt voelt ze hoe ze bloost. Ze neemt zich voor om een beetje meer afstand te bewaren tot haar baas, want telkens wanneer ze bij hem in de buurt komt voelt ze kriebels in haar buik.

Vroeg in de middag rinkelt de telefoon. Nelly neemt op. Een vriendelijke doch zakelijke vrouw vraagt of ze Catalina mag spreken. De oude vrouw belooft haar de dame in kwestie te gaan halen. Als een typische stations-ladyspeaker schalt de stem van Nelly door de stal.
“Attentie, attentie! Telefoon voor ‘juffrouw Coldwater’. Wilt u zich naar de hal spoeden?”¯
Verbaasd kijkt Catalina op.
“Jeetje, Nelly, dat klinkt professioneel!”¯ lacht ze.
Snel klimt ze over het hek en loopt vrolijk met haar collega mee naar binnen.
“Wie is het?”¯ fluistert ze terwijl ze de telefoon naderen.
Nelly haalt haar schouders op. “Geen flauw idee!”¯
“Hallo, met Catalina Coldwater. Met wie spreek ik?”¯
“Hallo, met Amy Allen. De vrienden over wie ik je vertelde hebben de contactpersoon van het A-team gesproken. Vanmiddag kan hij je te woord staan. Zorg dat je om half drie bij de telefoon staat op de parkeerplaats van wegrestaurant ‘A long way home’. Succes, hè.”¯
“Wat fijn dat je al zo snel terugbelt. Bedankt dat je je vrienden hebt gebeld. Hoe ziet die contactpersoon er….”¯
Verbaasd kijkt Catalina naar de telefoon. Amy heeft al opgehangen.
“Hoe weet ik nou hoe hij eruit ziet?”¯
Ze schudt haar hoofd en kijkt op de klok in de hal om te zien of ze nog tijd heeft om zich om te kleden.

Om vijf voor half drie rijdt Catalina met haar dubbeldekker het parkeerterrein van A long way home op. Het is even zoeken, maar bij een paar struiken vindt ze een open telefooncel. Er staat nog niemand, dus gaat ze lekker in de zon staan wachten.
Ze schrikt zich een hoedje als de telefoon begint te rinkelen en kijkt om zich heen om te zien of er iemand wacht om teruggebeld te worden. Er komt echter niemand naar de telefoon toe. Als zij dan eindelijk zelf de hoorn wil oppakken stopt het rinkelen. Ze kijkt op haar horloge en zoekt haar plekje in de zon weer op. Voor de tweede keer rinkelt de telefoon. Catalina pakt nu maar meteen op.
“Hallo?”¯ groet ze onzeker.”¯U spreekt met …”¯
Een blikkerige stem onderbreekt haar.
“Dit is de servicelijn van ‘A long way home’. Toets één voor het bestellen van koffie. Toets twee voor het reserveren van een tafel. Toets drie als u op zoekt bent naar het A-team.”¯
Catalina’s ogen worden groot terwijl ze naar het vreemde bericht luistert. Met een verbaasde blik op de hoorn toetst ze toch maar de drie in.
“U zoekt het A-team. Ga naar de markt. Koop eieren en verkoop ze voor citroenen.”¯
Catalina schiet in de lach, zoiets raars heeft ze nog nooit gehoord.
“Zeg, hou je me voor de gek? Mij een beetje van het kastje naar de muur sturen?! Fraai contactpersoon ben je!”¯ reageert ze verontwaardigd.
De verbinding wordt halverwege haar woorden al verbroken. Hoofdschuddend keert ze terug naar haar grote rode bus.

In een grijs-zwarte GMC-van met rode streep op een andere hoek van de parkeerplaats luistert een grote bruine man een hanenkam grinnikend naar Catalina’s protest.
“De kolonel heeft weer wat mafs bedacht, maar het werkt,”¯ concludeert hij grinnikend.
B.A. trekt de kabeltjes uit zijn apparatuur en neemt plaats achter het stuur waar hij de boordtelefoon pakt.
“Hannibal, ze komt eraan.”¯
“Kom dan snel hierheen, ik heb al een plekje geregeld.”¯
De grijs-zwarte van en de dubbeldekker verlaten tegelijk de parkeerplaats van het wegrestaurant. Na een kilometer haalt de van de bus in. De bestuurder heeft haast.

Het gebeurt niet vaak dat Catalina op de markt boodschappen doet, daarom ze heeft geen idee waar ze eieren kan kopen. Zigzaggend loopt ze alle paden door tot ze een poelier vindt. In gedachten herhaalt ze haar opdracht.
“Wat moest ik dan ook al weer doen? Eieren voor citroenen verkopen. Moet ik dat letterlijk of figuurlijk doen?”¯
In de kraam zijn diverse maten en soorten eieren te koop. Met tegenzin besluit ze een doosje te kopen, zich realiserend dat ze die net zo goed op de farm uit het kippenhok of de kelder had kunnen halen. Zuinig op haar kwetsbare boodschappen vervolgt ze haar weg.
Aan de rand van de markt duiken groente- en fruitkramen op. Catalina zoekt bij alle kooplui naar citroenen, maar ziet enkel sinaasappels, grapefruits en ander fruit liggen. Overal waar ze om de knalgele vruchten vraagt zijn ze uitverkocht. De vijfde man die haar te woord staat verklaart dat er vanmiddag een klant was die in één keer alle citroenen van hem had gekocht. Tot nog toe vond ze de zoektocht leuk, maar nu bekruipt haar het gevoel dat ze met een onuitvoerbare missie bezig is. Haar gezicht staat op zijn zachtst gezegd bewolkt. Met grote stappen baant ze zich een weg tussen de mensen met zware boodschappentassen door. Ze begint boos te worden op Amy, van wie ze nooit had verwacht dat ze haar voor de gek zou houden.
Rondom de markt staan de vrachtwagens en bestelbussen van de marktkooplieden geparkeerd. Tussen al die bontgekleurde wagens ziet ze plotseling een gele parasol en een tafel vol knalgeel fruit. Catalina is perplex. “Dus daar zijn die citroenen gebleven!”¯
Achter de tafel staat een grote bruine man met een nors gezicht een papieren zak te vullen. Haar blik gaat van de doos met eieren in haar hand naar de half verscholen kraam. In een paar grote passen staat ze naast de enige klant bij deze fruitverkoper. Netjes wacht ze tot hij afgerekend heeft en weg wil lopen.
“Meneer? Mag ik u iets vragen?”¯
Een man van een jaar of vijftig met half lang grijs-blond haar, idem dito snor en een knalgeel T-shirt onder zijn grijs geruite jasje, kijkt haar vriendelijk aan.
“Wat is er, juffrouw?”¯ vraagt hij met een accent dat ze niet kan thuisbrengen.
“Meneer, ik ga iemand ontmoeten op deze markt, maar die persoon zal mij herkennen als ik eieren voor citroenen verkoop. Als ik zeg dat dit citroenen zijn…wilt u dan mijn eieren kopen? Dan koop ik voor u een zak citroenen, zodat u toch citroenen heeft.”¯
Met een paar smekende hertenogen probeert ze hem over te halen. Ze wil voorkomen dat hij zich opgelicht gaat voelen en vervolgens stampij gaat maken, want dan is ze nog verder van huis. Hij glimlacht echter en overhandigt haar zonder een woord van protest de zak met citroenen. Opgelucht overhandigt ze de eieren en vraagt meteen een nieuwe zak citroenen aan de marktkoopman die ze zelf betaalt. Als ze zich omdraait om ze weg te geven is de grijs-blonde man echter verdwenen.
“Meneer, waar bent u nou gebleven?”¯
Catalina draait een rondje om haar as om hem te zoeken.
“Heeft u misschien gezien waar hij heen ging?”¯ vraagt ze aan de verkoper.
Als het achter haar stil blijft, draait ze zich om en is ook hij verdwenen!
“Nou zeg! Droom ik nou of word ik gek?!”¯
Catalina opent de papieren zak om te kijken of ze ook daadwerkelijk citroenen heeft gekregen, want in deze rare situatie is ze daar niet meer zo zeker van. Ze telt er een stuk of tien, maar vindt ook nog iets anders. Ze steekt haar hand in de zak en haalt er een briefje uit.
'Je hebt zojuist het A-team gevonden' staat er in blokletters geschreven.
“Gevonden! Ze zijn alweer verdwenen, hoor!”¯ roept ze verontwaardigd uit.
“Nee hoor, we zijn er nog,”¯ zegt een vriendelijke stem achter haar.
Geschrokken draait ze zich om en kijkt midden in het glimlachende gezicht van de klant. De snor is verdwenen, er is een sigaar voor in de plaats gekomen. Het gele T-shirt heeft hij nog steeds aan.
“Kolonel John ‘Hannibal’ Smith,”¯ stelt hij zich voor terwijl ze handen schudden. “Loop je mee? In de auto praat het wat rustiger,”¯ vervolgt hij doelend op de luid waren aanprijzende kooplui op de markt.
Met argusogen volgt Catalina hem. Blijkbaar merkt hij hoe ongemakkelijk ze zich voelt want hij werpt haar een geruststellende blik toe. Hannibal neemt haar mee naar een grijs-zwarte van aan de overkant van de straat. Hij laat haar instappen, kijkt een moment alert om zich heen en stapt dan zelf in. Meteen herkent Catalina de persoon achter het stuur: de norse bruine citroenverkoper.
“Mevrouw Coldwater, dit is sergeant B.A. Baracus,”¯ stelt Hannibal hem voor.
De man draait zich een kwartslag naar haar om en geeft haar een hand als een boer die kiespijn heeft. Hannibal ziet schrik in de vrouwenogen naast hem.
“Zodra je hem beter kent, merk je vanzelf dat hij geen vlieg kwaad doet,”¯ verklaart Hannibal.
Die opmerking levert hem een vernietigende blik op via de binnenspiegel.
“Zolang je geen bad guy bent tenminste,”¯ vult hij kalm aan.
“O…”¯ is het enige dat Catalina weet te zeggen.
Ze gaat zitten en realiseert zich dat ze maar twee mannen ziet.
“Jullie zijn toch altijd met z’n drieën?”¯ informeert ze.
“Om precies te zijn met z’n vieren. Maar op de opsporingsberichten staan we altijd maar met drie man.”¯
“O… En die vierde man dan?”¯
“Die zit in het gekkenhuis,”¯ klinkt het bot vanachter het stuur.
Hannibal verzacht B.A.’s stelling door uit te leggen dat één van hen in een veteranenkliniek verblijft.
“Juffrouw Coldwater, kunt u in een paar woorden uitleggen waarom u ons nodig heeft? Zodra ons team compleet is willen we graag het hele verhaal horen.”¯
Catalina somt op wat er de laatste maanden gebeurd is op de geitenfarm en de locaties waar zij heen ging met haar kudde. Als ze vertelt hoe de sheriff haar baas in de steek laat loopt ze rood aan van woede.
Zowel Hannibal als B.A. luisteren aandachtig. Soms wisselen ze blikken van verstandhouding, maar ze vallen haar geen enkel moment in de rede.
“En nu zit Joe met zijn been in het verband en mag hij zeker een week niets doen,”¯ besluit Catalina haar betoog.
“Wat denk je B.A.?”¯ vraagt Hannibal.
Een diep gegrom en een krachtige hoofdknik dienen als antwoord.
“Ik bel u morgen voor een afspraak met de boer erbij. Het lijkt me het beste elkaar niet op de farm te ontmoeten.”¯
Hannibal laat Catalina uit de van en wacht met instappen tot ze uit het zicht verdwijnt.

Die avond tikt Lizzy Nick op de schouder. Verbaasd kijkt hij achterom. Ze gebaart dat hij met haar mee moet gaan naar een plekje achter in het café. Hij pakt zijn bierglas en sjokt achter haar aan. Ze heeft een plastic tas bij zich. Niet bepaald iets dat dames ’s avonds in een uitgaansgelegenheid bij zich dragen. Hij wordt nieuwsgierig. Zou ze het echt menen dat ze zijn hulp nodig heeft bij haar vreemde plannen?
Als Lizzy nuchter is blijkt ze een vrouw van weinig woorden te zijn. Ze pakt een stapeltje papier uit de plastic tas en legt het voor Nick neer. Met gefronste wenkbrauwen bekijkt hij een paar vellen waarop dreigementen staan, samengesteld uit verschillende soorten, maten en kleuren letters.
“Jij bent ijverig in je vrije tijd! Het lijkt wel of je weer op de kleuterschool zit!”¯ Schampert Nick.
Lizzy buigt zich naar hem toe en kijkt hem strak aan.
“Het werkt! Elke keer als die brieven op een nieuwe plek opduiken, jaag ik ze de stuipen op het lijf,”¯ zegt ze vol zelfvertrouwen.
“En wat wil je dat ik ermee doe?”¯ Nick ziet zichzelf geen brieven uitdelen.
“In je dagdiensten rijd jij toch op de vrachtwagen?”¯ Ze wacht geen antwoord af, maar schuift hem een foto toe en gaat gewoon verder. “Luister, als deze meid straks weer met die dubbeldekker op stap gaat en jij ziet die onderweg ergens staan…. dan stop je zo’n brief onder de ruitenwissers en je bent weer weg. That’s all!”¯
“Ohhh,”¯ reageert Nick opgelucht.
“Voorlopig.”¯
Ze werpt hem een strenge blik toe die hem duidelijk maakt dat ze geen tegenspraak duldt. Nicks grijns verdwijnt ogenblikkelijk. Ze stopt de stapel brieven terug in de plastic tas en schuift deze over de tafel naar hem toe. Terwijl ze opstaat zet ze haar vriendelijkste gezicht op en geeft hem in het voorbijgaan een schouderklop.
“Succes.”¯


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.