Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Secrets [S] » Walking On Air
Secrets [S]
Walking On Air
Grauwe golven klotsten tegen de half onder water verdwenen pieren. De zon wierp haar stralen op het wilde water, maar die waren nog te zwak om het strand echt warm te krijgen. Het was er dan ook uitgestorven, er was niemand die het in z’n hoofd haalde om het strand te bezoeken. Het water was te wild, te koud, te hoog, het zand was nat en plakkerig, maakte het er niet makkelijker op om je van de ene naar de andere kant van het strand te verplaatsen. Toch waren er vier jongens die hadden besloten het weer te trotseren en de zee op te zoeken. Drie van de vier hadden problemen met hun haar, dat door de wind constant in hun ogen geblazen werd. Ze hadden hun ogen tot spleetjes geknepen, zowel tegen de snijdende wind als tegen het pijnlijke gezwiep van de haren. Gustav had een totaal ander probleem. Zijn haren waren te kort om hem pijn te bezorgen, en zijn ogen waren tegen de wind beschermd door een bril. Die wind maakte het die bril er echter niet makkelijker op. Met gemene rukken werd eraan getrokken, in een poging het voorwerp van Gustavs hoofd te trekken. Met het gebruik van handen en armen wisten de jongens de schade tot het minimale te beperken, en dapper stapten ze door naar -
Ze wisten zelf ook niet waar ze heen gingen. Misschien zochten ze een beschut plekje, of wilden ze niet stoppen met lopen voor het eb werd. Misschien wilden ze helemaal niet stoppen met lopen.
Ze wisten het niet, ze zouden wel zien waar ze zichzelf heenbrachten. Het was vakantie, ze hadden geen verplichtingen, en de enige wens die ze hadden was al vervuld: ze waren gelukkig.
Stuk voor stuk wisten ze dat van zichzelf, en van elkaar. Omdat ze samen waren, omdat ze rust hadden, omdat ze konden doen wat ze wilden, maar toch vooral omdat ze samen waren. Samen omdat ze dat wilden, niet samen omdat ze moesten werken.
Het was de eerste keer sinds tijden dat ze met zijn allen op vakantie waren. Ze zagen elkaar bijna dagelijks, omdat ze samen moesten werken. Samen optreden, samen opnemen, samen gehoorzamen en samen uitvoeren. Niet dat ze daar echt mee zaten, maar het was toch anders. En dat waren ze een beetje vergeten. Het idee dat er, ondanks alle roem en bekendheid, toch nog mensen waren bij wie ze gewoon zichzelf konden zijn, was een enorme opluchting.
Terwijl ze op het strand liepen, met moeite door het zand vooruitkwamen, de wind pijnlijk in hun gezichten blies en het koude water gevaarlijk dichtbij kwam, bedachten ze zich dat. Dat ze het zich eigenlijk nooit gerealiseerd hadden, maar dat ze elkaar hadden, en dat dat genoeg reden was om gelukkig te zijn. Ze waren Gustav onwijs dankbaar voor het organiseren van de vakantie, omdat die hen weer bij elkaar had gebracht. Dat het weer was omgeslagen deed er niet echt toe. Dat ze in het park een aantal fans tegen gekomen waren en hen handtekeningen gegeven hadden, deed er ook niet toe. Ze zagen het steeds minder als tijdverspilling. De meisjes waren ook verbazingwekkend rustig tegenover hen, waren hen in de eerste instantie voorbij gelopen, hadden nog een keer achterom gekeken en gezien dat de jongens hen nakeken, en hadden toen de moed verzameld om terug te lopen en de jongens aan te spreken. Ze hadden handtekeningen gekregen, nog een kort praatje gemaakt, en waren daarna zielsgelukkig doorgelopen. Tom had nog een half uur lang voor zich uit lopen staren, verbaasd dat hij niet vermoord was door twee hysterische meisjes, en had daarna toegegeven dat Gustav gelijk had gehad. De rest van de dag hadden ze in het park gezeten, lachend, pratend, etend, en ze hadden het onwijs naar hun zin gehad. Ze gingen pas naar huis toen de schemering viel en er lichte regendruppeltjes uit de hemel begonnen te vallen. De regen was de dag erna alleen maar heviger geworden, en de jongens hadden besloten een dagje thuis te blijven. ’s Avonds hadden ze wel besloten dat de hele dag binnen zitten ook niet mee viel, en dat het huis ineens veel kleiner leek dan het eigenlijk was. Dus waren ze de volgende dag weer op pad gegaan, naar het strand, op Gustavs voorstel.
‘Ik denk,’ begon Gustav, ‘dat we hier wel kunnen gaan zitten.’ Hij doelde op een plek in de schaduw, die afgeschermd was door het begin van een rotswand, waardoor de wind er niet al te hard waaide en het zand niet nat was van de regen van de afgelopen dag en nacht.
De andere jongens stemden in en volgden Gustav de laatste tien meters naar de beschutte plek. Daar gooiden ze alle tassen op de grond en lieten zich uitgeput op het zand zakken.
‘Ik heb het koud,’ deelde Tom rillend mee.
‘Stel je niet aan,’ antwoordde Georg, ook al moest hij zelf moeite doen om niet te klappertanden.
‘Probeer je te zeggen dat jij het niet koud hebt?’
‘Ja,’ knikte Georg dapper. Hij durfde tegenover Tom niet toe te geven, daar was hij te trots voor.
‘Dan daag ik je uit,’ grinnikte Tom.
‘Wat moet ik doen dan?’ Georg probeerde de angst uit zijn stem te houden.
Een ondeugend gegrinnik verliet Toms mond. Hij wachtte twee tellen, terwijl hij bedacht hoe hij zijn idee het best ging formuleren. Na die twee tellen bedacht hij echter dat het eigenlijk heel simpel was: ‘Als jij het niet koud hebt, en je bent echt zo stoer als je je voordoet, zou je nu het water in durven gaan. Maar ik geloof het allebei niet, dus ik wed dat je het water niet in durft.’
‘Dat kun je niet menen!’ riep Georg uit. ‘We hebben geen handdoeken bij ons, en ik heb geen zwembroek. Ik durf heus het water wel in, maar dan loop ik de rest van de dag in doornatte kleding, en met deze wind is dat echt geen pretje.’
Dat was Gustav beurt om te grinniken.
‘Wat?’ vroeg Georg, lichtelijk geïrriteerd.
‘Ik heb wel handdoeken bij me.’
Het bleef enkele tellen stil, waarna Georg volhield dat hij geen zwembroek bij zich had.
‘Dan ga je in je onderbroek,’ bedacht Tom.
‘Maar dan loop ik de rest van de dag in een natte onderbroek rond!’
‘Dat ligt eraan…’
‘Je denkt toch niet dat ik hem uit ga trekken?’ vroeg Georg ontzet.
‘Wat jij wilt. Jouw keuze. Als je er al ingaat, want ik blijf erbij dat je daar niet dapper genoeg voor bent.’
Georgs gezicht vertrok. Hij voelde er absoluut niets voor om het water in te gaan, maar hij voelde er al evenmin voor om door Tom vernederd te worden.
‘Wat krijg ik als ik wel ga?’ vroeg hij nog. Tom dacht even na.
‘Dan ga ik er ook in,’ besloot hij toen, er nog altijd van verzekerd dat Georg niet zou gaan.
‘Ik wil meer.’
‘Je wilt zoveel.’
‘Nee, ik meen het serieus. Ik sluit deze alleen, als jij er met kleding en al ingaat.’
‘Ben je gek?’ riep Tom uit.
‘Ik neem aan van wel, aangezien ik hier afspreek om me op een openbaar strand uit te kleden, terwijl de temperatuur nogal laag is. En om het nog erger te maken, ga ik ook het water in, en dat is nog veel kouder.’
‘Dus je doet het?’
‘Reken maar.’
Terwijl Tom de weddenschap zachtjes vervloekte, trok Georg zijn jas uit, gevolgd door zijn trui, zijn shirt, zijn schoenen en zijn broek. Tot hij alleen nog zijn onderbroek aanhad.
‘Nu is het toch wel een klein beetje koud,’ bekende hij. Tom grinnikte, waarop Georg een knop in zijn hoofd omdraaide en met zijn verstand op nul richting het ijskoude water rende.
‘Doe het alsjeblieft niet,’ prevelde Tom nog.
Maar Georg bleef naar het water rennen. Eropaf, erin, erdoorheen. Erin. Pas toen hij er tot aan zijn heupen instond, realiseerde hij zich hoe koud het was.
Tom besloot er een schepje bovenop te doen, in de hoop dat Georg op zou geven: ‘Hoofd onder water, anders telt het niet.’ Het duurde heel even voor er een reactie kwam, maar toen liet Georg zich, met gespreide armen, voorover vallen. Het toch al wilde water begon nog wilder te schuimen, en eventjes vreesde Tom dat zijn vriend niet boven zou komen, maar die angst bleek overbodig, want al gauw stond Georg weer op twee benen.
‘Nu jij!’ brulde hij naar Tom. Die aarzelde nog heel even, wetend dat hij het onwijs koud ging hebben, maar hij was niet van plan op te geven, dus rende ook hij het water in. Tot aan zijn knieën, toen bleef hij stilstaan.
‘Dat telt niet,’ protesteerde Georg. ‘Kopje onder, net als ik.’
Tom haalde diep adem, en toen liet ook hij zich voorover vallen. Toen hij bovenkwam kreeg hij een extra plens water in zijn gezicht, door Georg naar hem toegezonden. Hij zond een flinke golf water terug, en al gauw waren de jongens zo bezig met elkaar nat te spetteren, dat ze de kou vergaten.
Bill en Gustav keken toe, vanaf te kant, veilig en droog. Zo onopvallend mogelijk schuifelden ze naar elkaar toe, zo goed mogelijk proberend die beweging voor elkaar te verbergen.
Tot ze tegen elkaar aan stonden, en voelde hoe de warmte door hun lichamen vloeide. Lichaamswarmte kon het niet geweest zijn, daarvoor hadden ze teveel lagen kleding aan.
Gustav schudde zijn hoofd: ‘Die eeuwige weddenschappen ook.’
Bill kon alleen maar glimlachen.
Ik was het vergeten.
Reacties:
Dit is echt cooool.
En, ze zijn gewoon lief samen.
en mijn reactie zuigt.
Nja, snel verder :''D
<3333
Bodine dit is awesome <333
weetje
het verbaasd me dat Billchen en Gussie nog geen stelletje zijn en dat Tom en Georg nog niet beseffen dat ze heel goed bij elkaar passen weetje...
PLEASEEE GA VERDEEEEEEEEER <333
puppyeyes? :3
BOOOO
DIT
IS
AWESOMEEEEE
Echt prachtig, man, serieus o.o
Jij bent goeed<3
Snel veder? :]
Sorry voor de kutreactie XD
~Ansj
2 dingen!
1. HOE KON JE DAAR STOPPEN! :'(
2. Hoe lief <3
kansloos is deze reactie :' but oaky (: wss is t de dag van de kutreacties enzo
Edit: IK GA JE NIET SLAAN! alleen omduwen!