Hoofdcategorieën
Home » Twilight » When the world turned upside down {~afgewerkt~} » 6. Talking to my love.
When the world turned upside down {~afgewerkt~}
6. Talking to my love.
Een paar uur later zit ik in een grote, en lichte ruimte, wachtend tot de dokter komt.
‘Noa Collins,’ hoor ik een vriendelijke en melodieuze stem zeggen.
Ik draai me om en kijk naar een knappe man.
‘Ja, dat ben ik,’ zeg ik vriendelijk.
‘Carlisle Cullen,’ stelt de man zich voor en als ik zijn hand schudt, valt het me op dat die ijskoud is.
Met zachte en koele hand begint Carlisle met de wond op mijn hoofd. ‘Hoe is het gebeurd?’ wil hij weten. Ik weet dat ik niet kan liegen, dus wring ik de feiten uit tot een geloofwaardige smoes.
‘Ik was aan het afruimen, maar liet de borden vallen. Vervolgens viel ik zelf, en toen viel ik dus in die scherven,’ vertel ik. Carlisle knikt en gaat verder met mijn hoofdwond hechten.
De grote klapdeuren van de zaal vliegen open en er komt iemand binnen.
‘Carlisle,’ groet Emmett Carlisle.
‘Emmett,’ glimlacht Carlisle. ‘Noa? Wat doe jij nou hier? Het is drie uur ’s nachts!’ zeg Emmett verwonderd.
Ik tover een flauw glimlachje tevoorschijn. ‘Ik ben gevallen.’
Hij lijkt me niet te geloven en ik zou willen dat hij niet zoveel van me wist.
‘En wat doe jij hier?’ vraag ik aan Emmett als ik me herinner dat hij natuurlijk ook om drie uur ’s nachts in een ziekenhuis staat.
‘Ik moest wat tegen Carlisle zeggen van Esmé,’ grijnst hij.
Ik knik afwezig. Eigenlijk zou ik nu bang voor Emmett moeten zijn, maar de angst die ik eigenlijk zou moeten voelen, blijft weg. Carlisle komt overeind. ‘Zo,’ glimlacht hij. Ik spring op en wankel even op mijn benen.
‘Pas wel op want je bent nog een beetje zwak,’ waarschuwt Carlisle. Ik knik, en bedank hem. Ik trek langzaam mijn vest aan en rits hem dicht.
‘Nou dan ga ik maar, bedankt,’ glimlach ik en vertrek door de felverlichte gangen.
‘Noa! Wacht!’ hoor ik een stem en ik draai me gelijk om. Emmett.
‘Ik geef je wel een lift naar huis,’ biedt hij aan. Ik aarzel even. ‘Maar mijn auto staat hier, en hoe kom je anders weer thuis?’ vraag ik fronsend.
Emmett grijnst. ‘Maak je daar maar geen zorgen over, ik vraag Carlisle wel of hij me op weg naar huis ophaalt,’ grijnst hij.
Een brede, maar verlegen lach verschijnt op mijn gezicht. ‘Goed dan.’ De weg naar mijn auto lijkt een stuk korter met de aanwezigheid van Emmett en ik ben blij als ik op de bijrijderstoel van mijn eigen auto zit en Emmett achter het stuur kruipt. Hij begint te rijden en na een tijdje voel ik een lachkriebel opkomen. ‘Je ziet er niet uit in zo’n klein autootje,’ giechel ik.
Hij grinnikt. ‘En bedankt.’ Ik lach. ‘Je Jeep staat je beter.’
‘En daar let jij op?’ vraagt hij plagerig.
‘Ja.’
Het was eruit voor ik er erg in had. Snel sla ik mijn hand voor mijn mond en schud mijn hoofd.
‘Nee. Wacht. Daar let ik niet echt op, maar het is natuurlijk wel opvallend als het de enige Jeep is en iedereen weet dat hij van jou is en toen ik je dus een keer zag viel het meteen op, maar natuurlijk kijk ik niet altijd hoe jij in je auto zit want dat zou volstrekt belachelijk zijn,’ ratel ik en ik val stil, ik heb niks meer te zeggen na mijn idiote waterval van beschamende woorden. Emmett lacht. ‘Laat maar, het was maar een grapje,’ grinnikt hij. ‘O,’ een beetje beschaamd draai ik mijn hoofd naar het raampje.
Reacties:
hahaha, dat laatste stukje.. echt zo ratelen. ^^ ik zie het echt voor me
geweldig geschreven weer
hup Emmet <3
Auwwww Wat sgattig
snel verder <333333333