Hoofdcategorieën
Home » All Time Low » In Passing. -Jack Barakat » 01. Bury me alive.
In Passing. -Jack Barakat
01. Bury me alive.
Ik liep over de grijze kiezelsteentjes en schopte er af en toe weg met mijn afgesleten All Star. Met gebogen hoofd liep ik vlug naar het plaatsje dat ik zocht. Ik ontweek andere mensen hun blik. Het enige wat ze tegenwoordig nog deden was schuldig naar me kijken. Alsof ze wisten dat het mijn schuld was en me allemaal aanwezen. Alsof er in grote letters schuldig op mijn voorhoofd stond geschreven.
Ik ademde de koele lucht in en probeerde tevergeefs mijn tranen tegen te houden. Hoewel ik niet naar het graf gekeken had, wist ik dat ik hier moest stoppen. Zesenvijftig stappen. Zesenvijftig stappen om bij hem te zijn. Langzaam keek ik vanonder mijn capuchon naar de foto en de naam die ernaast stond. Ik kneep mijn ogen enkele seconden dicht. In die seconden wist ik dat het niet uitmaakte hoelang ik mijn ogen gesloten hield. Niets kon hem terugbrengen. Niets kon de klok terugdraaien naar de dag waar ik hem dood had gewenst. Het was allemaal mijn eigen schuld. Ik ademde diep in en opende mijn ogen, hopend dat het graf waar ik voor zat plots een andere naam gekregen had. Natuurlijk was dit niet het geval.
Ik glimlachte zwakjes bij het zien van de foto. Het verwelkte bloemetje naast de foto nam ik uit het vaasje en stak er een nieuw in, die ik de hele tijd dicht bij me had gehouden. Het was exact een jaar geleden dat ik hem bezocht had. Vroeger was ik bijna iedere week naar hier gekomen, maar mama vond dat ik afscheid moest nemen. Na zijn dood was ik een leeghanger geworden. Ik dwaalde doelloos rond en ik had geen idee wie me hier nog nodig had op de wereld. Zelfmoord leek een aangename gedachte, maar het zou laf zijn en ik kon het mama niet aandoen.
De wind blies enkele haren in mijn gezicht en ik deed geen enkele moeite om de haren terug op hun plaats te leggen. Alsof het weer voelde wat ik doormaakte, begon het zachtjes te spetteren. Het gaf niet, ik hield van de regen.
Ik keek naar de foto, de naam en zonder dat ik het wilde, dacht ik terug aan die bewuste dag.
We zaten al een kwartier in de auto en hadden nog geen woord tegen elkaar gezegd. Vandaag was weer één van die dagen dat we constant ruzie maakten. Nauwlettend hield ik de kilometerteller in de gaten. Hij reed opnieuw te snel. Vanuit mijn ooghoeken keek ik hem aan, maar hij had zijn ogen strak op de weg gericht.
‘Je rijdt alweer te snel,’ zei ik voorzichtig.
Hij keek me even aan en keek toen terug naar de baan. Ik haatte het alsof hij deed dat hij me niet gehoord had.
‘Het is gevaarlijk. Zeker in dit weer,’ probeerde ik opnieuw.
Het was hevig aan het regenen. Je kon haast niets zien.
‘June, doe niet zo dramatisch,’ zei hij oogrollend.
‘Sorry dat ik dramatisch doe, David, maar ik ben mijn leven nog niet beu.’
Ik had het altijd leuk gevonden dat zijn naam David was. Het deed me denken aan de gitarist van Simple Plan. Ik had het hem vaak gezegd en we hadden er vaak grapjes om gemaakt.
Hij zuchtte luid en drukte uitdagend nog wat meer op het gaspedaal.
‘Als je zo gaat doen, heb ik liever dat je de auto aan de kant zet zodat ik kan uitstappen!’ zei ik geïrriteerd.
David bracht bruusk de auto tot stilstand en keek me met een grijnsje aan. ‘Alsof jij dat hele eind in de regen wil lopen?!’
Ik keek hem doordringend aan en wilde bijna toegeven, maar ik deed het niet. Ik opende mijn portier voor de helft en keek hem toen opnieuw aan.
‘Als jij niet de hele tijd zo dom doet -’
‘Ja, geef mij nu maar weer de schuld,’ zei hij terwijl hij geërgerd met zijn ogen rolde.
‘Misschien is het beter als we elkaar even niet meer zien,’ zei ik en probeerde hem in de ogen te blijven kijken wanneer ik de woorden één voor één duidelijk uitsprak.
Ik stapte uit en trok mijn kap over mijn hoofd. Vragend bleef ik hem aankijken. Dit was het moment waarop ieder meisje wilde dat de jongen zich verontschuldigde, haar in zijn armen nam en haar innig kuste. Zoals hij iedere keer al had gedaan. Alleen duurde het dit keer langer dan normaal.
‘Weet je, June? Ik denk dat je gelijk hebt. Het gaat niet meer zo goed te laatste tijd.’
Ik verstijfde. Het voelde alsof ik net een klap in mijn gezicht gekregen had. Ik hapte naar adem.
‘Fijn! Laat me weten wanneer je denkt dat ik ongelijk heb!’ riep ik in zijn gezicht en knalde het portier dicht.
Woedend stapte ik verder op het voetpad terwijl ieder deeltje van mijn hart wenste dat David het portier ging openen en naar me toe ging lopen. Een traan vond een uitweg in mijn ooghoek wanneer ik de motor hoorde starten. Even later raasde de zwarte auto me voorbij.
‘Weet je wat?!’ gilde ik naar de auto, ‘Val dood! Ik heb je niet nodig!’
Op dat moment had ik hem doodgewenst. Het kon me niets meer schelen. Ik kon evengoed zonder hem leven. Het was vast niet zo moeilijk. Ergens hoopte ik dat hij een ongeval ging krijgen zodat hij besefte dat ik gelijk had gehad en daarna met hangende pootjes terug naar me toekwam.
Boos bleef ik stevig doorstappen. Ik was drijfnat wanneer ik eindelijk mijn voordeur bereikt had. Trillend van de koude stak ik mijn sleutel in het slot en draaide de sleutel om. Ik opende de deur en stak het licht in de gang aan. Met een klap, dankzij de hevige wind, sloeg de deur dicht. Nog geen minuut later werd de deur die naar de living leidde, geopend.
Mama stond in de deuropening en ze keek me verwilderd aan. ‘June?!’
Niet-begrijpend bleef ik haar aankijken.
‘Oh, June!’ riep ze snikkend uit.
Ze liep naar me toe en omhelsde me zo hard dat ik dacht dat ik geen adem meer ging krijgen.
‘Ik vind het zo erg voor je.’
Ik fronste mijn wenkbrauwen. ‘Wat is er erg?’
Had David al verteld aan mijn mama dat we niet meer samen waren?
Mama kreeg de bekende frons op haar gezicht die ze allemaal kreeg als ze totaal uit de lucht gevallen was. Ze nam mijn hand en liep naar de living. Ze ging in de zetel zitten en klopte op de vrije plaats naast haar. Aarzelend ging ik zitten, normaalgezien zou ik eerst mijn natte kleren moeten uittrekken. Blijkbaar vond ze het dit keer niet erg dat mijn kleren drupten en overal een spoor achterlieten. Mama omhelsde me opnieuw. Ik snapte het niet.
‘Ik dacht dat je er niet meer was, June,’ zei ze terwijl ze ongecontroleerd ademhaalde.
Het deed pijn om haar zo te zien.
‘Je praat in raadsels, ik versta er niets van,’ zei ik terwijl een onbekend gevoel mijn maag binnendrong.
Mama keek me met haar betraand gezicht aan. Ze bestudeerde mijn gezicht een tijdlang en zei toen zacht: ‘David heeft een ongeval gehad. Hij was op slag dood. Het spijt me, June.’
Hoewel haar stem zo schor was, voelde het alsof ze het in mijn gezicht geroepen had. Met wijd opengesperde ogen keek ik haar aan. Mijn mond was halfopen gevallen.
‘Het spijt me zo, June,’ herhaalde ze opnieuw.
‘Dat kan niet!’ schreeuwde ik, ‘Je liegt!’
Ik stond op en begon rondjes te wandelen in de living terwijl de tranen onbeheerst over mijn wangen liepen.
‘June, ik vind het zo erg voor je,’ huilde mama.
‘Dit kan niet!’ riep ik opnieuw.
Mama omhelsde me en zakte samen met me op de grond. Ik klampte me aan haar vast zoals een klein kindje dat deed wanneer het zijn eerste schooldag was.
‘Laat me niet alleen,’ zei ik wanhopig, ‘Waag het niet om me alleen te laten.’
Ik laat je niet alleen, June,’ zweerde ze.
Het enige wat de kamer vulde, was ons verdriet. Vooral het mijne. Het duurde even voor het tot me doordrong dat dit mijn schuld was. Ik had hem immers doodgewenst.
‘Het spijt me,’ zei ik tegen de foto.
Ik kon niet meer zeggen dat ik hem miste, want dat had ik al zoveel gezegd. Ik voelde het ook niet meer altijd, ik leerde er gewoon mee leven. De foto glimlachte naar me, alsof hij me begreep.
‘Mama zegt dat ik afstand van je moet nemen, dus zeg ik tot volgend jaar, maar je bent altijd bij me.’
Een flauwe glimlach verscheen op mijn gezicht. ‘Tot volgend jaar,’ fluisterde ik en veegde snel een traan weg die vrijgekomen was.
Met gebogen hoofd liep ik vlug het kerkhof uit. Ik vond het een nare plek en ontweek die liever, maar het voelde ook alsof ik er werd naar aangetrokken op een speciale wijze. Ooit had ik mama toevertrouwd dat ik soms David om me heen kon voelen. Ze keek naar me alsof ik gek was. Ik kon het haar niet kwalijk nemen. Zodra ik de woorden had uitgesproken, besefte ik hoe dom ze klonken. Mama dacht dat ik het mezelf wijsmaakte omdat ik geen afscheid van hem kon nemen. Ze kon gelijk hebben, ik wist het niet. Ik was van niets meer zeker de laatste twee jaar.
Ik was inmiddels al een kwartier aan het wandelen en was kleddernat. Mijn haren plakten aan mijn gezicht en mijn gilet bood geen bescherming meer. Het deerde me niet zoveel want ik moest nog één hoek om voordat ik in mijn straat was.
Ik trapte in een plas net voordat ik de hoek omging. Ik vloekte binnensmonds wanneer het water in mijn All Star drong. Op dat moment knalde ik tegen iemand aan en viel hard op de grond, in de plas waar ik nog net met mijn schoen in gelopen was.
Reacties:
Een ATL-verhaal! *glimmende oogjes*
Er zijn hier veel te weinig verhalen over ATL.
Je kan mooi schrijven. Zoals hometownhero al zegt, is het heel aagrijpend. Ik kan niet wachten tot je verder bent<3
xx
Ik vindt het PRACHTIG!
Dit doet me heel erg denken aan toen mijn vriendje overleden was!
Erg aangrijpend dit verhaal, ga zo verder!
- Hometownhero.
ik zit hier bijna te huilen!
Please, zeg dat je verder gaat schrijven! En mag ik dan een melding?