Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Waking The Demon [7-shot] » 5.
Waking The Demon [7-shot]
5.
Ik ril en duik dieper weg in mijn jasje terwijl Tom voor de derde keer heftig aanbelt. Het adres dat we gevonden hebben is een klein rijhuis in een afgelegen stadje. Alle rolluiken zijn omlaag en er is geen teken van leven te bespeuren.
“Dit heeft geen zin.”¯ mompel ik terneergeslagen. “Hier is niemand.”¯ Ik wil me omdraaien en weer naar de auto lopen, wanneer Tom hard met zijn vuist op de deur slaat. Ik kan het gebonk horen weergalmen aan de andere kant van het hout. Plots klinkt er luid geknars, als van een slot dat niet genoeg gesmeerd wordt. De deur draait piepend open en een meisje verschijnt in de deuropening. Hooguit zeventien jaar, mager, klein, met kort blond haar en trieste blauwe ogen. Ze bestudeert ons een paar seconden en ziet dan mijn zwarte ogen. Ze zucht diep.
“We verwachtten jullie al. Het zou niet lang meer duren tot een nieuwe overgang.”¯ Ze knikt naar de donkere gang en ik loop haar verbijsterd achterna, met Tom in mijn voetsporen. Het meisje gaat ons voor en leidt ons de trap op. Ze doet me denken aan een zwerfkat, zo dun en verwaarloosd maar zonder zielig te zijn. Ze heeft harde trekken rond haar ogen die een moeilijk leven verraden, maar verder ziet ze er best lief uit.
“Grootmoeder zit daarbinnen.”¯ gebaart ze. “Zij zal jullie helpen.”¯ Zelf verdwijnt ze door een andere deur en ik stap aarzelend de kamer binnen die ze ons aanwees. Een geur van wierook en gedroogde kruiden walmt om ons heen. De kamer is donkerrood geverfd en overal hangen rare versieringen. Het lijkt op zo’n kitscherig decor uit een derderangs heksenfilm en ik begin me al af te vragen of dit wel een goed plan was. Maar dan zie ik de vrouw en ik twijfel niet meer.
De vrouw heeft geen haakneus of hoge puntmuts. Ze is een gewone vrouw, zwart haar met grijze banen, een bril met een rood montuur en een wijde zwarte oude-damesjurk. Ik zou haar een jaar of vijfenzestig schatten. Mijn oog valt plots op haar handen en mijn maag draait om. Aan haar linkerhand mist ze twee vingers, middelvinger en ringvinger lijken onder het laatste kootje te zijn afgehakt. En ik voel iets aan haar. Ze zendt golven uit die ik kan lezen als een boek. Als zij me niet kan helpen, kan niemand het.
“Ga maar zitten.”¯ gebaart ze naar een kussen op de grond. Voorzichtig laat ik me zakken. Tom bekijkt de vrouw wantrouwig en gaat dan met veel tegenzin naast me zitten. Achter ons stapt het meisje de kamer weer in, met een dienblad in haar handen. Ze zet een theepot en drie kopjes tussen ons op de grond, zonder iemand aan te kijken. De oude vrouw keurt haar geen blik waardig en schenkt thee in de kopjes. Ze knikt kort naar ons en we nemen elk een kopje. De geur van muntthee met kruiden prikkelt mijn neus en ik neem een gulzige slok. Lekker warm. Tom is minder enthousiast, maar hij durft niet te weigeren.
“Laat me je hand zien.”¯ zegt de vrouw plots. Ik doe wat ze vraagt en een rilling trekt door mijn ruggengraat wanneer ze met haar verminkte hand mijn pols beetpakt. Ze bekijkt het zwarte symbool en drukt er haar wijsvinger tegen. Mijn hand wordt warm en het symbool gloeit een paar seconden felrood op. De vrouw knikt en laat mijn hand los.
“Het symbool is echt. Jij bent de nieuwe.”¯
“De nieuwe wat?”¯ vraagt Tom geërgerd. De vrouw kijkt hem nu voor het eerst aan en grijnst wreed, haar tanden zijn grauw.
“Jullie hebben echt geen idee, hé.”¯ zegt ze zacht. Tom rolt met zijn ogen en ik geef hem stiekem een kneepje in zijn knie. Die vrouw kan mij misschien helpen, hij moet haar niet kwaad maken! Ze zucht even diep, giet haar thee achterover en begint aan een lang verhaal. Een verhaal waar mijn nekharen spontaan recht van komen.
Demonen bestaan. Dat is het eerste wat ze zei. Demonen zijn oerkrachten, wezens van magie. In hun eigen universum kunnen ze de meest gruwelijke vormen aannemen, maar in onze wereld zijn ze alleen maar energie, zonder verschijning. Demonen reizen heen en weer tussen hun wereld en die van ons. Ze zijn meesters van chaos, veel verschijnselen in onze wereld zijn aan hen te wijten. Van de piramiden van Cheops tot de Chinese muur, van tornado’s tot bosbranden, van de val van het Romeinse Rijk tot de Tweede Wereldoorlog… overal is de demonische activiteit te lezen.
Demonen steken niet zomaar over, daarvoor hebben ze hulp uit deze wereld nodig. Hulp van mensen. Die mensen worden door kenners portalen genoemd. Het zijn willekeurige slachtoffers die ‘besmet’ worden met een klein beetje demonische magie. Om te kunnen oversteken, hebben demonen energie nodig. Die lenen ze van zo’n portaal. En omdat zo’n oversteek een tunnel creëert tussen twee werelden, is daar veel energie voor nodig. Zoveel, dat een gewoon mens niet genoeg is. Als een mens zonder magisch virus als portaal zou worden gebruikt, zou die ter plekke doodvallen en komt de demon ergens halverwege twee universums vast te zitten.
Portalen worden willekeurig gekozen. Zodra ze besmet zijn, treedt er verandering op. Ze verkleuren en krijgen allerlei vreemde krachten. Dat zijn slechts bijwerkingen van de magie. Het belangrijkste punt is dat demonen hun portalen zo lang mogelijk willen gebruiken, dus de mens in kwestie wordt voor onbepaalde tijd onsterfelijk. Dat wil zeggen, zolang de demonen hem of haar kunnen gebruiken, dat kan variëren van 50 jaar tot een paar eeuwen, al naargelang hoe sterk je bent en hoe goed je meewerkt. Het gemiddelde is iets meer dan een eeuw.
In de tijd waarin een mens als portaal functioneert, veroudert hij niet. Demonen kunnen meer energie onttrekken aan een jong lichaam, dus houden ze hun portalen kunstmatig jong. Vuistregel van magie: alles is mogelijk, zelfs het onmogelijke. Wanneer de demonen aanvoelen dat één van hun portalen langzaamaan uitgeput raakt, sturen ze nieuwe magie naar die persoon. Die zal dan onmiddellijk verdwijnen en weer verschijnen in de onmiddellijke nabijheid van een nieuw portaal. Die persoon wordt door de kaarten van het lot willekeurig uitgekozen. Het oude portaal gebruikt dan op automatische piloot de magie van de demonen en geeft de fakkel door aan het nieuwe slachtoffer. Het oude portaal verandert weer naar zijn oude zelf en neemt zijn leven weer op, het nieuwe portaal begint aan zijn tijd. En dat gaat al zo sinds het begin van de mensheid.
Waarom dit niet bekend is? Simpel antwoord. Niemand gelooft het. Portalen werden al in de oude tijden anders behandeld. Ze waren orakels, heksen, tovenaars, geesteszieken. Demonische activiteit is zichtbaar verborgen, ze staart ons zo in het gezicht dat we er overheen kijken. Het is maar zo, zou jij iemand geloven als ze jou dit verhaal zouden vertellen? Nee, dat dacht ik al. Daarom leven portalen vaak erg teruggetrokken, uit angst voor de schande en de wijzende vingers. En vooral voor het onbegrip. Niemand gelooft hen.
De vrouw die tegenover mij zit, is de bekendste demonenspecialist ter wereld. Ze is ook het oudste portaal waarvan er aantekeningen zijn. 327 jaar lang heeft ze demonische oversteken naar deze wereld mogelijk gemaakt. Ik vraag haar waarom ze het niet stopte. Hoe kan je wezens van pure slechtheid toelaten jouw lichaam en geest te misbruiken om vervolgens in jouw wereld chaos te stichten? Ze bekijkt me minachtend, ik ben nog zo’n groentje in haar ogen. Ik ben nog geen 19 jaar, zij is er 391. Ze heeft de demonen zo lang aan het werk gezien, ze heeft deze wereld zien veranderen. Volgens haar is dit de natuurlijke loop van de zaken. Demonen maken deel uit van ons bestaan zoals we het kennen. Hen uit onze wereld verbannen zou meer kwaad doen dan goed. De wetten van het universum laten zich niet zo makkelijk verbuigen.
“Kan hij hier op één of andere manier onderuit?”¯ vraagt Tom. Ik kan geen vragen meer stellen, ik ben volledig lamgeslagen.
“Zonder dat de demonen hem losmaken? Nee.”¯ zegt de vrouw. Paniek slaat me om het hart. Dat kan ze toch niet menen?
“Mevrouw, u moet ons helpen! Er moet toch iets zijn waarmee u hem hiervan kan verlossen?”¯ Tom smeekt nu bijna en ik zie tranen in zijn ogen blinken. Weer schudt de vrouw haar hoofd. Tom laat zijn kin op zijn borst vallen en grijpt radeloos in zijn dreadlocks. Ik zit versteven naar de bodem van mijn theekopje te staren. Het is voorbij. Ik ben vervloekt. Ik ben een demonenkind, onsterfelijk tot ik niet langer van nut ben. Ik…
“Grootmoeder, waarom helpt u hen niet?”¯ klinkt er een stemmetje achter ons. Het blonde meisje staat in de deuropening, de blauwe ogen schitteren woest.
“Rowena, bemoei je er niet mee!”¯ grauwt de dame.
“Ik weet dat het u het één keer eerder gelukt is, toen u mijn moeder, uw dochter, zag veranderen! Toen heeft u het risico genomen! En ik vind het walgelijk egoïstisch van u dat u hen weigert te helpen!”¯ De oude vrouw zucht en gebaart streng naar het meisje. Die draait zich om en verdwijnt, iets triomfantelijks in haar ogen.
“Rowena, mijn kleindochter. Haar moeder is gestorven toen ze vier was. Onze hele familie zit verward in de demonenwereld. Zij zelf ook. Het is een lang verhaal, maar door de decennia dat ik verbonden was met demonenmagie, is er iets verandert in mijn genen. Ik draag zelf een stuk permanente magie in mij. Ik ben, wat je noemt, een heks.”¯ Ze lacht vreemd, droef. “Ik was jonger dan jij toen de demonen mij uitkozen. Net zestien geworden. Toen ik eindelijk terugveranderde, dacht ik dat ik normaal zou opgroeien. Ik trouwde en kreeg een dochter. Mijn man wist van mijn verleden, ik had hem leren kennen toen ik nog als portaal diende. We dachten dat het voorbij was, maar onze dochter… Ik gaf een gen aan haar door, een demonisch restje. Mutatie komt vaker voor bij ex-portalen en hun nageslacht, maar dat wist ik toen nog niet. Portalen en hun afstammelingen zijn de oorsprong van alle legendes over weerwolven, vampiers, heksen en wat je nog meer kan bedenken. Mijn dochter was besmet met een magisch gen, dat ze later trouwens ook aan Rowena doorgaf. Naarmate mijn dochter ouder werd, leerde ze meer over demonen maar ze was er niet bang voor. Ze hielp mij met mijn magische genezingen en onze familie kwam tot rust. Tot zij op een dag begon te veranderen. Ze vertelde iets over een zwarte jongen die iets in haar hand had getekend en dan weer verdwenen was. Ik wist meteen waar ze het over had en inderdaad, het symbool in haar hand loog er niet om. Ze was amper twaalf. Ik wou mijn dochter niet overgeven aan die machten, onze familie had haar deel gehad. Dus ik nam het risico. Het kostte me twee vingers maar het lukte.”¯
“Wat voor risico?”¯ vraagt Tom stil.
“Een oud uitdrijvingsritueel van de druïden. Als het goed is uitgevoerd, dwingt het elke demonische activiteit uit een lichaam. Ook de vloek van de portalen.”¯
“Mevrouw… kunt u mij helpen met dat ritueel?”¯ vraag ik met een stem die schuurt van de zenuwen. Ze denkt even na en zegt “Jullie weten niet waaraan jullie beginnen.”¯
“Kan u hem helpen, ja of neen?”¯ vraagt Tom hard.
“In principe wel.”¯ zegt de vrouw. “Maar de risico’s zijn groot.”¯ Ze drinkt de laatste restjes koude thee in één teug op, veegt haar mond droog en grijnst vreugdeloos “Als het ritueel goed gaat, zal de magie overgaan op de uitvoerende magiër. Dat is geen probleem, ik heb mijn eigen magie ontwikkeld en kan de demonische energie onder controle houden. Als het fout gaat…”¯ Ze laat een dramatische pauze vallen en staart mij strak aan.
“In dat geval zullen zowel de magiër als het slachtoffer sterven.”¯
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.