Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Just Twins » Hoofdstuk 23 - Maryl
Just Twins
Hoofdstuk 23 - Maryl
Maryl kon niet geloven dat één avond zo'n ravage kon aanrichten. En dan had ze het nog niet eens over de emotionele ravage. Ze had zich gerustgesteld met het idee dat ze nog een paar dagen had, maar het telefoontje van haar moeder had die plannen in de war gestuurd.
“Zal ik helpen?”¯ vroeg Pieter achter haar.
“Nee, bedankt.”¯ zei Maryl koud. “Het lukt wel.”¯
Het was echter nogal redelijk duidelijk dat dat niet zo was. Maryl duwde de tafel vooruit met maar één poot. Het was een mengeling tussen slepen en duwen en het lukte voor geen meter.
Pieter leek haar te negeren en nam het uiteinde van de tuintafel op. Ook al was de tafel nu veel minder zwaar en zou ze vast veel sneller op haar oorspronkelijke plaats terechtkomen, ze kon het gewoon niet.
Ze kon Pieter niet verwijten dat hij voor de verkeerde van de tweeling had gekozen. Misschien kon ze het hem zelfs niet kwalijk nemen dat hij haar hoop had gegeven.
Maryl was niet bepaald stom, en het was niet zo dat ze niets van jongens kende, maar deze keer had haar gevoel haar dan toch serieus in de steek gelaten. Maar ze wou hem gewoon niet laten zien dat het haar zoveel pijn berokkende om nog maar bij hem in de buurt te komen. Ze zou geen traan meer om hem op haar gezicht laten rollen. Zij zou zich beschaamd voelen, en hij zou zich schuldig voelen, dat wist ze zeker. Pieter was geen onmens, integendeel? En ze wou dat hij zich goed voelen, ongeacht in welke relatie hij zat.
Gelukkig had ze de komende weken haar vakantiejob om haar op af te reageren. Ze zou zich te pletter werken. Wie werkte, hoefde niet na te denken. Wie niet nadacht, kon geen pijn lijden. Het was als leven op automatische piloot, niet leven maar overleven, en het was precies wat ze nodig had.
Maar daar was Pieter het blijkbaar niet mee eens.
“We hebben allemaal weinig geslapen en dan werken we ons helemaal in de jus voor jou - niet dat het niet graag gedaan is, hoor - en dan loop je hier met een gezicht tot op de grond.”¯ spuwde Pieter zijn gal. Ze keek hem verbouwereerd aan, ze voelde niet eens dat de tafelpoot op haar voet terechtkwam.
Maryl was geen haatdragend persoon - absoluut niet -, maar nu ging hij te ver. Ze vergat haar principes die ze enkele seconden geleden nog had opgesteld en deed haar mond open.
“Je snapt er echt niks van, hé!”¯ brieste ze.
“Wat snap ik dan niet?”¯ vroeg Pieter plots met een gepijnigde blik, alsof hij diep terug in zijn geheugen groef om zich wat te herinneren. Het was ergens wel zielig, maar Maryl had absoluut geen medelijden.
“Bedoel je dat voorval van gisteren?”¯ vroeg hij toen met een trieste blik in zijn ogen.
Triest? Wat was er triest aan de hele situatie? Voor hem dan... Was haar tweelingzus niet goed genoeg voor hem of zo? Dat jutte haar ergens nog meer op.
“Ja, daar heb ik het inderdaad over. Over 'dat voorval'.”¯ begon Maryl. “Weet je wel hoeveel pijn -”¯
“Pijn?”¯ onderbrak Pieter haar verwilderd, compleet uit de lucht gevallen. “Hoe kan dat nou pijn gedaan hebben? Voor jou, bedoel ik dan.”¯
“Voor wie anders?”¯ schreeuwde Maryl.
Had de jongen voor haar wel enige gevoel in zijn lijf? Maryl betwijfelde het.
“Ik weet niet, voor mij misschien? Iemand anders kan ik niet bedenken.”¯
Oh, ze snapte het al. Zijn eer was gekrenkt en dat verwarde hij met pijn.
“Weet je, ik heb hier genoeg van.”¯ zei ze met het rood dat naar haar wangen schoot en tranen die ze in haar ogen voelde branden.
Ze draaide zich weg van Pieter. Ze probeerde zichzelf wijs te maken dat ze zich beter voelde nu ze niet meer naar hem moest kijken, terwijl ze zich ellendiger voelde bij elke stap die ze verder van hem verwijderd werd. Ze hield niet van ruziemaken en roepen en ze liep er het liefst van weg. En dat was exact waar ze mee bezig was. Weglopen.
Zorgvuldig schikte ze de volgende dag haar tas om mee naar het werk te gaan. Ze diende op en ruimde af in een klein, maar druk restaurantje in de buurt.
Ze propte haar gsm naast een notitieblokje, wat schrijfgerei, haar portemonnee, een tijdschrift en haar roze I-pod.
Daarna zwierde ze haar zak over haar schouder, mikte haar sleutels nog in het zijvakje en sprong haar fiets op.
Het was maar een kleien vijf minuten fietsen en ook van het verkeer ondervond ze geen hinder.
Logisch ook, elke normale mens sliep nog. Ze moest er de eerste dag wat vroeger zijn om de regels en afspraken door te nemen. Niet dat ze het zo erg vond. Ochtend in de stad had iets magisch. Waar het anders zo druk was en waar het overdag wemelde van het volk, kon je nu stilte horen. De meeste stadsmensen hielden er niet van, maar Maryl was er dol op. Af en toe was stilte het enige wat ze nodig had.
Ze zette haar fiets op slot in de fietsenstalling en haastte zich het restaurant in.
Ze wou niet te laat komen op haar eerste werkdag. Ze duwde de grote deur van de keuken open, waar al enkele andere zaalverantwoordelijken stonden. Een jongen die steeds verwaand zijn hand door zijn haar haalde, keek haar aan. Een meisje met donkerrood haar stond naast nog een jongen die vrolijk knipoogde. Ze kon nog net de woorden 'orde' en 'discipline' horen van de baas, toen ze besefte dat de kennismaking al begonnen was.
Haar werkdag kon beginnen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.