Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Just Twins » Hoofdstuk 30 - Mandy
Just Twins
Hoofdstuk 30 - Mandy
De voorbije vierentwintig uur waren als in een roes aan Mandy voorbij gegaan. Het avondeten had ze overgeslagen, zonder een woord tegen haar ouders te zeggen. Maryl had haar eens raar bekeken, maar over het algemeen was dat niet zo vreemd de laatste tijd. Haar vader was eens boos de trap op gestormd, maar veel had ze van zijn tirade niet gehoord. Ze voelde zich net alsof ze wakker werd na een hele zware operatie. De verdoving begon al stilaan uit te werken, maar je voelde je nog steeds suf en je ogen stonden dof. Ze hoorde haar vaders woorden wel, maar ze drongen gewoon niet tot haar door.
Ze kon niet geloven dat hij haar zomaar gebruikt had. Alsof ze een wegwerp-fototoestel was, een pakje zakdoeken voor iemand met griep.
Ze had zijn mooie praatjes geloofd, hoe kon ze zo stom zijn?
Het liefst had ze alles eruit gegooid tegen Laurien, maar dan zou ze zichzelf alleen maar meer pijn doen. Ze zou een vriendin kwijt zijn, alles zou anders zijn.
Ze voelde tranen in haar ogen branden, maar wou niet huilen. Huilen was voor zwakkelingen die zich lieten kisten door het eerste, het beste.
Mandy was geen zwakkeling en ze zou die kloothommel eens wat laten zien.
"Ik moet wat doen of ik word gek..." mompelde ze zin zichzelf. Niet echt wetend wat ze echt wilde, graaide ze naar haar laptop, die op haar bureau naast haar zitzak stond.
Haar inleidingstekst op Netlog veranderde ze van 'Everybody's gonna love today.' naar 'Je kan met me spelen zoals vroeger met je autootjes, maar dan speel ik met je zoals met mijn barbies. Ik ruk je kop eraf.'
Dat hij dat maar eens las. Zonder zich om te kleden, ging ze in een bolletje gerold in haar bed liggen. Ze probeerde zichzelf te sussen met het idee hem in een hete ketel vol frietvet te steken, maar kon toch de slaap niet vatten.
Mandy keek naar buiten. De volle maan werd langzaamaan overschaduwd door dreigende donderwolken. Dat zouden de kermisgangers vast niet appreciëren. Haar zus liep daar buiten ook ergens rond. Ze had ergens opgevat dat Thomas terug in de stad was. Haar zus had het haar verteld, waarschijnlijk in de hoop haar een slecht gevoel te geven, dat knaagde aan haar geweten.
Dat plannetje was grandioos mislukt, want ze had andere dingen om zich zorgen over te maken nu.
Misschien moest Thomas zich wel net zo gevoeld hebben als zij zich nu voelde.
Gebruikt en vernederd. En vooral ziek van liefdesverdriet, terwijl je dat wanhopig probeert te combineren met het bedenken van allerlei manieren om die persoon te vermoorden.
Ze had al gedacht aan frituren, vergiftigen en alles aan Laurien vertellen, maar voor geen van de drie had ze het lef. En al zeker niet voor de derde mogelijkheid.
Ze had Thomas dan ook niet bepaald goed behandeld, maar veel spijt had ze daar niet van. Het was geen echte liefde, afspreken deden ze alleen als zij dat wou en veel deden ze dan niet. Mandy was dan ook niet al te triest geweest toen hij besloot om te verhuizen.
Het was begonnen als weddenschap om Maryl de loef af te steken, die overduidelijk tot over haar oren verliefd was op Thomas, maar achteraf bedacht ze dat ze even goed wat ervaring kon op doen.
Maar nu ze zelf het slachtoffer was, was dat heel anders. Trouwens, Jared had ervaring zat.
Misschien moest ze haar karma maar eens zuiveren. Voor het eerst in uren zette ze zich recht met geheven hoofd. Het was niet dat ze niet meer zou treuren, maar zwelgen in zelfmedelijden had ook geen zin.
Misschien zag Jared wel in dat hij een enorme fout had begaan als ze anderen wat hielp bij hun liefdesleven. Zie je wel dat ze geen slecht mens was. En volledig onbaatzuchtig.
Dat karma begon al te helpen.
Mandy ritste haar paars, leren jacket wat meer toe. Het mocht dan wel zomer zijn, dat wist de avondzon blijkbaar niet echt.
En nu moest ze haar zus vinden. Of Pieter, daar kon ze het ook wel mee doen. Gelukkig was de kermis niet zo groot, en kon ze de kinderattracties overslaan. Alhoewel, met Maryl wist je nooit...
Nog een kwartier en ze was weg. Karma of niet, het was koud.
Ze tuurde naar de mensenmassa, wat niet makkelijk was, nu het al donkerder werd en niemand bleef staan waar hij stond.
Aha! Daar was Stefan. Hij liep hand in hand met zijn lief - Kyri? Kyra? -, die hen blijkbaar ook vergezeld had. Naast hen liepen Magali en dat ander meisje, naast Bryan, die dan weer naast haar zus liep. Maar was dat... Oh, lieve help, naast Maryl stapte Thomas vrolijk zingend bij de bende. Ze moest hier weg, dit was niet goed voor haar - én voor haar karma.
“Angsthaas!”¯ schold ze zichzelf binnensmonds toe.
Het enige wat ze moest doen, was Pieter ongezien met zich mee sleuren, hem helpen en dan zou ze genoeg goed hebben gedaan. Het geluk kon dan weer volledig aan haar kant gaan staan.
Ze moest Thomas zelfs niet onder ogen komen, toch niet als haar plannetje lukte.
Ze sloop naar het schietkraam, waar de groep gestopt was.
“Ik wil die grote badeend!”¯ hoorde ze Magali roepen, waarop ze Bryan aanmaande om zoveel mogelijk kogels te kopen.
Mandy trok Pieter aan zijn arm mee en legde haar vinger op zijn lippen, om hem ervan te weerhouden dat hij zou protesteren.
Dat zou haar kans tot slagen verkleinen naar min één.
Blijkbaar won zijn nieuwsgierigheid het van zijn onraad, want hij volgde haar tot achter het kraam.
“Laat me je één ding duidelijk maken,”¯ begon hij, “Als je weer van plan bent om me te bespringen, dan pas ik.”¯
“Oh ja, dat... Ik was nogal dronken, om niet te zeggen ladderzat, sorry. Maar ik ben eigenlijk voor iets anders gekomen.”¯
Ze stopte even om te zien of hij zou gaan lopen.
Blijkbaar scheen hij het idee dat ze hem niet zou kussen, eerder prettig te vinden. Jammer dan.
Ze vervolgde: “Ik weet niet wat jij van dit alles weet, maar ik weet dat Maryl ongelooflijk pisnijdig is omdat wij gekust hebben.”¯
Pieter trok een bedenkelijk gezicht.
“Goed dan, omdat ík jou gekust heb.”¯ corrigeerde ze zichzelf.
“Maar, hoe... Waarom zou zij daar kwaad over moeten zijn?”¯ vroeg hij. Als ze dacht dat hij de slimste was van de bende, had ze het duidelijk mis. Hij was erger. Achterlijk.
“Ik dacht dat ze... niets voor me voelde?”¯ vroeg hij aarzelend, maar ook met een vreemde, melancholische blik in zijn ogen. Wat had Maryl hem wijsgemaakt? Of misschien nog erger; wat had ze zichzelf wijsgemaakt?
Dit werd moeilijker...
“Ik zou haar dat nog maar eens vragen, voor de zekerheid, weet je wel. Het enige wat ik weet, is dat ze nog minder tegen me praat dan anders. Ciao!”¯
Als de grond te heet werd onder haar voeten, ging ze er altijd vandoor. Ze had geen zin om het te hebben over het liefdesleven van haar zus met Pieter, die ze ontredderd achterliet.
Ze hoopte uit de grond van haar hart dat hij snel actie zou voeren. Dan zou ze toch één relatie gered hebben. Dat zou vast al haar stuk gelopen relaties compenseren. Dacht ze. Hoopte ze.
Jared, ik kom eraan!
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.