Hoofdcategorieën
Home » Twilight » When the world turned upside down {~afgewerkt~} » 9. My dear family.
When the world turned upside down {~afgewerkt~}
9. My dear family.
‘Em, nee,’ zeg ik streng als Emmett me een aanmeldingsformulier voor een universiteit voor mijn neus houdt.
‘Waarom niet?’ werpt hij verbaasd tegen.
Ik kijk hem met een doodse blik aan. ‘Hoe slim denk jij precies dat ik ben?’ vraag ik cynisch.
Hij grinnikt. ‘In vergelijking met mij?’
Ik lach met tegenzin en rol met mijn ogen. ‘Goed, in vergelijking met jou ben ik misschien slim, maar nee Em, doe even normaal. Ik kí¡n helemaal niet naar Harvard en om eerlijk te zijn wíl ik ook helemaal niet naar Harvard. Waarom een universiteit zo ver weg? We kunnen toch hier in de buurt gaan studeren,’ zeg ik zacht.
Emmett, die aan de andere kant van mijn keukentafel zit, pakt mijn handen. ‘Noa, heb je er aan gedacht dat we sowieso een keer moeten verhuizen?’ vraagt Emmett zacht.
Ik sla mijn ogen neer. Natuurlijk heb ik eraan gedacht dat de Cullens op zijn laatst volgend jaar moeten verhuizen. Hoe jonger ze zich voordoen als ze ergens komen, hoe langer ze kunnen blijven. Maar dit word opvallend en ze moeten een nieuwe plek vinden. ‘Goed, je hebt gelijk… Het is gewoon… Mijn vader zit nu in Seattle in de kliniek, en als ik weg ben zit hij hier helemaal alleen. Ik weet dan niet of hij in herhaling valt,’ fluister ik. Mijn vader is sinds twee weken opgenomen in een kliniek en als het goed is zal hij nooit meer zo veel alcohol drinken als hij er uit komt. Emmett bekijkt me meelevend.
‘Sorry mijn lief, maar je zal een keuze moeten maken. Je zal moeten kiezen of je bij ons blijft, of dat je liever hier blijft bij je vader,’ zegt Emmett zacht.
‘Mijn keuze is al gemaakt want ik wil bij jou blijven, voor altijd,’ mijn stem begint smekend te klinken.
Voor ik het weet zit Emmett op mijn stoel en zit ik op zijn schoot, zijn armen om me heen geslagen.
‘Het spijt me voor je Noa.’
‘Er is niks wat jou moet spijten,’ fluister ik en leg mijn hoofd tegen zijn schouder.
Een tijdlang zitten we daar, verzonken in onze eigen gedachten. Mijn blik volgt de regendruppels die langzaam langs het keukenraam omlaag glijden.
‘Hoe moet ik Harvard betalen Em?’ vraag ik op een gegeven moment.
‘Ik betaal voor jou.’
Fronsend kijk ik hem aan. ‘Dat doe je niet,’ mopper ik.
‘O nee? En waarom dan niet?’ vraagt hij.
‘Nou… Gewoon,’ mompel ik.
‘Weet je, ik zie niet in waarom geld een probleem speelt bij jou. Ik mag niet eens een nieuwe auto voor je kopen!’ klaagt Emmett.
Ik zucht. ‘Sorry Em, maar ik kan toch geen gebruik maken van jouw geld.’
‘Het kan ook jouw geld zijn,’ zegt hij. Ik begin een beetje argwaan te voelen, en heb geen idee waar dit nou weer heen moet gaan.
‘O ja?’ vraag ik achterdochtig.
‘Als je met me trouwt,’ zegt Emmett grijnzend.
Met grote ogen kijk ik hem aan en hap naar lucht.
‘Em! Ik ken je pas een paar maanden! En ik ben pas 17!’ breng ik verontwaardigd uit.
‘Is leeftijd een probleem dan?’ vraagt Emmett grijnzend.
Shit.
‘Nee… Maar… Nou! Je snapt me wel! Bovendien ken ik je familie niet eens,’ voeg ik eraan toe. Mijn laatste ontsnappingsmogelijkheid. Tot mijn verbazing springt Emmett op.
‘Dan ga je daar nu kennis mee maken,’ zegt hij enthousiast. Ik laat me door hem meeslepen naar zijn auto.
‘Em,’ protesteer ik flauwtjes. Hij stapt in en laat zijn Jeep brullend tot leven komen. Ik hou van Emmett, begrijp me niet verkeerd. Maar om nu al met hem te trouwen, voelt niet goed. Niet nu ik hem pas paar maanden ken. Ooit wil ik met hem trouwen, ooit zal ik met hem trouwen en ik zal voor altijd bij hem zijn, maar niet nu…
Emmett stopt de Jeep voor een groot wit huis, dat verborgen tussen bomen staat. Hij doet mijn portier open en tilt me voorzichtig uit de auto.
‘Welkom bij huize Cullen,’ grijnst hij en loopt voor me uit naar de veranda. Aarzelend loop ik achter hem aan.
‘Kom dan,’ grijnst Emmett. Ik haal diep adem en loop achter hem aan naar binnen, binnen is het licht en ruimtelijk.
‘Is er iets?’ vraagt Emmett als hij ziet dat ik niet helemaal op mijn gemak ben.
‘Denk je wel dat ze me aardig zullen vinden?’ vraag ik zacht. Emmett laat zijn bulderende lach horen. ‘Daar hoef jij je geen zorgen over te maken hoor,’ zegt hij en drukt een kus op mijn voorhoofd.
Enigszins gerustgesteld loop ik achter hem aan, naar de keuken, waar stemmen uit komen. Als ik de keuken inkom staan zes mensen me nieuwsgierig aan te kijken. Of nou ja ménsen, maar je snapt wat ik bedoel. Een vriendelijk uitziende vrouw komt mijn kant op lopen en omhelst me. ‘Hallo Noa, wat leuk je te ontmoeten, ik ben Esmé,’ stelt ze zichzelf vriendelijk voor. De dokter van het ziekenhuis steekt zijn hand uit.
‘Ik ben Carlisle, maar je kent mij natuurlijk al,’ glimlacht hij.
Ik schud zijn hand een beetje opgelaten. Een klein meisje komt op me af gehuppeld en omhelst me ook. ‘Ik ben Alice, en dat is Jasper,’ ze wijst op een lange jongen met blond haar. ‘Ik weet zeker dat we goede vriendinnen zullen worden,’ vertelt ze me vrolijk. Jasper knikt me vriendelijk tegemoet, maar zijn uitdrukking staat haast gepijnigd. ‘Hij is het minst lang vegetarisch, hij heeft het er nog een beetje moeilijk mee,’ vertrouwt Alice me zachtjes toe. Edward grijnst vanaf de andere kant van de keuken. ‘Hoi Noa.’ ‘Hoi Edward,’ glimlach ik. ‘O, dit is Rosalie, mijn vrouw,’ stelt Edward het blonde en knappe meisje naast hem voor. Ik glimlach haar vriendelijk toe, maar ze draait haar hoofd met een ruk de andere kant op. ‘Let maar niet op Rosalie,’ fluistert Emmett en loodst me de keuken weer uit. Ik loop achter hem aan een trap op en hij doet een deur open. Ik loop naar binnen en kijk om me heen. Het is een grote en lichte ruimte, waarvan één muur helemaal uit glas bestaat en uitzicht geeft op het riviertje aan de achterkant van het huis. Het zit nog twee deuren in de ruimte, verder staat er een bank met tv, een cd-installatie met enorme boxen en een grote boekenkast gevuld met boeken en cd’s. De muren zijn wit, net als de zachte vloerbedekking. De bank en andere dingen zijn lichtblauw. Als betoverd loop ik rond. ‘Vind je het mooi?’ vraagt Emmett zacht en slaat zijn armen vanachter om me heen. ‘Schitterend,’ fluister ik. ‘Geen bed?’ valt me plotseling op. ‘Ik slaap niet weet je nog,’ grinnikt hij. ‘Ja, weet ik, maar… Nee laat maar,’ mompel ik. Hij lacht, hij snapt wel wat ik bedoelde. ‘Nee Noa, daar hoef je niet bang voor te zijn.’ De rest van die middag brengen we knuffelend door op zijn grote bank. Plotseling vliegt de deur open en komt Alice binnen gehuppeld. Een beetje beschaamd wil ik overeind komen, maar Emmett’s armen houden me op mijn plek. Alice gaat op de grond zitten en het gesprek gaat gewoon verder, alsof ze er al die tijd al was. Het valt me op hoe makkelijk het met haar praat en ik weet, net als zij, zeker dat we goede vriendinnen zullen worden.
Reacties:
zwijmel zwijmel zwijmel...
Eigenlijk moet ik nu wiskunde leren.
Maar mijn broertje kijkt naar een stomme film in de woonkamer hier, en ik ben te duf om naar mijn eigen slaapkamer te gaan
En zo heb ik dus een excuus om de pc op te zetten en jou nog even te aanbidden ^^
En Emmett/ Kelan Lutz.
Naar het schijnt zoekt hij een nieuwe vriendin.
Als ik nou eens een grote neon lamp in de vorm van een hartje met zijn naam erin op het dak van mijn huis zet, en dan een foto maak met google earth en die naar hem verstuur. Zou hij dat snappen?
Anyway, snel verder ^^
xx
Echt leuk OMG OMG OMG OMG
als jij een boek gaat schrijven
en als het dan in de winkel komt
dan ben ik de eerste die hem haalt
xxx
Omg omg zooooo mooi !!
Snel verder !
Je schrijft echt super deluxe mooi
x
haha, dit stukje is echt leuk!
ik begin echt een complex te krijgen als ik jouw verhaal lees