Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » A-Team » Gemekker in de dubbeldekker » Gemekker in de dubbeldekker 22

Gemekker in de dubbeldekker

26 maart 2012 - 22:13

4776

0

405



Gemekker in de dubbeldekker 22

Zie bovenaan.

Hoofdstuk 22

Zwaar vermoeid van een lange, spannende dag en de lange autorit, zet Lizzy haar auto op de parkeerplaats van een motelletje. Het is niet één van de schoonste horecagelegenheden om in bed te kruipen, maar dat kan haar niet schelen. Nog langer rijden is onverantwoord, dan komt ze niet veilig bij Zachery aan. Als ze haar motelkamer opent kan ze het niet meer opbrengen om onder de douche te stappen. Met haar kleren aan ploft ze op het bed en valt als een blok in slaap.

Op datzelfde tijdstip rekt Joe zich uit en stapt gapend uit bed. Hij kijkt op de wekker en schiet haastig in z’n kleren, want hij moet de poort gaan openmaken voor Ray. Tien minuten later drinken de mannen een kop koffie en trekken ze samen naar de stal om de geiten te gaan melken. Niets vermoedend opent Joe de deur en knipt hij het stallicht aan. Ray zoekt meteen de melkhoek op om de machine op te starten.
Gewoonlijk klinkt er meteen een hoop geritsel in het stro van geiten die opstaan en naar de hekken lopen. Vandaag echter blijft het verdacht stil in de stal. Hier en daar krabbelt een geit op, maar de meeste dieren blijven liggen. De emmer die Joe bij de deur heeft gepakt zet hij in slow motion weer neer. Rondkijkend groeit er een bang vermoeden.
“Ray! Kom eens!”¯
De jonge knecht hoort aan de stem van zijn baas dat er iets mis is. Hij staakt het opstarten van de melkmachine en rent de stal in. Hij vindt zijn baas op zijn hurken bij een groepje geiten waarvan de meesten er lusteloos en ziek uitzien.
“Wat is er aan de hand, baas? Die zien er niet goed uit!”¯
Ray heeft in de tijd dat hij op The Goathill werkt geleerd hoe een zieke geit zich gedraagt en kijkt bezorgd om zich heen. Hij beent naar de andere kant van de stal en treft daar tot zijn schrik hetzelfde beeld aan.
“Ik ga de dierenarts bellen!”¯ roept Joe terwijl hij over het hek klimt. “Ga jij maar door met je werk. Melk de geiten die wel willen komen, maar houdt alle melk apart. Breng de fitte dieren snel naar buiten.”¯

Terug in de stal klimt hij in alle vakken op zoek naar verdachte zaken. Hij durft het nog niet hardop uit te spreken, maar zijn angst dat het Lizzy is gelukt om hier gifbrokken te strooien groeit met de minuut. Ook in het middenpad loopt hij met arendsogen rond. Opeens wordt zijn blik getrokken naar één van de betonnen palen waartussen de scheidingshekken staan. Joe’s hart bonkt als hij een grote, te groene, veekorrel van de paal pakt. Hij ruikt er aan en laat het door zijn hand rollen.
“Ray!”¯
“Ja, baas?”¯
“Kom eens kijken!”¯
“Weer koeienvoer gevonden, baas?”¯
“Nee, iets veel ergers! Een brokje geitenvoer waarmee geknoeid is. Kijk maar.”¯
Joe wijst naar donker groene vlekjes in het brokje. Meer in zichzelf dan tegen Ray praat hij verder. “Hoe heeft ze dat toch voor elkaar gekregen? We hebben haar gisteren de hele dag in de gaten gehouden!”¯
Joe piekert zich suf om zich te herinneren wanneer er een moment is geweest dat ze Lizzy uit het oog hebben verloren. Hij knipt alle lampen aan en onderwerpt de kruiwagen met geitenbrok aan een grondig onderzoek. Gek genoeg ligt hier geen enkel verdacht exemplaar tussen. Dan draait hij zich abrupt om en beent de stal uit.

“Schoonmaakbedrijf De mollige mop,”¯ zegt een zakelijke stem met een vreemd accent aan de andere kant van de lijn.
Joe kijkt verbaasd naar de hoorn. Hij heeft toch wel het goede nummer gedraaid?
“Eh…u spreekt met Joe Westwind…”¯ begint hij onzeker.
“Aaah, die Joe! Sorry hoor, we moeten even voorzichtig zijn, want de militaire politie zit ons op de hielen. Vandaar,”¯ verklaart Hannibal zijn manier van opnemen en gebruikt vervolgens zijn eigen stem weer. “Wat kan ik voor je doen?”¯
“Hannibal, kunnen jullie zo snel mogelijk Lizzy oppakken?”¯ vraagt Joe met trillende stem. “Hoe en wanneer weet ik niet, maar ze heeft het voor elkaar gekregen om hier gifbrokken te strooien.”¯
Hij haalt diep adem voor hij verder gaat.
“Minstens de helft van mijn geiten is ziek. Pak haar alstublieft op, dan ga ik haar zelf wel aangeven. Help me alsjeblieft.”¯
Hannibal hoort hoe Joe er aan toe is en beloofd zo snel mogelijk te komen.
“Maar waar Lizzy is, dat weten we niet. Gisterenavond wist ze te ontsnappen.”¯
“Ontsnapt?! Hoezo? Waaruit? Waar vandaan?”¯
“Joe, ik kom naar je toe en vertel je straks wat er in de veevoederfabriek is gebeurd. We zullen de
boerderij van Lizzy in de gaten houden. Houd je taai.”¯
Met een zucht legt Joe de hoorn neer.
“Wat heeft er zich gisteren in hemelsnaam allemaal afgespeeld?”¯ vraagt hij zich bezorgd af.
Veel tijd om daar naar te gissen krijgt hij niet, want de dierenarts is onderweg en in de hal komt hij Catalina tegen. Vannacht heeft ze in de dubbeldekker geslapen, met de bedoeling vandaag de stal van haar bus uit te mesten. Ze is op weg naar de keuken om te gaan ontbijten.
“Goede morgen,”¯ groet ze hem. “Wat kijk je bezorgd! Is er iets?”¯
Joe is blij dat zijn vrouwelijke knecht vandaag op de farm blijft, Ray en hij kunnen wel wat hulp gebruiken. Hij pakt haar bij de schouders en probeert heldhaftig rustig over te komen.
“Niet schrikken, maar ik heb slecht nieuws. Ik vermoed dat Lizzy, ondanks het feit dat iedereen haar op de huid zat, gifbrokken heeft gestrooid in de stal.”¯
Catalina’s gezicht verstrakt en de schrik staat in haar ogen te lezen.
“Nee…. Je wilt toch niet zeggen dat… dat…”¯
“Nee, gelukkig niet, maar zeker de helft is ziek.”¯
Joe kijkt op als hij een vreemde auto hoort.
“De dierenarts is er. Ga snel eten en kom dan naar de stal.”¯
Joe rent naar buiten en begroet de veearts met een stevige handdruk. Aandachtig luisterend naar de farmer trekt de man een overall aan. Na een ronde langs alle stalvakken klimt hij over een hek om de zieke geiten te onderzoeken.

Catalina stelt haar ontbijt nog even uit, eerst moet ze met eigen ogen zien hoe erg het is. De helft van de geiten staat bij Ray aan de melkmachine. Het ziet er niet naar uit dat de anderen zullen aanschuiven, zij liggen lusteloos in de stal. Catalina slaat haar handen voor haar mond. Het beeld van de stervende Landgeiten dringt zich aan haar op, zij hadden die dag te veel gif binnengekregen. Gelukkig zien deze dieren er niet zo ziek uit als de hare toen. Ze hoopt dat de arts hen allemaal weet te redden.
“Ik ga ze een injectie met tegengif geven, om het echte gif zo snel mogelijk af te voeren. Daarna moeten ze eten en drinken om de pens aan het werk te zetten,”¯ legt de veearts uit aan Joe.
“Wat kunnen we het beste geven?”¯ wil hij weten.
“Kijk maar waar ze zin in hebben. Zet maar verschillende dingen klaar, dan kunnen ze kiezen waar ze zin in hebben.”¯
Joe kijkt om zich heen. Ray melkt, die kan hij niet wegroepen. Dan ziet hij Catalina staan en wenkt haar dichterbij. Ze ziet bleek en haar ogen staan vol tranen.
“Wil je helpen emmers vullen? Twee met melk uit de tank, vier met melasse, twee met brok uit de silo, twee met slobber en twee met vers gras.”¯
Hij buigt zich naar haar toe en vervolgt met zachte stem: “Daarna ga je ontbijten! Straks val jij flauw als de geiten opknappen. Dat moeten we niet hebben, hè?!”¯
Joe geeft haar een bemoedigende knipoog. Catalina schudt haar hoofd en perst een flauwe glimlach tevoorschijn. Als ze de stal uitloopt om emmers te pakken, kijkt Joe haar na. Hij vermoedt dat zij erger is geschrokken dan hij. De dierenarts haalt zijn injectiekoffer uit de auto, installeert zijn spullen en vraagt hoe Joe de geiten gaat herkennen als ze hun spuit hebben gehad. De farmer haalt een dik merkstift uit één van zijn overallzakken en merkt het dier dat de arts onder handen heeft. De mannen zijn ijverig aan het werk in het derde stalvak, als Hannibal en Murdock binnenwandelen.
“Goede morgen, Joe.”¯
De dierenarts krijgt een vriendelijk knik.
“Ik ben blij dat jullie er zijn,”¯ zucht Joe gehurkt tussen twee geiten.
Terwijl hij de dieren vasthoudt en merkt, doet hij uit de doeken hoe Ray en hij vanmorgen zijn veestapel aantroffen.
“Ze heeft het dus toch voor elkaar gekregen, Smith!”¯ besluit hij op bittere toon.
“B.A. en Face houden om beurten het huis van Lizzy in de gaten. Mocht ze thuiskomen, dan pakken zij haar direct op en brengen haar naar de farm. Dan kun je haar zelf bij de sheriff aangeven.”¯
Joe knikt, dat leek hem het beste.
“En wat kunnen wij hier voor je doen?”¯ vraagt Hannibal.
“Catalina vult op dit moment een paar emmers met voer en drinken. Als ze allemaal hun injectie hebben gekregen, moeten we ze aan het eten zien te krijgen.”¯
Murdock loopt naar buiten en helpt Catalina met het vullen van emmers gras. De emmers voor de melk heeft ze bij Ray neergezet, hij zal zorgen voor melk uit de tank.
Als de jonge knecht de melkmachine afzet hoort hij een bekende stem in de stal, maar de persoon die hij ziet staan herkent hij niet. Nieuwsgierig komt hij dichterbij. Hannibal praat nog steeds met Joe en ziet hem om een hoekje kijken.
“Hai, knul. Leuk om je weer te zien! Hoe is het met je?”¯
Ray knippert met zijn ogen, hij gelooft zijn ogen niet.
“Hoe kan dat?! Ik hoor de stem van meneer Evans en ik zie Hannibal Smith van het beroemde A-team!”¯
“Ach joh, Edward is gewoon naar de kapper geweest,”¯ schampert Joe plagend om zijn schrik over die ontdekking te verdoezelen.
“En naar de Weightwatchers zeker?!”¯ kaatst Ray terug, doelend op de dikke buik waarmee Edward Evans op de farm rondliep en die nu nergens is te bekennen.
“Ken jij het A-team?”¯ vraagt Hannibal.
“Natuurlijk ken ik die! Ik lees altijd die stoere verhalen in de krant! En jullie foto’s hangen op het prikbord van de sheriff,”¯ grijnst de knul bij die laatste woorden. “Maar ik zal jullie niet verraden hoor! En als jullie mijn baas helpen zeker niet!”¯ gaat hij serieus verder.
Dan realiseert hij zich dat Hannibal niet alleen zal zijn.
“Maar als u Hannibal bent, dan is B.A., de monteur, ook van het A-team!”¯
“Ja, knul. B.A. hoort erbij, en Face en Murdock ook. Maar hem heb je nog niet zo vaak gezien, denk ik.”¯
“Wauw! Het hele A-team op onze boerderij. Hoor je dat, baas?”¯
Het dringt nog niet tot Ray door dat zijn baas het team zelf wel eens ingehuurd kan hebben en Joe laat het maar even zo. Het doet hem goed, deze vrolijke noot op deze trieste morgen.
Catalina zet de gevulde emmers in de stal en legt Murdock uit wat de bedoeling is. Daarna gaat ze naar de keuken voor een snel ontbijt. In haar eentje binnen zitten terwijl de anderen druk bezig zijn om de geiten te redden? Nee, dat is niets voor haar. Ze wil zo snel mogelijk terug, maar als ze zich in een slok thee verslikt, realiseert ze zich dat alles naar binnen proppen ook niet werkt.

“Hebben we ze allemaal gehad?”¯ vraagt de dierenarts met het zweet op zijn voorhoofd.
“Ik loop even naar buiten om te zien of daar nog dieren ziek zijn geworden. Een momentje!”¯
Joe klimt het vak uit waar ze het laatste kwartier de geiten van tegengifinjecties hebben voorzien en ontdekt in een hoekje nog een geit die eigenlijk ook op tafel hoort te staan. Lenig springt hij bij haar vak over het hek Ze ziet er niet ziek uit, maar blijft wel liggen en gaapt eens uitgebreid. Joe roept de dierenarts er toch maar even bij.
Na wat luisteren en voelen komt de man met een verrassend bericht.
“Deze geit is drachtig.”¯
“Drachtig?!”¯
Verbaasd kijkt Joe van de arts naar de geit en andersom.
“Hoe kan dat nou toch?! Oooh… Wacht even…Ray! Wanneer was Christopher losgebroken?”¯
Ray komt aanrennen en ziet het nog voor hem: één van de bokken had op een nacht of vroege morgen zijn bokkenpruik aangetrokken en zijn stal half afgebroken. Enkele planken waren doormidden gebroken en meneer was aan de wandel gegaan. Gelukkig had hij de drachtige geiten met rust gelaten en waren de anderen niet tochtig. Tenminste… daar waren Joe en hij toen van overtuigd.
“Dat was een maand of vier geleden, denk ik,”¯ zegt Ray.
“Dat kan redelijk kloppen, denk ik,”¯ knikt de veearts
Catalina komt erbij staan.
“Werk aan de winkel?”¯ vraagt ze glimlachend.
Zij zorgt al enkele jaren voor de lammeren, maar nu ze met de kudde Landgeiten er opuit trekt, zal ze voor deze geit een andere oplossing moeten zoeken. Joe maakt zich er nog niet druk om.
“Komt tijd, komt raad. Misschien regent het pijpenstelen als haar lammeren ter wereld komen en moet je toch hier blijven.”¯
Hij vindt dit eigenlijk een heel hoopvol teken, terwijl er rondom hen zieke geiten liggen, is er één die voor nieuw leven gaat zorgen! Plotseling is hij ervan overtuigd dat het allemaal goed zal komen. Hij neemt de dierenarts mee naar de keuken voor een kop koffie en bedankt de man hartelijk voor zijn hulp.
Als hij even later alleen terugkeert naar de stal komt er een brede glimlach op zijn gezicht, want Ray, Catalina, Murdock en Hannibal zitten allemaal in een stalvak met slurpende en smakkende geiten om zich heen.

“Lizzy?!”¯
Zachery is aangenaam verrast als hij zijn verloofde naar het hek toe ziet komen waar hij net een nieuwe plank tegen heeft getimmerd. Hij hangt de hamer aan het hek en loopt haar tegemoet. Na een omhelzing en een kus bekijkt hij haar eens goed.
“Wat kom je doen? Heb je nieuws? Ben je daarom helemaal naar hier gekomen?”¯ vraagt hij verheugd.
Hij hoopt dat zijn verloofde een farm te koop weet te staan, zodat hij eindelijk terug kan naar zijn geboortestreek. Lizzy kijkt echter bedrukt en haar ogen staan mat. Ze maakt zich los uit zijn armen.
“Kan ik ergens met je praten? Tot hoe laat moet je vandaag werken?”¯
Zachery kijkt haar onderzoekend aan. Ze zal het toch niet komen uitmaken? Ze zal toch niet een ander hebben gevonden? Zijn hart begint terstond een deuntje te roffelen dat bang vermoeden heet.
“Hoe belangrijk is het? Heeft het met ons te maken?”¯ Gaat het over onze toekomst?”¯
Hij pakt haar schouders vast en zou het liefst de antwoorden uit haar schudden.
“Ja, het heeft met onze toekomst te maken,”¯ antwoordt Lizzy toonloos.
“Ik kan een vrije middag vragen, want ik heb nog overuren staan. En de baas weet dat wij elkaar niet zo vaak zien, dus ik denk dat hij het wel goed zal vinden. Wacht hier maar even.”¯
Zachery geeft zijn vriendin een kus en stapt naar het kantoor waar de baas zijn administratie doet.
Lizzy zucht. Ze ziet er tegenop om Zachery teleur te moeten stellen, want het is duidelijk dat hij hoopt op goed nieuws. Leunend tegen het hek staart ze niets ziend over het weiland waar enkele paarden lopen te grazen. Knarsende stenen onder de cowboylaarzen van haar verloofde brengen haar met een schok terug in het hier en nu.
“Kom, we gaan naar een mooi plekje, dan kunnen we rustig praten.”¯
Hij legt zijn arm om Lizzy’s schouders en neemt haar mee naar zijn auto.
“Vind je het erg als ik met mijn eigen auto achter je aan rijdt?”¯ vraagt ze met een verontschuldigende blik.
“Wat is er toch met je?”¯ reageert Zachery verbaasd.
“Dat vertel ik je zo meteen,”¯ antwoordt Lizzy en stapt in haar eigen witte auto.

Bij een restaurant aan een meer parkeren Lizzy en Zachery hun auto’s in de schaduw van een rijtje bomen waarna ze een plekje op het terras zoeken. In een enigszins opgelaten sfeer worden koetjes en kalfjes van stal gehaald tot de ober hen de bestelde frisdrank serveert. Zachery houdt het niet langer uit, hij wil weten waarom zijn verloofde zo vreemd doet.
“Vertel me nou eens wat er aan de hand is. Je bent hier overduidelijk niet voor je plezier, want je bent nerveus. En dan wil je ook nog per sé je eigen auto meenemen, terwijl je anders graag in die van mij zit. Je lijkt wel opgejaagd wild!”¯
Lizzy drinkt met kleine slokjes van haar frisdrank, ze weet niet goed waar te beginnen en kijkt hem langdurig aan om in te schatten wat ze wel en niet moet vertellen. Zachery pakt haar hand en legt haar de brandende vraag voor:
“Heb je een ander? Kom je het uitmaken?”¯
Geschokt zet Lizzy het glas neer. Dat is wel het laatste dat ze wil.
“Nee, joh! Hoe kom je daar nu bij?! Zachery, ik ben nog steeds hartstikke gek op je.”¯
Ze buigt zich naar hem toe en geeft hem een kus in de hoop dat die hem gerust zal stellen.
“Wat is er dan?”¯ Zachery klinkt alweer anders. “Ben je kwaad omdat we elkaar zo weinig zien?”¯
Even staart ze naar haar handen en steekt dan van wal.
“Ik ben niet kwaad op je, maar ik mis je inderdaad heel erg. Daarom had ik iets bedacht om je zo snel mogelijk naar huis te laten komen.”¯
Haar verloofde gaat verzitten en kijkt haar hoopvol aan.
“Heb je een plek gevonden waar we samen een farm kunnen beginnen? Of kunnen we er één overnemen? Kom op, Lizzy, laat me niet zo lang in spanning!”¯
“Mijn plan heeft een onverwachte en vervelende wending genomen, Zachery, en nu wil ik even… eh…uitrusten van alle inspanningen, zal ik maar zeggen.”¯
Ze observeert hem aandachtig om zijn reactie te peilen.
“Wat is er gebeurd dan?”¯
Hij kijkt haar bezorgd aan en er loopt een rilling over zijn rug.
“Meisje, heeft iemand je…. Je bent toch niet…”¯
Hij weet eigenlijk niet wat ie moet denken, laat staan vragen. Lizzy schudt haar hoofd.
“Nee, niemand heeft me kwaad gedaan. Niet op de manier waarvoor jij bang bent tenminste.”¯
Er glijdt een glimlach over haar gezicht. Het doet haar goed dat hij zo bezorgd is om haar.
“Ik wil het er even niet over hebben, oké?”¯
Hij knikt begrijpend, maar neemt zich voor om er later op terug te komen.
“Nou, vertel dan maar eens wat nieuwtjes uit het dorp.”¯
Zachery ontspant zich en leunt achterover. Lizzy besluit haar plan te verpakken als een roddel uit het dorp en probeert een ontspannen houding aan te nemen.
“Weet je, er is een farm die al een tijdje wordt gesaboteerd. Ze staan daar op het punt om failliet te gaan, omdat de dieren er allemaal sterven. Als die farm binnenkort te koop wordt gezet, dan kunnen…”¯
Zachery zit meteen op het puntje van zijn stoel.
“Welke farm is dat? En wat … wat is er met het vee aan de hand?”¯
“Het is die farm die wij graag hadden willen kopen, maar die net voor onze neus verkocht werd. Weet je nog?”¯
Zachery gaat in gedachte terug naar de dag waarop hij die teleurstelling voor zijn kiezen kreeg. Hij was er een week door van slag, zo had hij zijn zinnen op die plek gezet.
“Ja, dat weet ik nog als de dag van gisteren,”¯ antwoordt hij veelzeggende blik.
Dat hij hier werkt, zo’n eind van huis, is daar direct het gevolg van. Hij kon het niet aanzien dat Joe Westwind er z’n bedrijf vestigde en solliciteerde toen naar deze job, helemaal aan het andere eind van de staat. Maar nu, een jaar later, is hij er wel overheen. Hij merkt zelfs dat het hem raakt dat Joe Westwinds dieren de dupe worden.
“Lizzy, waar gaan die dieren van Westwind aan dood? Heerst er een ziekte? Worden ze vergiftigd?”¯
“Ik hoorde pasgeleden dat er gif in het spel is, vergiftigde brokken of zo. En prikkeldraad, dreigbrieven, lekke banden en zulk soort dingen. Tja, in het dorp gaan zulke dingen als een lopend vuurtje, hè?”¯ antwoordt Lizzy zonder Zachery aan te kijken.
“Als ik die Westwind was en ik zou de daders die m’n dieren kwaad doen in handen krijgen?! Nou… ik zou ze ik-weet-niet-wat-doen!”¯
Zijn handgebaar laat geen twijfel bestaan over wat dat zou zijn en zijn vastberaden blik doet Lizzy schrikken. Dat hij het voor Joe opneemt had ze niet verwacht. Wat moet ze nu?
“Heeft iemand een vermoeden wie de saboteurs zijn? Zijn er al verdachten opgepakt?”¯ vraagt Zachery.
“Nee. Eh… nou… dat weet ik eigenlijk niet. Er is nog geen politie bij geweest.”¯
“Hoe kan dat nou? Iedereen haalt bij zulke zaken de sheriff erbij!”¯
“De sheriff bemoeit zich er volgens mij helemaal niet mee. Het schijnt dat hij Joe niet serieus neemt, omdat ie zo’n ratjetoe aan personeel heeft rondlopen.”¯
“Je wil toch niet zeggen dat Paul Pointer discrimineert? Daar geloof ik niks van.”¯
Lizzy haalt haar schouders op, alsof ze het dan ook niet meer weet. Maar in stilte herinnert ze zich nog goed hoe kwaad Joe thuis kwam toen Paul hem weigerde te helpen.
De ober vraagt of ze nog iets wensen en Zachery bestelt hetzelfde. De spanning lijkt weg te ebben. Hij pakt zijn stoel en gaat naast zijn vriendin zitten. Met een arm om haar heen kijken ze een poosje naar het water. Lizzy legt haar hoofd tegen het zijne. De rust van het meer en het geruis van de bomen doen haar goed na al die spannende weken. Even sluit ze haar ogen.
In de verte klinkt een politiesirene die snel dichterbij komt. Als een duveltje uit een doosje springt Lizzy op uit haar stoel, waarna ze zich meteen realiseert dat dit er verdacht uitziet.
“Sorry, ik was in slaap gevallen,”¯ verontschuldigt ze zich en gaat blozend weer zitten.
Achterdochtig geworden boren Zachtery’s ogen zich in die van zijn verloofde.
“Volgens mij heb je nog niet alles verteld, dame. Het lijkt wel of je…
De ober serveert hun drankjes en er valt een stilte. In gedachte vallen haar vreemde gedrag, enkele zinnen en ontwijkende opmerkingen als puzzelstukjes in elkaar. Het staat voor hem als een paal boven water dat zij meer van die sabotage afweet dan ze zegt. Het doet pijn om zo te denken over zijn verloofde. Hij wil het dan ook nog niet echt geloven, ook al wijst alles in die richting.
Lizzy roert ijverig in haar nieuwe tonic met citroen. Zachery zet zijn stoel terug en observeert heimelijk de vrouw waar hij van houdt. Als zij zich werkelijk bezighoudt met het saboteren van een farm, met vergiftigen van dieren, wat moet hij dan met haar? Zal hij haar kunnen vertrouwen met het vee als ze samen een stierenfokkerij runnen? Ineens kijkt hij heel anders naar haar, alsof er een totaal vreemde tegenover hem zit. En dat terwijl het alleen maar vermoedens zijn! Hier, op het terras, wil hij geen ruzie maken, maar hij moet het haar vragen, hij moet weten of zij erbij betrokken is. Of zij het is die Joe saboteert. Nu is het Zachery die onrustig wordt.
“Zullen we een stukje gaan wandelen?”¯
Galant helpt hij haar uit haar stoel.

Uit het zicht van het restaurant, aan de oever van het meer, gaat hij voor zijn verloofde staan. Uit alle macht zoekt hij naar iets op haar gezicht en in haar ogen dat hem zal weerhouden die ene brandende vraag te stellen. Lizzy’s ogen lichten op als Zachery diep in haar ogen kijkt, maar ze schrikt van zijn achterdochtige blik.
“Het spijt me, maar ik moet het weten. Ben jij betrokken bij de sabotage op de farm van Joe Westwind? Is het daarom dat je nerveus en schrikkerig bent? Ben je op de vlucht?”¯
Op de eerste vraag had ze nog een ontkennend antwoord kunnen geven, compleet met uitleg en verklaringen. Maar uit de andere twee maakt ze op dat Zachery goed heeft geluisterd en ook nog de juiste conclusies heeft getrokken. Ze zwijgt en kijkt weg van hem. Zal hij kunnen geloven dat ze het allemaal voor hem doet? Omdat ze weet hoe graag hij die farm wilde hebben? Ze wil haar verloofde gelukkig maken en eindelijk gaan samenleven met hem. Zal hij kunnen begrijpen dat ze daarvoor tot alles bereid is?
Zachery raakt bijna in paniek. Hij pakt haar bij de schouders en lijkt het antwoord uit haar te willen schudden.
“Zeg me alsjeblieft dat ik het me verbeeld! Zeg me dat je daar niets mee te maken hebt!”¯
Lizzy kijkt hem wezenloos aan en blijft zwijgen.
“Ben jij het die Joe saboteert om hem failliet te laten gaan? Om die farm alsnog te kunnen kopen?”¯
Zachery probeert contact met haar te krijgen door een ander soort vraag te stellen.
“Denk je dat het gaat lukken?”¯
Nu ze hoort dat Zachery haar begrijpt, ontwaakt ze uit haar angstroes.
“Ja! Natuurlijk! Voor jou doe ik alles, dat weet je toch, lieverd.”¯
Dat is het meest verschrikkelijke antwoord dat hij ooit heeft gekregen. Het is precies wat hij niet wilde horen. Zachery grijpt naar zijn hoofd en graait door zijn haar.
“Hoe kun je zoiets doen? Jij! Een boerendochter!”¯
Met een van wanhoop vertrokken gezicht keert hij zich van haar af.
“Ik mis jou ook, maar ik wil op een eerlijke manier aan een farm zien te komen. Hoe kun je toch zoiets doen? Als het niet de politie is die achter je aan zit, wie dan wel?”¯
“Nick en het...”¯
“Wie is Nick? Toch niet die geflipte gast van de voederfabriek?”¯
Lizzy knikt.
“Doen jullie het samen? Ik bedoel de dieren vergiftigen? Maar ze maken daar toch geen geitenvoer?”¯
Lizzy vertelt dat ze tegenwoordig bij Joe werkt en hoe Nick haar hielp met haar plan.
“Maar Nick heeft niet genoeg aan mijn geld. Hij heeft ontdekt dat er een paar voortvluchtige soldaten in het dorp rondlopen die nog meer opleveren. Het zijn de mannen die Joe helpen om de dader van de sabotage en dreigbrieven op te sporen. Nick noemt ze het A-team, geloof ik.”¯
Zachery luistert met verbijstering.
“En je werkt nog steeds bij Joe? Ondanks dat het A-team daar rondloopt? Je moet wel heel erg geslepen zijn om hen om de tuin te kunnen leiden.”¯
Hij schudt zijn hoofd van ongeloof. Is dit zijn Lizzy? Hoe kan hij haar ooit nog vertrouwen? Hoe kan hij met haar een fokkerij runnen als ze tot zoiets in staat is?
“Lizzy, ik weet niet hoe ik het zeggen moet… Ik zie het niet meer zitten om met jou verder te gaan als jij zulke vreselijke dingen doet!”¯
Zachery draait zich om en denkt terug aan het moment dat hij vreesde dat Lizzy hun verloving wilde beëindigen. Zou hij het voorvoeld hebben dat er iets ernstigs in de lucht hing? Nu maakt hij het warempel zelf uit met haar! Hoe is het toch mogelijk: het ene moment sta je met je baas te praten over hoe je voor je toekomst spaart, het volgende moment valt die hele toekomst in duigen en is het alsof de grond onder je voeten verdwijnt. Het bonken van zijn hart wordt steeds heftiger. Zijn hele borstkas doet pijn. Hij zou willen schreeuwen en gooien, maar houdt zich in zolang Lizzy bij hem staat. Ineens weet Zachery wat hem te doen staat en kalmeert hij.
“Ga nu weg of ik geef je eigenhandig aan bij de politie. Met zulke praktijken wil ik niets te maken hebben. Al worden er tien boerderijen voor mijn neus weggekaapt, dan nog zal ik nooit iemand bedreigen of dieren gebruiken om iemand weg te pesten.”¯
Lizzy draait de ring van haar vinger, leest de inscriptie voor de laatste keer en gooit hem dan met een grote boog in het meer. Ogen vol pijn vinden elkaar voor ze langs hem heen loopt, het pad op, terug naar de parkeerplaats.
Ze voelt zich leeg, koud. Het openen van haar auto en het instappen gaan op routine, daar hoeft ze niet bij na te denken. Ze wil ook nergens over nadenken. Met een malend hoofd kan ze niet rijden. Ze legt haar hoofd op haar armen die over het stuur gevouwen liggen. Zo blijft ze een tijd zitten tot de orkaan in haar hart enigszins luwt.
Waar zal ze nu eens naar toe gaan? Christine? Daar is ze altijd welkom, in wat voor bui ze ook is. Ze start de auto en draait het raam open. Nu de wind haar ellende een beetje wegblaast dan kan ze het wel aan om een eind te rijden.

Zachery blijft verdwaasd achter. Verslagen zakt hij op zijn hurken.
“Hoe is het mogelijk dat ik nooit gemerkt heb dat ze tot zulke dingen in staat is? Houdt ze echt zo veel van me, dat ze bereid is om zo ver te gaan? Is dat hartstocht of waanzin? Hoe zit een vrouw eigenlijk in elkaar?”¯
Honderden vragen schieten door zijn hoofd en de pijn in zijn borstkas komt terug opzetten. Hij gaat zitten op een boomstronk die half in het water ligt en vraagt zich af of hij niet te hard voor haar is geweest. Of het verstandig was om haar weg te sturen. Wat moest hij anders? Het beeld dat hij na haar verhaal van haar kreeg stuitte hem zo tegen de borst, dat hij zich in een paar seconden tijd voor haar afsloot.
Zachery kijkt om, naar het pad waar zijn Lizzy zich als een vreemde van hem losmaakte. Misschien moet hij haar helpen om uit de problemen te komen. Hij staat op en loopt met zware benen naar de parkeerplaats. Haar witte auto draait de straat op en rijdt weg. Weg uit zijn leven, maar nog niet uit zijn hart.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.