Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Es ist vorbei.. [zm] » Es ist vorbei [zm]
Es ist vorbei.. [zm]
Es ist vorbei [zm]
Tom,
Wanneer je deze brief leest is het waarschijnlijk al te laat.
Ik weet dat je me dit niet snel zult vergeven, maar ik kan echt niet meer.
Probeer me niet tegen te houden.
Er rust te veel druk op mijn schouders.
En nee, het ligt niet alleen aan de band, er zijn meer dingen.
Ik weet dat ik altijd alles bij je kwijt kan, maar dit was iets wat ik zelf moest oplossen.
Helaas kan ik het niet.
Onthoud dat ik veel van je houd.
Bill.
Ik lees het briefje nog eens door.
Het is misschien niet zo goed, maar ik weet hoe ik het dan moet opschrijven.
Ik heb het al zo vaak opnieuw geprobeerd. Mijn hele prullenbak zit vol met mislukte en doorgekraste brieven.
De laatste tijd heb ik het veel te druk gehad, en ik kan het echt niet meer aan.
In plaats van dat de druk minder wordt, neemt het juist toe.
Voorzichtig schuif ik de brief in de envelop en trillend schrijf ik Tom’s naam erop.
Stil loop ik naar zijn kamer en leg de envelop op zijn bureau. Nu is hij beneden tv aan het kijken. Zou hij niets door gehad hebben?
Tom’s pov:
Ik zap een beetje langs alle zenders. Op de meeste kanalen is er reclame, en als er geen reclame is, dan is het wel zo’n stomme teleshop.
Ik denk terug aan gisteren avond.
Ik hoorde Bill zachtjes huilen. Ik besloot om hem te vragen wat er aan de hand was maar hij had gezegd dat er niets was, en dat hij gewoon een zielig boek aan het lezen was. Ik had hem nog op het hart gedrukt dat hij alles aan me kwijt kon. ‘Ik weet het, maar er is echt niets.’ Had hij gezegd. Ik haalde mijn schouders op en ging weer terug naar mijn kamer.
Gisteren had ik er nog niets achter gezocht, maar nu bedenk ik me, dat hij al een tijdje zo is. Soms hoor ik hem zachtjes huilen, soms is hij heel erg stil.
Ik hoor dat Bill naar beneden komt. ‘Hey Bill.’ Zeg ik vrolijk. Maar als ik zijn gezichtsuitdrukking zie verdwijnt het vrolijke zo snel als het er was. ‘Wat is er broertje?’ Vraag ik. Zachtjes trek ik hem naast me op de bank. ‘Niets hoor. Maar ik ga even naar buiten, ik voel me niet zo goed.’ Zegt Bill. ‘Niet ziek worden hoor. Anders moet ik weer zuster gaan spelen.’ Zeg ik lachend. Er verschijnt een klein lachje op Bill’s gezicht. ‘Ik ga weer. Doei.’ Zegt hij en loopt weg.
Bill’s pov:
Tom kan me altijd weer aan het lachen maken. Al zijn het de meest stomme dingen.
Helaas ben ik nu niet in de stemming om samen met hem in een deuk te liggen.
Snel verzin ik de smoes dat ik me niet zo lekker voel en ga naar buiten.
Ik stop mijn handen in mijn zakken en staar naar de grond terwijl ik naar mijn eindbestemming loop.
Hierna zal het voorbei zijn. Hierna zal ik verlost zijn. Hierna zal mijn broertje het me nooit vergeven, dat weet ik, maar ik moet het doen van mezelf.
Vastbesloten loop ik de trappen op. Het staal maakt flink kabaal wanneer ik mijn voeten erop zet.
Tom’s pov:
Ik zet de tv uit. Er is niet een programma dat leuk is.
Ik ga naar de keuken en pak een blikje cola. Die neem ik mee naar boven.
In mijn kamer ga ik op mijn bed zitten peinzen. Wat was er nou mis met Bill?
Ik neem nog een slok cola en kijk een beetje wezenloos mijn kamer rond. Dan valt mijn oog op een envelop op mijn bureau. Die had ik daar toch niet neergelegd?
Ik pak de envelop en ga weer op mijn bed zitten. Het lege blikje cola mik ik in de prullenbak.
Ik open de envelop en lees het briefje wat erin zit. Ik moet het wel 5 keer lezen voordat het tot me doordringt wat er nou aan de hand is.
Dit kan niet! Maar waar is Bill dan heen. Ik denk na… Waar is hij de laatste tijd veel geweest.
Hmmm… In zijn kamer. Misschien is daar wat te vinden.
Ik ga er naartoe. Ik doorzoek zijn hele kamer, maar vind niets.
Dan herinner ik me een plekje waar wij vroeger wel eens waren. Als we even wilden ontsnappen aan alles gingen we samen naar een gebouw toe. Helemaal bovenin kon je prachtig uitkijken over de hele stad.
Maar…Als Bill daar nu is, en hij haalt het in zijn hoofd…
Hier wil ik niet verder over nadenken, en ren meteen naar buiten toe. Zo snel mogelijk ga ik naar het gebouw.
Als ik daar aankom zie ik al een kleine schim boven op het gebouw staan, dat is Bill!
Ik ren nog harder door. Deuren door, trappen op, nog een deur, een paar trappen, en zo gaat het maar door. Het lijkt eeuwen te duren. Ik kan me niet herinneren dat het zo lang duurde voor je boven was, maar eindelijk ben ik er.
Snel ren ik naar Bill toe. ‘Bill! Bill, niet doen!’ Roep ik. ‘Het is het niet waard.’ Zeg ik als ik voor zijn neus sta. ‘Je hebt gelijk, het is het niet waard. Vaarwel Tom, tot over heel veel jaren.’ Zegt hij met tranen in zijn ogen, en laat zich naar beneden vallen.
Wanneer hij net valt spring ik op de rand en pak zijn hand vast. Maar ik verlies mijn evenwicht en val ook.
Wir sterben zusammen.
En dat is uitgekomen, hand in hand liggen we daar, en we zullen nooit meer terug komen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.