Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Love Me Blindly » Hoofdstuk 12 - I'm Breaking My Promise

Love Me Blindly

2 jan 2011 - 17:06

5165

6

496



Hoofdstuk 12 - I'm Breaking My Promise

-“Ik hoop dat u de ernst van de zaak begrijpt, meneer Trümper?”¯ Vroeg een diepe stem over de telefoon.
Tom kneep zijn ogen dicht, terwijl zijn vingers zenuwachtig met de draad van het toestel speelden. “Het is niet verstandig om het hierbij te laten.”¯ Stilte. “…heer Kaulitz?”¯
Tom snoof nijdig. -“Lang geleden dat ik nog eens zo genoemd ben.”¯ -“Het spijt me Tom, maar als je advocaat moet ik je waarschuwen voor de gevolgen van...”¯ -“Ik was al gewaarschuwd. Ik lees kranten.”¯
-“Dan moet u begrijpen dat een overplaatsing de enige garantie tot veiligheid kan bieden.”¯ Tom balde zijn vrije hand tot een vuist.
Het was jaren gelden dat hij nog van deze man gehoord had. Stiekem had hij gehoopt dat dat ook zo zou blijven, maar hij kon niet eeuwig de telefoontjes blijven negeren. Dit viel niet te ontlopen. Of toch?

-“Wat als ik weiger?”¯ Door zijn giftige ondertoon klonk het meer als een stelling dan een vraag. -“Dat zou niet slim zijn, Kaulitz. Je weet dat ze het niet zomaar zullen opgeven.”¯
-“Wat dan nog? Hoeveel levens kan ik lijden, hoeveel keer kan ik mezelf verliezen voor ik er hoogstpersoonlijk een eind aan maak?! Ik kan alles niet zomaar achterlaten. Niet nog eens.”¯ Daar werd de man van de wet even stil van. -“Je bent duidelijk gehecht aan Nachtherz. Het vertrek valt je zwaarder dan de vorige keer.”¯
Tom speelde met zijn lipring.
-“Laat ons zeggen dat ik hier een nieuwe thuis gevonden heb, die ik niet zomaar wil laten voor wat hij is.”¯ 'Laat ons zeggen dat ik een belofte heb gemaakt.'
De man aarzelde. -“Is het…Ik vroeg me af of die jongen die je gered hebt...”¯ Tom slikte. Hij voelde de vraag al aankomen. “Zijn naam is Kaulitz. Is dat…louter toeval?”¯
De jongen lachte bitter. -“Niets, maar dan ook niéts is ‘louter toeval’. Na de laatste paar maanden geloof ik daar niet meer in…Was het maar waar.”¯ De man was met verstomming geslagen. -“Maar... dan is hij dus...”¯ -“Mijn broer, ja.”¯ Maakte Tom diens zin af. “Bill Kaulitz is mijn eeneiige tweelingbroer en hij woont hier, in Nachtherz. Snap je het nu?”¯
-“…Dit is een lastig parket.”¯ -“Je meent het?”¯ Tom rolde met zijn ogen.
-“Weet hij…”¯ -“Nee.”¯ -“Hij heeft geen idee dat...?”¯ -“Nee.”¯
De jongen schudde triest zijn hoofd en probeerde de krop in zijn keel weg te slikken.
Hij had er alles voor gegeven om eerlijk te kunnen zijn tegen Bill. Het deed hem pijn dat hij het geheim, dat hij al maanden met zijn meedroeg, het eerst aan zijn advocí¡í¡t had verteld.
-“Nu begrijp ik inderdaad je afkeer om Nachtherz te verlaten, maar voor jouw veiligheid én die van Bill, is het wel de beste optie. Je denkt toch niet dat Bills achternaam je achtervolgers niet zal opvallen?”¯
Toms adem stokte. -“Je...Je denkt toch niet dat ze achter Bill aan zullen gaan?”¯
-“Ik hoop van niet, maar als ze merken dat je een band met hem hebt... Misschien is het beter als je de komende maanden zo weinig mogelijk met hem optrekt.”¯
-“Hoe kan ik dat doen?”¯ Smeekte de jongen wanhopig. “De enige reden dat ik hier blí­jf is Bill!”¯ -“Misschien moet je dan maar vertrekken.”¯

Tom bleef stil. Hij voelde zich in het nauw gedreven, alsof hij niet meer te kiezen had.
Hij had gezworen dat hij zou blijven, voor Bill. Maar nu zou hij dat alles de rug toe moeten keren...voor Bill. Het leek opeens allemaal zo nietig, uitzichtlozer dan voorheen.
Verscheurd door twee beloften: die om Bill te beschermen en die om hem nooit te verlaten.
Hoe graag Tom ook de tweede optie had gekozen, hij wist dat de keuze al voor hem gemaakt was. Hij zuchtte verslagen.

-“...Wanneer?”¯

******

De deur van de immense villa sloeg achter Bill dicht.
Er was iets aan de atmosfeer hier, dat hem meteen opviel. De ruimte om hem heen voelde zo anders aan als die in het ziekenhuis. Leegte.
De manier waarop zijn voetstappen duidelijker weergalmden, de subtiele toets van kilte langs zijn huid.
Hij had nooit begrepen wat mensen zagen in grote, ongezellige villa’s.
Sinds hij blind was geworden, was hij ook de uiterlijke schoonheid der dingen overstegen. Waar zijn thuishaven lag werd niet meer bepaald door materiële toestanden. Materie was koud.

-“Welkom thuis, schat.”¯ De warmte van Jutta’s stem weerkaatste tegen de muren en vulde de leegte met een welkome menselijkheid. Hetgeen waar Bills leven nu wél volledig op gebaseerd was. “Voelt het niet goed om weer op vertrouwde bodem te staan?”¯
Bill glimlachte, keerde zich naar de plaats waar hij Jutta’s zachte ademhaling kon horen.
-“Ja.”¯ Zei hij eerlijk, terwijl ze verder liepen naar de woonkamer. “Veel beter.”¯
Hij liet zich vallen in de duisternis, op de plek waarvan hij wist dat de zetel er moest staan.
Het meubel stelde hem niet teleur en ving de jongen trouw op.
Bill nestelde zich in de kussens en genoot van zijn herwonnen vrijheid. Nog een paar dagen langer in dat hospitaal, en hij was zonder twijfel doorgedraaid.
Hij kende wel beter plaatsen om oudejaarsavond door te brengen.

“Het voelt goed om thuis te zijn. Kwestie van het nieuwe jaar goed in te zetten.”¯
-“Zo mag ik het horen. Ik ben zo blij dat ik je vandaag bij me heb, jongen, dit zal immers een spannend jaar voor je worden.”¯
Bill trok een mondhoek op, maar plots voelde hij de scherpe contouren van een metalen voorwerp prikken in zijn dijbeen. Hij stopte zijn hand in zijn broekzak en haalde de boosdoener tevoorschijn:
De sleutel was zo klein en onschuldig, maar voor Bill was de aanwezigheid van het kleinood griezelig dominant. Het symbool van een toekomst.
Hij wist alleen nog niet de welke.

Jutta zag de kwelling op zijn gezicht. De jongen hoorde haar naderen en was dus niet verrast toen haar hand op zijn schouder viel.
“Het komt wel goed, kleintje. Diep in je hart weet je al wat juist is. Je ziet het alleen nog niet.”¯
-“Zien zal ik nooit meer doen, dat is een feit.”¯
Hij probeerde te lachen, maar mislukte daar tragisch in. Het donker om hem heen was permanent en beangstigend, maar voor de eerste keer in jaren was dit niet het grootste obstakel dat hij zou moeten overbruggen.
-“Wat ik ook kies…”¯ Begon hij aarzelend. “Ik zal er altijd op één of andere manier spijt van hebben. Het zal me voor altijd blijven achtervolgen, of niet soms?”¯
Jutta zuchtte. Haar greep op zijn arm verstevigde, ze boorde haar blik diep in de grijze leegte van zijn ogen. -“Ja.”¯
Bill beet op zijn lip en klemde de sleutel pijnlijk hard in zijn hand.

-“Ik…Ik weet niet of ik dit aankan.”¯ Jutta lachte zonder humor. -“Liefje, ik weet niet of ik het aankan.”¯ Haar stem klonk beverig, en voor de eerste keer bespeurde Bill ook Jutta’s angst, buiten die van zichzelf. “Ik wou maar…”¯ Ging ze verder. “dat ik was zelfzuchtiger was. Want als ik wat meer aan mezelf zou denken, geloof me, dan zou ik je niet laten gaan. Het breekt mijn hart om je te zien vertrekken, maar ik vraag je niet om te blijven. Dat zou ik mezelf nooit vergeven. Ik wil dat je doet wat het beste is voor jou, niet voor mij, niet voor iemand anders, maar voor jóu.”¯

Bill liet zijn hoofd zakken. Hij wist niet wat hij daarop moest zeggen. -“Maar…ik…”¯ -“Je moet dit doen, Bill. Voor jezelf. Deze kans krijg je nooit meer! Ik zal achter je staan, wat je ook kiest, maar ga hier alsjeblieft niet licht overheen.”¯ De jongen knikte begrijpend. -“Geloof me, ik denk aan niets anders meer...”¯
Jutta overwoog het om haar volgende woorden niet uit te spreken, maar deed het toch.
-“Misschien...moet je eens met Andi praten? Hij is slim genoeg om het te begrijpen, wat je ook zult beslissen.”¯ Bill kneep zijn lippen op elkaar en schudde triest zijn hoofd. Het idee alleen al dat hij Andi niet meer zou zien, maakte hem misselijk.
“Waar is Andi eigenlijk? Ik heb hem al een tijdje niet meer gezien?”¯ -“Hij was ziek.”¯ Mompelde Bill afwezig. “Hij belde me een paar dagen geleden. Als hij beter was zou hij komen. Ik hoorde het aan zijn stem, hij voelde zich echt niet goed.”¯ Hij zuchtte. “Spijtig, want ik mis hem verschrikkelijk. Zeker nu.”¯ Jutta knikte. -“Dat begrijp ik. Maak je geen zorgen, ik weet dat hij hier zal staan, de seconde dat hij zich beter voelt…of misschien al eerder. Die jongen is in staat om de griep hier binnen te brengen, alleen om met jou te kunnen rondhangen.”¯ Bill kreeg het moeilijk. Wat moest hij Andi dan vertellen?
Deze zaak stak verder boven zijn hoofd uit dan het empire state, en hij vreesde dat hij niet klaar was om een keuze als deze te kunnen maken.

-“Ik...ga even naar mijn kamer. Ik heb tijd nodig om na te denken.”¯ Zonder een respons af te wachten stond hij op en stormde hij naar boven. Jutta bleef bedeesd achter.
Vijftien, zestien, zeventien...’ Telde Bill in zijn hoofd. ‘...achttien, negentien, twintig.
Twintig treden.
Hij sloeg de deur van de slaapkamer achter zich dicht. Vijf stappen naar zijn bed, waar hij uitgeput op neerplofte. De situatie leek zo uitzichtloos. Hij kon niets kiezen zonder iets te kwijt te raken dat hem nauw aan het hart lag. Zijn vrienden en zijn huidige, veilige leven? Of zijn droom? Hoe was dat in hemelsnaam een keuze die hij kon maken?

De telefoon ging. Het was Bills GSM die trilde in zijn broekzak. De jongen zuchtte. Wie moest hem uitgerekend nu lastigvallen? Met tegenzin zette hij het toestel aan zijn oor.
-“Hallo, met Bill?”¯ -“Bill? Hay, ik ben het, Andi.”¯
Meteen schoot de blinde jongen rechtop, met herwonnen interesse. Deze stem klonk als muziek in zijn oren, het was net wat hij nodig had. -“Andi?! Ben je al beter?”¯ -“Euhm…Ja. Ja, natuurlijk, daarom bel ik. Hoe is het trouwens met jou? Ik hoorde van Gustav dat je naar huis mocht vandaag.”¯ -“Geweldig, ik ben nu op mijn kamer. Mijn éigen kamer, eindelijk! Het voelt goed om weer hier te zijn!”¯ -“Mooi zo, ik ben blij voor je. Weet je, Bill, ik vroeg me af... Zou ik even langs mogen komen? Ik moet echt met je praten.”¯ Bills glimlach reikte van oor tot oor. -“Ja! Ja natuurlijk!”¯
Een rustig gesprek met zijn beste vriend zou hem zeker goed doen.
“Ik heb je zo gemist! Het ziekenhuis was zo saai zonder jou.”¯ Het bleef even stil aan de andere kant. -“…Ik jou ook. Je hebt geen idee.”¯ Bill stuiterde vrolijk op en neer op zijn bed, de energie die zich de laatste dagen had kunnen opstapelen vond zijn weg naar de oppervlakte. -“Wanneer kom je naar hier?”¯ -“Ik ben er binnen tien minuten, als dat uitkomt.”¯ -“Ja, geen probleem! Ik kan niet wachten.”¯ Tom gniffelde zachtjes. -“Jij en je enthousiasme toch altijd.”¯
Er was iets met Andi’s stem, merkte de blinde jongen op. Ze was minder krachtig, minder opgewekt dan anders. Misschien was Andi toch nog niet helemaal genezen?
Dus dan zie ik je zo meteen, oké?”¯ -“Oké!”¯
Wat maakte een griepje meer of minder nu uit? “Tot zo.”¯ Hij hoorde Andi geamuseerd lachen voor de verbinding werd verbroken.

Bill kon zijn geluk niet op. Wat zou hij ooit doen zonder Andi? Hoe kon hij leven zonder zijn constante aanwezigheid? Na twee dagen had hij het er al moeilijk mee, werd het gemis al te veel, alsof ze elkaar nódig hadden. Bill had Andi nodig, dat was een feit. Zonder Andi lag hij nu ergers op de bodem van de rivier. Hij had een band met Andi die sterker was dan welke andere dan ook, bijna onverklaarbaar. Ze vulden elkaar aan alsof ze ervoor geboren waren. Leven zonder hem zou...onmogelijk zijn?

Het was op dat eigenste moment dat Bill zijn keuze maakte. Het antwoord was daar, helder en doordacht, alsof het er al de hele tijd was geweest. Hij koos voor Andi.
Het kon niet anders, hij kón niet leven zonder. Punt. Waarom zou het hij ingewikkelder maken dan dat? Amerika zou moeten wachten. Het hele continent had niet te bieden wat die kleine dorpje wel had. Zijn beslissing stond vast, en het voelde goed, als een zware last die eindelijk van zijn schouders viel. Jutta had gelijk, die in zijn hart had hij altijd al geweten wat juist was. Zij zou hem na een tijdje ook wel vergeven. Ze had immers zelf gezegd dat ze niet wilde dat hij wegging. Andi hoefde hier nooit iets van te weten, dit was Bills verantwoordelijkheid, en hij wilde niet dat Andi zich schuldig zou voelden.
Bills gedachten vonden de vrede weer, en vol enthousiasme wachtte hij op het geluid van de voordeur.

Twee straten verder klapte Tom zijn telefoon dicht. Zijn keel leek wel dichtgeknepen door onuitgesproken zorgen. Hoe moest hij het Bill vertellen? Natuurlijk was hij nooit ziek geweest, hij had gewoon de kracht niet gehad om zijn kleine broer onder ogen te komen. Uitgeput leunde hij tegen de dichtstbijzijnde muur. Zijn ogen gesloten in kwelling en onmacht. Het was koud buiten, maar hij voelde het niet. Wat hij op het punt stond te doen was veel, véél kouder. Wat moest hij in hemelsnaam doen?
Hoe kon hij Bill vertellen dat hij zijn belofte zou breken?

******

De deurbel weergalmde door het huis: Tom hoorde de doffe echo dwars door de voordeur heen. Zijn keel was droog en zijn handen zweetten, ondanks de kou.
Langs de ene kant kon hij niet wachten om Bill weer te zien. Er was een zwart gat ontstaan in zijn maag, dat groter werd, telkens hij zijn broer verliet. Maar langs de andere kant…
Hij hoorde voetstappen naderen achter de deur, luttele seconden later stond hij oog in oog met Jutta. De jongen slikte. Om één of andere reden voelde hij zich ongemakkelijk in haar buurt.
Het was alsof ze dwars door hem heen kon kijken en exí¡ct wist wat hij dacht.
De vrouw keek hem glimlachend aan. -“Andi? Wat een verrassing, schat! Ik zou vragen waarom je hier bent als ik het niet zo zeker wist.”¯ Tom trok met moeite zijn mondhoeken op. Haar woorden klonken hem griezelig ironisch in de oren. Natuurlijk wist ze het…
-“Euhm, is Bill thuis?”¯ Vroeg hij domweg. Natíºíºrlijk was Bill thuis, hij verwachtte ‘Andi’ zelfs. -“Zeker, schat, kom binnen.”¯ Ze zette een stap opzij, zodat Tom het huis kon betreden. “Weer genezen?”¯ De jongen knikte nerveus. -“Ja, inderdaad...Ik moet met Bill praten.”¯
-“Tuurlijk, schat. Oh, hij zal zo blij zijn om je te zien. Nu ja, hóren.”¯ Ze lachte zachtjes, niet spottend. “Ik vermoed dat hij zich nog aan het omkleden is, anders had hij hier al lang gestaan. Wil je misschien iets drinken?”¯ Tom schudde zijn hoofd. -“Nee, danku.”¯ In werkelijkheid voelde zijn keel zo droog aan als de Sahara, maar hij dacht niet dat water een oplossing zou bieden. Hij voelde het bloed naar zijn gezicht trekken, zijn tong speelde zenuwachtig met zijn lipring. Waar bleef Bill?

Jutta kreeg al snel lucht van Toms nervositeit. -“Gaat het wel, schatje? Voel je je nog altijd wat ziek?”¯ Bezorgd legde ze haar hand op zijn voorhoofd. De jongen deinsde geschrokken achteruit. -“Nee, euhm, ja, ik bedoel...Ik...Ik moet Bill echt zien.”¯ Op dat moment wist Jutta dat er iets niet pluis was. Er was geen reden voor Andi om zo zenuwachtig te zijn. Tenzij... -“Je zei dat je met Bill moest praten...Waarover?”¯
-“Ik...euhm...”¯ Tom wist niet wat hij moest zeggen. De oudere vrouw keek hem achterdochtig aan en hij voelde zijn spraakvermogen afnemen met de seconde. “Ik...wel...”¯
-“ANDI!”¯ Beide gesprekspartners schrokken op. Als een zwarte wervelwind stormde de blinde jongen de trap af, tot hij in volle snelheid botste met zijn gast en zijn armen rond diens nek hingen. “Oh, Andi, ik heb je zo gemist! Ik ben zo blij dat je hier bent!”¯ Tom gaf geen antwoord, overmand door een verstikkend gevoel dat niets te maken had met Bills klemgreep. Zijn ogen concentreerden zich op die van de argwanende Jutta. Ze wist iets...

“Laten we naar boven gaan, we hebben zo veel om over bij te praten!”¯ Zonder een reactie af te wachten trok hij de verstomde jongen met zich mee. Tom bleef gebogen onder de brandende blik van de oudere vrouw, tot het gesleur aan zijn rechterpols ervoor zorgde dat hij om de hoek verdween. Meteen voelde het alsof hij na lange tijd weer kon ademhalen.
Bill trok hem zijn kamer in en liet hem los, om daarna zijn bed op te ploffen.
“Vertel-me-í¡lles!”¯ Tom gniffelde en keek om zich heen. Deze plaats was nog niets veranderd. Eigenlijk was dat eigen aan dit huis: alles bleef bewust hetzelfde, en de reden daarvoor wachtte op dit moment geduldig op een antwoord. -“Wel, eerlijk gezegd valt er niet veel te vertellen.”¯ Loog Tom, vastberaden om nog even van Bills vrolijkheid te genieten. “Ik hoopte dat jij wat nieuws zou hebben.”¯ -“Niet het geval.”¯ Loog Bill, vastberaden om zijn toelating tot de school te verzwijgen. “Ik ben eindelijk aan het ziekenhuis ontsnapt, zoals je ziet.”¯ -“Ik zie het.”¯ Tom zette zich neer op bed. “Je ziet er veel beter uit.”¯
-“Dat mag ook wel. Stel je voor dat ik oudjaar dí¡í¡r zou moeten vieren. Heb jij iets te doen vanavond? Blijf anders bij ons eten?”¯

Toms adem stokte. Was het al oudejaarsavond? Hoe kon hij Bill dit aandoen op oudejaarsavond? Dat was waarschijnlijk 9,8 op de schaal van extreme, lafhartige gemeenheid.
Langs de andere kant: als hij nog langer zou wachten, zou hij Bill ook niet helpen. Misschien was dit wel de perfecte gelegenheid. Een nieuw jaar, een nieuwe kans voor zijn broertje om opnieuw te beginnen. Tom werd misselijk van zijn eigen gedachten. Hijzelf zou nooit opnieuw kunnen beginnen... Hij zou zijn broer helemaal opnieuw verliezen.

-“Ik zal erover nadenken. Ik vier nieuwjaar normaal gezien nooit.”¯ -“Oh, maar wij ook niet, hoor. Sinds ik het vuurwerk niet meer kan zien, weet je wel...”¯ Hij zuchtte. “Maar we maken er een excuus van om eens lekker vet en gesuikerd te eten.”¯ De jongens lachten gelijktijdig.
-“Waarom neem jij alles toch zo positief op?”¯ -“Een mens moet toch iéts doen? Bitter zijn helpt ook niet.”¯ -“Snap ik. Ik ik zí¡l erover nadenken. Over het eten dan.”¯ Bill grinnikte.
-“Natuurlijk. De kans dat jij het zou overwegen om je pessimistische levensvisie op te geven is verraderlijk klein.”¯ -“Hey, zo erg is het ook niet met me gesteld.”¯ Een leugen. In werkelijkheid had hij genoeg dingen om pessimistisch over te zijn. “Alsof jij de laatste dagen van de vrolijkste was?”¯ -“Wel, ik heb dan ook niet elke dag een hartaanval.”¯ Bill zei het op luchtige toon, met humor in zijn stem: een talent om te relativeren waar Bills tweelingbroer nooit mee gezegend was. Ergens bracht het Tom wel gemoedsrust: Bill zou dit wel te boven komen. Bill was sterk. -“Nee... Daar heb je gelijk in.”¯ -“Maar nu ben ik oké, da’s wat telt. Zeker nu jij er weer bent. Ik kan me niet meer voorstellen hoe mijn leven eruitzag voor ik jou kende. De reden dat ik ‘down’ was, is dat ik je al een tijdje niet had gezien. Zielig, he? Ik ben gewoon zo aan je gewend geraakt... Het lijkt alsof ik je al mijn hele leven ken, vreemd toch?”¯

Tom knikte. -“Ja...Ik weet wat je bedoelt. Vreemd.”¯ Hij beet gekweld op zijn onderlip. Bill ging nietsvermoedend verder. -“Maar waarom zouden we ons hoofd daarover breken? We hebben betere dingen te doen. Ik bedoel, vanaf nu wordt alles beter: We zijn uit het hospitaal geraakt, jij bent genezen, het is oudejaarsavond en het leven lacht ons toe! Ik heb een goed gevoel over dit nieuwe jaar, Andi! Vanaf nu pak ik alles anders aan.”¯ De blinde jongen verloor zichzelf in zijn eigen enthousiasme. “Ik ga studeren, ik ga gezonder eten, ik ga op zoek naar nieuwe uitdagingen, naar nieuwe dromen, naar...”¯ -“Naar Tom?”¯ Bills mond viel open. -“W...Wat?”¯ Tom wist dat hij het niet had moeten vragen, maar hij kon zichzelf niet bedwingen. Hij vroeg het zich al een tijdje af. -“Naar Tom? Ik weet dat je al met hem in je hoofd zit sinds hij in het ziekenhuis kwam opdagen. Gustav maakte zich er zorgen over.”¯ Dat was waar. Hun blonde vriend had de voorbije dagen al meermaals zijn zorgen geuit over Bills aanwakkerende obsessie voor het terugvinden van zijn broer. Tom had enkel stilzwijgend ingestemd... “We praten niet veel over Tom, maar hij houdt je wel bezig.”¯

Bill wist niet wat hij hoorde... Hoe wisten ze dat? Hij had er niet zo vaak over gesproken, al hield het hem nu meer dan ooit bezig. Het was één van de reden dat hij Nachtherz niet wilde verlaten. Wat als zijn broer hier in de buurt was? -“Maar... Waarom vraag je dat?”¯
-“Uit interesse.”¯ Zei Tom eerlijk. “...en bezorgdheid.”¯ Bill fronste. -“Bezorgd waarover? Ja, ik ontken niet dat ik hem terug wil vinden, maar denk maar niet dat ik hem ga zoeken.”¯ De jongen kruiste defensief zijn armen. Tom trok een wenkbrauw op. -“Je hoop dat hij naar jou komt?”¯ Bill draaide zijn hoofd hooghartig opzij. -“Hij heeft het al eerder gedaan.”¯ Dat was ook een feit. De blinde jongen had er geen idee van hoe dicht Tom bij hem in de buurt was.
-“En als hij dat niet doet? Daar maak ik me zorgen over.”¯ ‘En hoe.’ -“Waarom zou je je daar zorgen over maken?”¯ -“Hoeveel teleurstelling denk je dat er nodig is vooraleer die optimistische ingesteldheid van jou verdwijnt?”¯ Bill haalde zijn schouders op. -“Dat zien we dan weer wel.”¯ Tom zuchtte. -“Wacht niet op hem, geloof me, hij is het niet waard.”¯

De blinde jongen glimlachte. -“Da’s een feit, diep binnenin mij ben ik nog steeds kwaad op hem. Maar toch...”¯ Hij dacht even na. “Wat maakt het uit? Ik heb jou toch nog?”¯
Tom draaide zijn hoofd weg. Een gigantische krop in zijn keel maakte het hem onmogelijk om te spreken. Hij speelde nerveus met zijn lipring en zijn been hing bijna spastisch stuiterend over de rand van het bed.
Bill kon dat natuurlijk horen. -“Andi?”¯ Geen reactie. “Andi, wat is er?”¯ Tom slikte hoorbaar. -“Ik...euhm, niets.”¯ Hij kon het niet. Hij was er nog niet klaar voor. “Je hebt gelijk. Je hebt mij, ik zou alles voor je doen.”¯ Geen leugen, geen volledige waarheid, maar bovenal zwak. Hij had het hem moeten vertellen, nu hij de kans had. Uit alle macht probeerde Tom zijn mond weer open te doen, de waarheid te spreken... Maar hij voelde Bills armen om zijn schouders vallen, Bills kin in de plooi van zijn nek...en hij kon het niet. Zijn handen grepen de stof van Bills lakens uit pure onmacht. Dit was oneerlijk. Zó oneerlijk.
Na vandaag zou hij nooit meer de kans krijgen om Bills grote broer te zijn. Oké, naar zijn mening had hij dat zichzelf aangedaan, maar het bleef onrechtvaardig. Zéker tegenover Bill.

-“Andi? Andi, te trilt.”¯ De blinde jongen verstevigde zijn greep, alsof dat zou helpen. “wat is er aan de hand? Ben je zeker dat je genezen bent?”¯ -“Ik...Ja, ik denk het wel.”¯ -“Wat is er dan? Andi...Waarom huil je?”¯ Tom schrok, hij had zelf niet gemerkt dat de tranen vrijuit over zijn wangen liepen. Zijn handen schoten naar zijn gezicht, maar Bill was hem voor. “Waarom huil je?”¯ Zachte vingers deden hulpeloze pogingen om zijn wangen droog te vegen.
Tom ving Bills handen in de zijne en keek hem aan. -“Bill...I-Ik zit in de problemen.”¯ Zijn stem klonk dik van onderdrukte emoties. “D-Diep in de problemen.”¯ De blinde jongen fronste. -“Hoe bedoel je? Is er iets gebeurd?”¯ -“Dat kun je wel zeggen, ja.”¯ -“Wat dan? Vertel het me, is er iets dat ik kan doen?”¯ Tom schudde zijn hoofd. Hij probeerde zich te vermannen, en dat vergde elk beetje zelfbeheersing dat hij kon opbrengen. Op dit moment was hij een emotioneel wrak, maar hij moest zich sterk houden voor Bill.

-“Nee, je kunt niets voor me doen. Dit heb ik zelf op mijn nek gehaald, en ik zal mezelf eruit moeten halen.”¯ -“Wat heb je gedaan? Zo erg kan het niet zijn.”¯ -“Laat ons zeggen dat ik... een zware prijs moet betalen om iets waar ik van hou veilig te stellen.”¯ Nu, dat was griezelig specifiek. Bill ‘keek’ hem onbegrijpend aan, zijn blik al even griezelig door de precisie waarmee hij hem op Tom richtte. -“Hoe zwaar?”¯ Bills armen gleden langzaam van hem af. Tom gaf geen antwoord. Hij liet zijn hoofd veelzeggend zakken. “Andi! Hoe kan ik je helpen als je me niets vertelt? Wat het ook is, we raken er samen wel uit.”¯ Bill klonk wanhopig, alsof hij het onheil boven zijn hoofd voelde hangen. -“Nee, Bill, niet samen.”¯ Tom was blij dat Bill niet kon zien hoe de kleur uit zijn gezicht wegtrok.
“Ik zei toch dat ik met je moest praten? Ik...Ik ga weg, Bill.”¯

De blinde jonge versteende. Tom zag verschillende emoties aan een sneltempo over diens gezicht passeren, tot hij slechts expressieloos voor zich uit ‘staarde’.
-“...Weg? Voor hoe lang?”¯ Tom grimaste bij het horen van Bills stem, plotseling stil en onzeker. -“Dat is het juist.”¯ Zijn eigen stem klonk leeg en ver weg, alsof hij het iemand anders hoorde zeggen. “Ik weet niet waarheen. Ik weet alleen dat ik moet gaan. Bill, ik wou dat het anders kon, maar...”¯ Hij haalde diep en hakkelig adem. “Ik kom niet meer terug.”¯

Dit was het dan. Hij had het gezegd, geen kans om terug te krabbelen. Tom voelde zich ijl worden, bang en kortademig. Door zijn wimpers heen probeerde hij naar Bill te kijken, maar die bewoog niet. Het werd akelig stil.
Zelfs ademhalen leek te luid op dit moment. -“...Waarom doe je dit?”¯
Tom schrok zich een ongeluk toen Bill eindelijk sprak. -“Bill, Ik...”¯ -“Waarom doe je mij dit aan?”¯ Een eenzame traan rolde langs Bills wang. “Als je het hier beu bent, kun je dat ook gewoon zeggen.”¯ -“Nee! Geloof me, zo zit het niet in elkaar. Ik wil niet gaan, ik moet wel.”¯
-“NEE!”¯ Deze keer sprong Tom een eindje omhoog van het schrikken. Hij had Bill nog nooit zo gezien: De blinde jongen was van het bed af geschoten en stond nu met gebalde vuisten voor hem. “Je zei dat je me nooit in de steek zou laten! Nóóit. Je hebt het me beloofd!”¯
-“Het spijt me, echt waar, maar ik moet wel gaan! Het ligt niet meer in mijn handen. Als er een manier was om te blijven zou ik het doen. Maar ik doe dit voor jou, Bill, al kan ik niet verwachten dat je dat begrijpt.”¯

Bill was woedend. Zijn gezicht liep rood aan en dikke druppels stroomden over zijn wangen, tot hij de zoute smaak uiteindelijk op zijn lippen kon proeven. Hij voelde zich zo verlaten. Vérraden. Hij was bereid om alles op te geven voor deze vriendschap, en Andi wilde alles verpesten zonder een echte reden op te geven. Hij klemde zijn tanden op elkaar en siste Andi toe was hij nooit had willen zeggen: -“Maakt niet uit.”¯
Zijn stem droeg amper verder dan een fluistertoon. “Maakt niet uit. Ik vertrek naar Amerika. Ik kom niet terug.”¯ Tom keek verrast op. -“Bedoel je...Ben je toegelaten op die blindenschool?”¯ -“Ja.”¯ Bill kruiste zijn armen. “Ik vertrek binnenkort. Misschien wel voor altijd.”¯ Toms mond viel open. -“Wacht...Jí­j...verlaat mij?”¯ Hij kon het niet helpen, het deed pijn. Had Bill al langer gepland om hem achter te laten? Zo ja, waarom was hij nu dan zo kwaad?

-“Reken maar dat ik wegga! Waarom zou ik blijven? Jij zou m’n beste vriend moeten zijn! En jij laat mij zomaar achter!”¯ -“Je hebt er geen idéé van wie ik ben!”¯
Vloog Tom plotseling uit. Hij was Bills broér. Zijn identieke twéélingbroer, en hij kon het niet eens zeggen. Bill zou nooit begrijpen hoe moeilijk dat was.
Hij had de hel doorstaan om bij Bill te zijn...maar Bill ging weg, en Tom ging weg.
Bill besefte niet eens wat hij op het punt stond de rug toe te keren...Misschien was het beter zo. Tom wilde zijn broer immers zo veel mogelijk pijn besparen.
-“…Nee. Blijkbaar niet.”¯ Bracht Bill bijna onhoorbaar uit, een heel contrast tegenover zijn geschreeuw van daarnet.

Tom stond op, zijn benen minder stabiel dan hij gehoopt had. Hij keek op zijn horloge: Het was al na tienen. -“Ik...moest maar eens gaan.”¯
Onhandig strompelde hij in de richting van de deur. De klik van het slot deed Bill ontwaken uit de trance waarin hij zich leek te bevinden. -“Andi...”¯
Zijn dode ogen stonden wijd open, vol besef. Was dit de laatste keer dat ze elkaar zagen?
“Andi?”¯ Tom draaide zich om, enkel om Bills handen wanhopig in zijn richting te zien tasten. “Andi!”¯ Bills plotselinge smeekbeden braken zijn hart. Bill wist wel dat Tom nog in zijn kamer was, maar de wetenschap dat hij elke moment kon vertrekken werd plots heel beangstigend. “Andi, wacht...”¯ Tom zuchtte en legde zijn handen op Bills schouders, voorhoofd tegen het zijne. Zo bleven ze even staan, terwijl Bill zijn tranen probeerde weg te slikken en Tom als verdoofd de realiteit onderging.

-“Het spijt me.”¯ Fluisterde hij, verslagen, vlak voor hij dan toch de kamer verliet. Hij beende aan een sneltempo door de gang, hoewel Bill hem niet volgde. De blinde jongen was aan de grond genageld en met verstomming geslagen. Hij luisterde hoe Toms voetstappen op de trap bonkten en naar beneden verdwenen.
In de keuken passeerde Tom Jutta. -“Ah, Andi, het eten is klaar, een beetje laat om te eten, ik weet het. Blijf je?”¯ Maar Tom minderde geen vaart en spurtte naar de voordeur. “Andi? Wat is er?”¯
Boven hoorde Bill de voordeur dichtslaan. Zijn knieën begaven het gelijktijdig met de klap.
Jutta liep haastig naar het keukenraam, waar ze Tom nog net voorbij zag rennen. “Mijn hemel...”¯ Mompelde ze, waarna ze meteen haar ogen naar het plafond sloeg. Het deel van het plafond waar Bills kamer moest zijn.
Met beverige handen draaide Bill zijn deur op slot. Hij hoorde Jutta de trap op spurten terwijl hij op bed neerviel. “Billschen?”¯ Ze klopte herhaaldelijk op de deur. “Schat, alles oké? Laat me binnen.”¯ -“Laat me met rust!”¯ Schreeuwde hij boven het gebons uit. “Ik wil niemand zien.”¯ -“Maar...Het eten is klaar! Ik heb je lievelings-”¯ -“Ik heb geen honger!”¯

Tom liep de straat uit en draaide de hoek om. Zijn borstkast brandde en het voelde alsof hij geen lucht meer binnen kreeg. Wat had hij gedaan? Hoe kon hij Bill dat aandoen?
Hij stopte zelfs niet toen Bills huis al lang uit het zich was verdwenen. Hij had het gevoel dat hij op die manier kon vluchten voor zijn emoties, maar het was tevergeefs.
In het dichtstbijzijnde steegje hield hij halt, om vervolgens tegen de muur in elkaar te zakken, op het randje van hyperventilatie. Zijn kleren werden nat van de half gesmolten sneeuw... Hij merkte het niet. Het zwarte gat, dat in zijn maag was ontstaan, had zonet zijn hart ingeslikt.
Verdoemd tot een leven zonder Bill...

In Bills kamer was het eindelijk stil. Jutta had het opgegeven en was in haar eentje gaan dineren. Bill verstopte zijn hoofd in zijn kussen...en stortte in. Zijn geschreeuw klonk gedempt, maar nog nooit was het zo luid in zijn hoofd. Nog nooit was de duisternis zo angstaanjagend. Al zijn plannen en dromen gingen in rook op. Nu zou hij toch naar het buitenland moeten vertrekken...In een kwade opwelling stompte hij Tomi, de teddybeer, van zijn bed af.

Jutta had gelijk gehad, besefte hij, toen hij even later het gekletter van het vuurwerk hoorde. Ook Tom keek vanuit het steegje machteloos toe hoe de kleuren boven zijn hoofd uiteen spatten. Het was een nieuw jaar...en í¡lles was anders.

WORDT VERVOLGD


Reacties:

1 2

Annetje566
Annetje566 zei op 2 jan 2011 - 18:20:
aneeehhh het is zo zieligggggggg Hebben ze elkaar gevonden, moet Tom weer weg!
Maar ik was weer lekker even niet aanspreekbaar door jou prachtige verhaal hoor!
xXx