Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Please, help me.. » Please, help me...
Please, help me..
Please, help me...
September 1989
Het is vroeg in de ochtend. Simone Kaulitz wordt wakker van de buikpijn die ze heeft. Ze maakt snel haar man wakker. ‘Wakker worden, ik moet bevallen.’ Zegt ze in paniek. Op slag is hij wakker en belt naar het ziekenhuis.
Al snel zitten ze in de ambulance.
De weeën worden erger en erger. Doktoren rennen heen en weer. Uiteindelijk, na 2 uur persen is het kind eruit. Ze is helemaal blij en weet al precies hoe hij heet; Tom.
Dan komt er een dokter naar haar toe die zegt dat er nog een baby is. Na 10 minuten persen is ook de 2e jongen eruit; Bill.
Ze is dolgelukkig. Maar dan hoort ze dat het hartje van Bill te langzaam klopt. Hij moet in de couveuse.
Ze is een beetje bang dat deze tweeling uit elkaar getrokken wordt.
Gelukkig gaat het al snel weer goed met Bill.
1993
Bill’s pov:
Vandaag zijn Tom en ik voor de eerste keer naar school gegaan. Het ging erg goed.
Maar om een of andere reden voel ik me anders bij die kinderen.
Ben ik anders? Of denk ik dat alleen?
Ik ga naar mijn moeder en vraag het haar hoe het kan. Ze zegt dat iedereen anders is, en dat ik me nergens druk om hoef te maken.
2002
We zitten op de middelbare school.
Al heel lang achtervolgt het gevoel me dat ik anders ben.
Veel kinderen zien me aan voor gothic, maar dat ben ik niet. Ik heb wel meestal zwart aan, maar dat maakt me niet gelijk gothic.
Tom en ik hebben allebei een andere stijl dan de meeste kinderen bij ons op school. Tom heeft dreads en wijde kleren. Ik verf mijn haar en draag voornamelijk zwarte, strakke kleding.
Ik ben er trouwens achter gekomen dat ik alles in het donker kan zien, terwijl Tom dan bijvoorbeeld geen hand voor ogen ziet.
2008
Het is nacht, en ik lig wakker.
Tom en ik wonen samen in huis.
Ik heb hem verteld wat ik voel.
Op internet hebben we gezocht of we iets konden wat me kan helpen. Het enige wat ik vond was iets over vampiers. Sommige dingen herkende ik wel, maar dat kan toch niet?
Tom had een forum gevonden voor mensen met hetzelfde probleem als ik.
Na een paar dagen vroeg een meisje of we eens konden afspreken. Ik antwoordde dat het goed is.
Vanmiddag hebben we afgesproken, maar ze heeft me gewaarschuwd dat ik niet in de zon mag lopen. Tom gaat ook mee.
Na een tijdje wachten in het parkje zien we haar. ‘Hoi, ik ben Jasmine.’ Zegt ze. ‘Ik ben Bill, en dit is Tom.’ Zeg ik terwijl ik haar een hand geef. ‘Bill, ik wil met je praten over het gevoel van je. Dat je je anders voelt dan anderen.’ Zegt ze. Ik knik. ‘Ik heb vannacht een droom gehad. Jij kwam erin voor. Ik zag wat er met je gebeurde en moest dit aan jou vertellen. Dit klinkt als onzin, maar je moet me geloven.’ Zegt ze smekend. Ik kijk Tom aan. ‘Ik luister’ Zeg ik. ‘Ben je de laatste tijd veranderd? Vaak zwart aan, goed zien in het donker, niet tegen de zon kunnen, sterker of sneller zijn dan je wist.’ Ik knik. Ze wacht even, en praat weer verder. ‘Het kan zo zijn dat je vampier bent.’ Zegt ze. Ik schrik me kapot, en Tom zo te zien ook. ‘ Doe je mond eens open. ‘ Zegt ze. Ik doe wat ze zegt. ‘Precies wat ik dacht, voel maar een s aan je hoektanden. ‘ Zegt ze. Ik voel. Ze zijn langer dan normaal. ‘Hoe kan dat?’ Vraag ik. ‘Dat zijn een paar kenmerken van een vampier. Maak je geen zorgen, er zijn meer mensen die dit hebben.’ Stelt ze me gerust. Ik ben heel erg geschrokken. Dat ziet ze ook en zegt dat ik beter naar huis kan gaan.
Eenmaal thuis zak ik neer op de bank.
Hoe kan dit?
Tom gaat naast me zitten en wrijft troostend over mijn rug. ‘Het maakt niet uit Bill, het komt wel goed.’ Zegt hij. Ik schud mijn hoofd. ‘Tom, kom uit die droom. Het komt niet meer goed.’ Zeg ik. Ik ga naar boven.
Wanneer ik langs de spiegel loop zie ik geen spiegelbeeld.
Misschien had Jasmine toch gelijk.
Ik ga naar mijn kamer en ga in bed liggen. Mijn deken trek ik ver over mijn hoofd. Na een tijdje val ik in slaap.
Tom’s pov:
Bil is naar zijn kamer. Hoe kan het dat hij zo is?
Ik ga naar boven. Als ik zijn kamer binnenstap ligt hij te slapen. Hij heeft zijn deken van zich afgegooid, en hijzelf ligt half van zijn bed af.
Voorzichtig til ik hem op en neem hem mee naar mijn kamer. Daar leg ik hem op mijn tweepersoons bed.
Hij slaapt rustig verder en ik kijk toe. Ineens begint hij te praten in zijn slaap. ‘Laat me met rust! Ik wil niet! Laat me!’ Schreeuwt hij. ‘Rustig Bill, ik ben er, er is niets aan de hand.’ Zeg ik rustig. Hij gaat weer rustig slapen. Ik aan door zijn haar heen. Ik ga naast hem onder de dekens liggen en sla mijn arm om hem heen. Na een tijdje val ik ook in slaap.
Tegen de avond word ik weer wakker.
Als ik slaperig mijn ogen open doe ligt Bill half bovenop me.
Ik pluk aan zijn haar. ‘Bill wakker worden.’ Zeg ik zacht. Slaperig doet hij zijn ogen open. ‘Wat? Wat is er?’ Zegt hij slaperig. ‘Nou, dat je boven op me ligt.’ Zeg ik lachend. ‘Huh… Oh, sorry.’ Zegt hij en gaat van me af.
‘Zo beter?’ Vraagt hij en kijkt me lachend aan. ‘Pff… Veel beter. Ik kan weer adem halen.’ Zeg ik. ‘Zo zwaar ben ik niet.’ Zegt Bill. ‘Wel als j e ligt te slapen. Maargoed, zullen we gaan eten?’ Stel ik voor. Hij knikt.
Bill’s pov:
Tom stelt voor om te gaan eten. Ik rammel. We bestellen pizza. Terwijl we eten staart hij me aan. Ik voel me er een beetje ongemakkelijk bij. ‘Wat is er?’ Vraag ik. ‘Niets.’ Zegt hij. ‘Jawel, vertel het nou.’ Zeg ik. ‘Het is gewoon allemaal zo verwarrend.’ Zegt hij. Ik zucht. Wat kan ik eraan doe?
Als ik mijn pizza op heb zeg ik: ‘Ik ga even een eindje lopen.’ En ik ga weg. ‘Bill, wacht nou. Wat is er met je?’ Vraagt hij. ‘Dat weet je best, en je bent niet de enige die het er moeilijk mee heeft.’ Zeg ik overstuur en ga naar het parkje. Ik ga op een bankje zitten en begin te snikken.
Na een paar minuten komt Tom samen met Gustav en Georg.
Fijn, nu weten zij er ook van.
‘Bill, gaat het? Wat is er gebeurt?’ Vraagt Gustav. Nors haal ik mijn schouders op. Hij gaat voor me zitten. ‘Bill, vertel asjeblieft wat er aan de hand is. We willen je helpen.’ Zegt hij. Trillend zucht ik. ‘Laat Tom het maar vertellen, ik kan het niet.’ Zeg ik zacht. Gustav vraagt het aan Tom en hij legt het uit.
‘Waar droomde je vanmiddag over toen je in je slaap praatte?’ Vraagt Gustav.
Er lopen rillingen over mijn rug. ‘Er waren allemaal mensen met bleke ingevallen gezichten. Ze zeiden dat ik bloed moest drinken. Maar ik wilde niet. Ze gaven niet op en dwongen me. Ze duwde me naar iemand toe, die persoon leek op Tom, maar hij stond met zijn rug naar me toe. Toen zei Tom dat ik rustig moest worden. En al die rare mensen verdwenen. Maar ze zeiden dat ze terug zouden komen.’ Vertel ik. Gustav heeft goed geluisterd. Tom gaat naast me zitten en troost me. ‘Je moet er denk ik gewoon aan wennen dat het zo is.’ Zegt Georg.
Met zijn allen gaan we naar huis. En na een uurtje gaan we naar bed. Snel, val ik in slaap. Weer is het heel erg onrustig.
Na een paar uur word ik wakker. Ik voel iets vloeibaars langs mijn arm lopen. Snel loop ik naar de badkamer.
Als ik het licht aandoe zie ik dat ik mijn arm open heb gehaald. Waarschijnlijk ben ik in mijn slaap omgedraaid, en heb mijn arm langs mijn gezicht gehaald.
Als ik in de spiegel kijk zie ik dat ik rode ogen heb. En niet doordat het ontstoken is, maar waar ik normaal bruine ogen heb is het nu felrood.
Als ik eens goed kijk zie ik dat mijn spiegelbeeld langzaam weg vaagt.
Alles zie je nog, alleen ik word van het plaatje gewist. ‘Wat gebeurt er?’ Zeg ik in paniek. Ik sta tegen de muur gedrukt. Tom komt binnen. ‘Bill, wat is er?’ Zegt hij. Ik kan niets zeggen en sta als versteent naar de spiegel te staren. Hij komt naar me toe en volgt mijn blik. ‘Wat is er hier aan de hand.’ Zegt hij verslagen. Nog steeds sta ik met open mond te staren. Hij legt zijn hand op mijn schouder, en het lijkt alsof ik ontdooi. Meteen zak ik in elkaar. Hij kan me net opvangen voordat ik op de grond terecht kom. Hij hijst me op zijn rug. ‘Bill, gaat het?’ Vraagt hij weer. ‘Een beetje.’ Zeg ik. ‘Houd je maar vast, dan gaan we naar beneden.’ Zegt hij. Ik houd zijn shirt stevig vast en verstop mijn gezicht in zijn nek.
Ik hoor de stemmen in mijn hoofd praten. ‘Bijt hem! Dit is je kans! Doe het!’ Roepen ze. Ik pak zijn shirt steviger vast. Ze gaan maar door.
Als we onder aan de trap zijn laat ik me van Tom’s rug af glijden en ga in een donker hoekje van de kamer zitten. ‘Ik wil Tom niet bijten.’ Zeg ik zacht. ‘Hij komt eraan. Grijp deze kans! Je kunt het best.’ Zeggen ze. ‘Ik wil niet!’ Schreeuw ik. Tom komt voor me staan. ‘Bill? Wat is er?’ Vraagt hij op een lieve toon. ‘Bijt hem! Nu is er niemand. Dit is de ideale plek!’ Zeggen ze streng. ‘Tom, alsjeblieft. Ga weg. Het is te gevaarlijk bij mij.’ Zeg ik bang. ‘Wat klets je nou?’ Vraagt hij. ‘Ze willen dat ik je bijt. Ik verzet me, maar ik houd het niet lang meer vol.’ Zeg ik. Langzaam gaat Tom achteruit.
Het voelt alsof mijn lichaam wordt overgenomen. Ik ben mezelf niet meer, en heb geen controle meer over mijn lichaam.
Tom’s pov:
Bill zegt dat ik weg moet gaan.
Wat is er mis met hem? En hoe kan het dat hij ineens felrode ogen heeft?
Ineens komt hij op me af. ‘Bill, wat doe je?’ Vraag ik als hij mijn polsen tegen de muur duwt. Hij probeert te bijten, maar ik weet me net op tijd los te wurmen. Dit is Bill niet, dat weet ik zeker.
Al snel heeft hij me weer klem gezet.
Even lijkt het alsof hij weer normaal word. Zijn greep verslapt en de normale kleur van zijn ogen komt terug. ‘Tom, sorry. Dit doe ik niet. Iets neemt mijn lichaam over. Het spijt me Tom.’ Zegt hij. Even had ik medelijden met hem.
De rode kleur in zijn ogen komt terug en zijn greep versterkt weer. ‘Gustav! Georg! Help!’ Roep ik zo hard als ik kan. Bill doet zijn mond open om weer te bijten. Ik zie zijn lange hoektanden. Als Gustav en Georg er niet snel aankomen ben ik er geweest.
Dan komen ze de kamer binnen. Ze schrikken als ze zien wat er gebeurt. Snel haalt Georg me uit de houtgreep van Bill. Samen duwen we hem op een stoel. Gustav moet hem vastbinden, anders lopen wij gevaar. ‘Wat was er gebeurt?’ Vraagt Gustav. ‘Geen idee. Maar het is niet goed.’ Zeg ik. Bill wordt al rustiger. Langzaam wordt hij weer zichzelf.
Vermoeit kijkt hij naar ons. Dan ziet hij dat ik allemaal schrammen op mijn armen heb. ‘Wat…Wat heb ik gedaan?’ Zegt hij. Ik wrijf over zijn knie. ‘Jij kunt er niets aan doen.’ Zeg ik.
Ik kijk in zijn ogen. Nog steeds zijn ze rood, maar daarnet was het anders. Daarnet las ik woede in zijn ogen, nu is het vooral angst.
We maken Bill weer los, en meteen onhelst hij me.
De volgende ochtend mail ik meteen naar Jasmine. Ik leg haar uit wat er gebeurd is en vraag of zij weet hoe het kan en hoe het voorbij gaat. Al snel heb ik antwoord terug. ‘En? Wat zegt ze?’ Vraagt Georg. ‘Ze vraagt of e een tweeling zijn. In dat geval zou het niet over gaan voordat de ander gebeten is.’ Zeg ik. ‘Maar hij probeert dat juist tegen te gaan.’ Zegt Georg. Ik knik. ‘Zouden we het hem moeten vertellen?’ Vraagt hij. ‘Hij heeft nu wel genoeg dingen aan zijn hoofd. Ik vertel het nog wel.’ Zeg ik.
Bill’s pov:
Wat bezielde me vannacht? Ik kan deze vraag niet uit mijn hoofd krijgen.
Ik ga naar Gustav. ‘Wat is er vannacht gebeurt?’ Vraag ik. ‘Dat weet ik niet. Maar je vloog Tom ineens aan.’ Zegt hij. Gustav kan duidelijk geen antwoord geven op mijn vraag.
Die avond ga ik al vroeg slapen.
Als ik wakker word hoor ik dat er naast me gerommeld wordt. Het is Tom, die gaat nu ook slapen, net zoals Gustav en Georg. Die zouden ook nog een nachtje blijven.
Ik sluit mijn ogen en val in slaap. Ik droom over wat er vannacht was gebeurt. Ik wil wakker worden, maar het gaat niet. Mijn droom verandert. Ik krijg Tom te pakken. Ik bijt hem en drink zijn bloed. ‘Nee!’ Schreeuw ik. Hijgend word ik wakker. Ik zie de bezorgde gezichten van Gustav en Georg. Ik kijk naast me, naar Tom. Hij ligt met zijn ogen gesloten en er ligt bloed naast hem.
‘Heb ik hem gebeten?’ Vraag ik angstig. Gustav slaat zijn hand voor zijn mond. Georg knikt.
Tranen vullen mijn ogen. Ik pak Tom bij zijn schouders. ‘Tom, wordt wakker. Laat me zien dat je er nog bent.’ Huil ik. Ik leg zijn armen over mijn schouders. Mijn gezicht stop ik in zijn shirt. Dan voel ik dat Tom over mijn Rug wrijft. Hij leeft nog!
Ik laat hem weer op zichzelf zitten. Ik kijk naar hem.
Doordat ik hem heb gebeten is hij nu ook vampier geworden. Nu heeft hij ook rode ogen en lange hoektanden. ‘Tom, het spijt me zo.’ Zeg ik. ‘Jij kon er niets aan doen. Dit zou net zo lang doorgaan totdat je gebeten had.’ Zegt Tom.
Na die avond heb ik niets meer gehoord van de stemmen in mijn hoofd.
wauwiee!
Heel erg mooi! Echt super geschreven!
Het is ook wel heel zielig.
Maar je kunt niet alles altijd hebben van de zonnige kant.
But; however.
ECHT SUPER MOOI!
xliefs.<3