Hoofdcategorieėn
Home » Overige » I will survive mom and dad (Hungergames) » Hoofdstuk 1 de boete dag.
I will survive mom and dad (Hungergames)
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
17 jan 2011 - 10:20
Aantal woorden:
523
Aantal reacties:
0
Aantal keer gelezen:
302
Hoofdstuk 1 de boete dag.
Een vrouw met lang rood haar komt de podium opgelopen, ze doet haar kleding goed, en begint te praten. Rot op met je fijne hongerspelen. Dan word er getrokken, natuurlijk als eerste bij de meiden. “Het meisje die mee gaat doen is…”¯ Het blijft heel even stil. “Is Rue Mellark.”¯ Geschrokken kijk ik Julles aan. Nee dit kan niet, ik probeer om niet te huilen, ik zie mijn moeder geschokt kijken, de tranen wellen bij der op, pap houdt zich sterk. Langzaam loop ik naar de podium toe, ik ga naast de vrouw staan, de burgermeester geeft me een hand, ik neem die maar aan. Ik slik, ik wil zo graag huilen, maar ik moet me sterk houden! Daarna word de jongen bekend gemaakt. “Julles Gardens.”¯ Geschrokken kijk ik Julles aan, ook hij probeert zich sterk te houden, algauw staat hij naast me. Daarna worden we door de vredebewakers meegenomen in het gebouw, ieder krijgt een eigen kamer, ik ga op het bankje zitten.
Algauw komen mijn ouders naar binnen gelopen, mam neemt me gelijk in de armen. “Oh mijn kindje toch, niet jij.”¯ Snikt ze. Ik omhels haar. “Ik ga het overleven ik doe het voor jullie, mam en pap.”¯ Pap omhelst me ook. En geeft me een ketting met een spotgaai eraan. “Dankje, pap.”¯ En mam geeft me een bros ook van een spotgaai, ze maakt hem vast aan mijn shirt. Daarna moeten ze weg van de vredebewakers. Ik omhels ze nog een keer, en ze geven me nog snel een kus op mijn wang, en daarna vertrekken ze. We worden wat later opgehaald, door twee vredebewakers. Julles en ik zwijgen. Gelukkig hoeven we elkaar niet te vermoorden, maar we moeten beide zien te overleven! We stappen de trein in, onze ouders en de rest van de mensen, mochten ons niet uitzwaaien, dat was een nieuwe regel. “Zo Rue en Julles, komen jullie maar mee.”¯ Zegt de bekende stem. Ik rol met mijn ogen.
“Ik ben, Sunny en Suzan is jullie mentor.”¯ Ze legt dingen uit, Suzan had vorig jaar de hongerspelen gewonnen, en ze vond het leuk ook nog. Ik mag haar echt niet, hoe kon je dat nou leuk vinden om te moorden? De trein vetrok, ik staarde naar buiten toe. “Vaarwel District 12.”¯ Mompel ik zachtjes. Waarom ik? De tranen wellen op, ik voelde de hand van Julles op mijn schouder. “Wees niet bang, we redden het wel.”¯ Zegt hij sussend. Ik draai me om, en zucht. “Kom, we gaan onze kamers opzoeken.”¯ Julles lijkt veel op Gale. Als we onze kamers hebben gevonden komt Sun binnen gestapt. “Je mag van alles dragen, en trek nu wat anders aan voor het eten.”¯ Boos kijk ik haar aan. “Nee dat doe ik niet.”¯
Ze kijkt me aan. “Je doet wat ik zeg.”¯ Snauwt ze. “Nou dacht het niet.”¯ En ik sla mijn armen om elkaar.
Boos stapt ze me kamer uit, ik staar naar de kast, ik pak maar een simpele broek en een trui. Ik doe mijn bros af, en leg die in het kastje. En trek mijn kleding uit en trek die nieuwe kleding aan, met tegenzin.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.