Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Spring Nicht [5-Shot] » 2.

Spring Nicht [5-Shot]

14 jan 2009 - 22:28

1349

1

351



2.

Wakker worden in een hotelkamer en je vijf minuten lang afvragen waar je bent, voor je geheugen je inhaalt. En dan weet je het weer, je hebt gisteren een optreden gespeeld.
Drie maand geleden, toen ik terugkwam van het industriepark met mijn hoofd nog vol Vande, stond die man plots in onze woonkamer. Tom, Georg, Gustav en ik zaten net in de tuin toen mam ons naar binnen riep. Ik had er nog steeds mijn gedachten niet helemaal bij, tot die kerel plots een platencontract onder onze neus schoof. Ik dacht dat ik zou flauwvallen, maar wierp me nog net op tijd luid schreeuwend om Toms hals. Platencontract, platencontract, platencontract. Hopelijk loopt het deze keer niet fout, zoals met dat vorige. Maar ik denk het niet. Ik heb hier echt een goed gevoel over, ook over de nieuwe bandnaam. Tokio Hotel.
Het enige wat ik jammer vind, is dat ik Vande bijna niet meer zie. Opnames en optredens slokken plots al mijn tijd op. En er blijft niets over voor Vande.
Ik ga snel rechtop zitten en neem een besluit. Vandaag ga ik naar Vande toe. Ik zorg wel dat ik vanavond op tijd terugben, niemand hoeft te weten dat ik bij haar ben. Meteen begin ik te plannen. Haar aan school opwachten kan niet, mijn kop wordt stilaan te bekend. En ik heb geen zin om al die eikels van vroeger tegen te komen, die me nu ofwel om een handtekening gaan smeken, ofwel mijn droom belachelijk maken. Dankjewel, dat gun ik hen niet.
Vier sms’jes later is het afgesproken en nog een halfuur later sluip ik de hotelkamer uit, laat aan de receptie bericht achter voor David en de jongens en ren als een gek naar het station.

Vande zit naast me op de vensterbank van haar kamer. Met de hielen van onze schoenen schoppen we tegen het brokkelige pleisterwerk, dat in een fijne stofregen naar beneden dwarrelt als er een stukje loslaat.
We delen een zak smarties, ik maak er een spelletje van om er alleen de rode uit te halen. Vande knoeit met een ballon die ze gisteren op de markt gepikt heeft. Een zwarte heliumballon zonder opdruk, aan een touwtje. Ze laat hem heen en weer dansen, laat hem bijna vliegen maar trekt hem dan weer naar zich toe, telkens opnieuw.
“Het touren en zo is geweldig, maar wel vermoeiend. Maar het is het allemaal waard, weet je? Ik doe wat ik graag doe en ik krijg er nog eens erkenning voor ook!”¯ Vande zegt nog steeds niet, ze knikt alleen afwezig en speelt verder met het touwtje van de ballon. Ik kijk toe hoe ze er een lus in legt en hem aan haar linkerpols vastmaakt. Dan sluit ze haar ogen en vraagt “Denk jij dat ik zou kunnen wegzweven met deze ballon?”¯ Ik bekijk haar uit mijn ooghoeken, ik ben intussen gewend aan haar rare vragen. Meteen grijp ik haar hand.
“Laten we dat vooral niet proberen.”¯ zeg ik luchtig. Ze opent haar ogen en kijkt me ernstig aan. Het lichtblauw van haar irissen glanst vreemd.
“Ik meen het. Hoeveel ballonnen heb ik nodig om hier vandaan te kunnen vliegen?”¯ Ze staart omhoog en zucht. “Ballonnen zijn zoals dromen. Ze zweven, ze dansen om je heen, maar ze zijn nooit sterk genoeg om je op te tillen. En als je ze ook maar even loslaat, ben je ze kwijt. Dus laat je ze in je kamer rondzweven. Tot ze slap en gerimpeld op de vloer ploffen en iemand ze in de prullenbak gooit. Zo gaat het iedere keer.”¯ De glans in haar ogen verwatert en één enkele traan sijpelt plots naar beneden. Zonder snik, zonder trillende kin. Ze laat hem gewoon lopen.
Ik schuif wat dichter naar haar toe en sla een arm om haar schouder, probeer haar te laten ophouden met huilen maar het helpt niet. Er komen nog meer tranen. Ik weet dat Vande alleen huilt als het ernstig is, dus nu maak ik me echt zorgen.
“Ik durf niet meer dromen, Bill.”¯ fluistert ze. “Ik raak ze toch alleen maar kwijt. Ik ben zo bang van mezelf soms, bang dat ik het leven door mijn vingers zal laten glippen. Dat ik zal vallen in plaats van vliegen. Ik zei altijd dat ik alles of niets wou hebben, en ik vrees steeds meer dat het niets zal worden voor kleine Vande…”¯ Ik druk haar tegen me aan en hou haar stevig vast, druk zachte kusjes in haar haren. Haar leliegeur maakt me duizelig.
“Vande, Vande… Natuurlijk val jij niet. Laat die ballonnen maar vliegen, we gaan samen op zoek naar iets beters, iets sterkers. Dat beloof ik je. Op een dag zal ik voor jou een paar vleugels vinden.”¯ Haar snikken nemen langzaam af.
“Ik probeer om van dag tot dag te leven.”¯ zegt ze stil. “Maar alleen omdat ik bang ben van morgen. Ik ben vijftien en ik denk steeds dat mijn kansen al voorbij zijn. Dat ik mijn leven niet kan maken zoals ik wil. Dat ik al mijn dromen zal zien wegvliegen tot ik het niet meer aankan en zal springen, om hen achterna te vliegen. Desnoods zonder vleugels.”¯
Ik slik en dwing mijn eigen tranen terug. Nu moet ik sterk zijn, voor Vande. Nu heeft ze me harder nodig dan ooit.
“Vande, je hoeft niet aan morgen te denken. En je hoeft vooral niet te twijfelen aan jouw dromen. Iedereen heeft valkuilen op zijn weg, maar daar loop je gewoon omheen. Misschien verlies je onderweg een paar ballonnen, maar uiteindelijk zal je jouw vleugels wel vinden.”¯ Ik til haar gezicht op van mijn schouder en dwing haar om mij aan te kijken. Omkranst door tranen lijken haar ogen blauwer en lichter dan ooit.
“En ik zal er altijd zijn, zelfs al heb ik je nu even vreselijk verwaarloosd. Ik laat je nooit vallen. Ik geef teveel om jou, Vande. Wij hoeven niet aan morgen te denken. Wij hebben niemand nodig. Alleen elkaar. Onthoud dat, wil je?”¯ Ze knikt en slaat haar armen om me heen, zo stevig dat we bijna van de vensterbank donderen. Ik klem haar tegen me aan, zo stevig als ik maar durf zonder haar in tweeën te breken. De zwarte ballon danst boven onze hoofden.

Baby's black balloon makes her fly
I almost fell into that hole in your life
And you're not thinking about tomorrow
'Cause you were the same as me


Vande glipt in haar bed en ik kruip tegen haar aan. Ze is warm en oh zo vertrouwd. Ik kan haar vannacht niet alleen laten. Ik sla een arm om haar heen, begraaf mijn neus in haar hals en luister naar haar ademhaling tot ik zeker weet dat ze slaapt. Pas dan durf ik ook mijn ogen sluiten.
Mijn Vande. Mijn zusje. Ze betekent zoveel voor mij, en ik voor haar. Ze is er altijd voor mij geweest, dus moet ik hetzelfde voor haar doen. Als een echte broer.

And I'll become
What you became to me


Ik schrik wakker wanneer mijn gsm plots overgaat in mijn broekzak. Het is half twee ’s nachts. Tom, zegt mijn display.
“Hallo?”¯ geeuw ik in de hoorn.
“Waar zit jij in godsnaam?!”¯ schreeuwt de stem van mijn broer me meteen bij bewustzijn.
“Bij Vande.”¯ flap ik er met mijn slaapdronken kop uit en besef te laat dat ik dat beter niet gezegd had.
“Wat? Bij haar? Wat zit je daar in godsnaam te doen?”¯ ontploft Tom nu helemaal. Ik ga rechtop zitten en kijk nerveus naar Vande’s slapende gezicht. Ze beweegt niet, alleen haar oogleden trekken even.
“Tom, ik ben bij Vande omdat ze mij nodig had. Ik kan haar toch niet…”¯
“Ik hoef het niet te horen, Bill! Wij worden hier bijna gek van ongerustheid en dan blijkt dat je gewoon bij haar zit? Jij komt nu naar het hotel, je belt maar een taxi.”¯ Klik, tuut, en hij is alweer weg. Ik staar een beetje dwaas naar de telefoon in mijn hand en laat me dan uit het bed glijden. Vande slaapt door. Ik laat een briefje achter naast haar hoofdkussen en trek de dekens weer over haar heen. Dan sluip ik het stille huis uit.

I wanna wake up where you are
I won't say anything at all


Reacties:


AnotherZero
AnotherZero zei op 11 dec 2009 - 12:43:
wow.
ik heb dit verhaal een tijd gelezen.
& was denk'k nog minder in staat om echt tussen die regels te lezen.
& nu grijpt dit stukje mij verschrikkelijk aan.
die ballon. die dromen.
wow.