Ik zat al de hele nacht te huilen. Wat moest ik toch met mezelf aanvangen? Langzaam kwam het naar boven. Die leegte waar ik het al eerder over had. Die leegte die enkel Bill kon op vullen, maar het viel me verassend makkelijk om die leegte te negeren. Ik dacht gewoon aan al die keren dat Bill me pijn had gedaan en dan verdween ze weer voor een uur... Ondanks dit alles kon ik niet ontkennen dat ik nog steeds gehecht aan hem was. Voor de zoveelste keer zuchtte ik. We zaten nu al drie uur op straat. Ellie was gewoon in slaap gevallen op de grond, maar ik kon nu niet meer slapen, niet na wat er gebeurd was.
"Aaah, moet je zien hoe zielig." hoorde ik plots iemand zeggen, ik deed m'n ogen open en ik zag twee personen staan. Ik kreunde even, alles deed al pijn van op de stoep te liggen. Eén van de mensen stak me wat geld toe en ik nam het aan zonder morren. Ik wou niet hebberig zijn, maar ik en Ellie konden alle beetjes gebruiken. Ik knikte dankbaar en de mensen liepen weer verder. Daardoor kreeg ik zicht op het tankstation aan de overkant van de straat, ik was meteen klaar wakker toen ik er een grote bus zag staan. Dit kon toch niet waar zijn? Ik schudde Ellie door elkaar en ze deed met moeite haar ogen open. "Wat?" mompelde ze en ze duwde zich recht. Haar haar stond erbij als een bos stro, maar daar zei ik niks over. Ik wees enkel naar de bus! Ze trok me meteen recht en ze begon te lopen, twijfelend volgde ik haar. Voor we de hoek omsloegen keek ik nog een keer om naar de bus. Een gevoel van angst en toch ook een heel klein beetje blijdaschap schoot door me heen toen ik Bill uit de bus zag komen, gevolgd door Tom, Gustav, Georg en... Natasha!! Ik bleef plots staan en Ellie keek nieuwsgierig wat er aan de hand was. De jongens gingen binnen in het winkeltje en m'n zus bleef alleen achter. Ze bleef schuchter staan, iets weerhield er haar van weg te lopen. Vast en zeker wou ze niet helemaal alleen zijn op straat. Ik kwam vanachter de muur en ik begon naar haar te zwaaien. Toen ze me zag, verscheen er meteen een lachje op haar gezicht. Zonder nog een seconde te twijfelen rende ze m'n kant uit.