Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Between The Silence Water [StandAlone] » 1.

Between The Silence Water [StandAlone]

2 feb 2011 - 18:46

872

4

381



1.

Daar zit ze, alleen in Berlijn, op een bankje in het park, met haar ogen dicht genietend van de warmte van de zonnestralen, die haar huid langzaam opwarmen en een bruine gloed achter laten. Ze ademt de frisse lucht in, van groeiende bomen en fruitige bloesems. Ze streelt met haar blote voeten het gras, en neuriet een liedje dat de wind speelt. Haar handen zijn uitgestrekt over het bankje zodat ze naar voren kan leunen.
Ze draagt een lichtgrijs mutsje, waar kleine plukjes blond haar onderuit steken.
Het is lente, en ze houdt van de lente. Dat zie ik. Dat wéét ik.
De dieren die genieten van het fijne lenteweer. De bomen die langzaam groen worden, het water dat een helderblauwe gloed heeft. Kinderen die spelen in het zand. Ik zie haar kijken naar al die dingen, en ik zie dat ze er van houdt.
En ik? Ik kan toekijken hoe ze er van geniet, daar, op het bankje.
Maar ik zie meer. Hoe ze langzaamaan van binnenuit aangevreten wordt. Ik zí­e dat ze een ziekte heeft. Een ziekte waar ze niks aan kan doen. Een ziekte die er is, en die nooit meer weg zal gaan.
Maar dat laat ze niet bewust merken. Ze laat niet zien hoeveel pijn ze heeft, maar ik weet dat ze dat heeft. Ze laat niet zien dat ze heel goed weet dat ze er over een jaar, of met een beetje geluk twee jaar niet meer is. Maar ik zie het.
Dat houdt haar echter niet tegen. Op zo’n momenten moet je genieten van het leven, er de mooie kanten van zien.
Dat sommige mensen wel gelukkig zijn. Dat oudere mensen lachend achter hun bingotafel zitten en genieten van hun laatste jaren, samen. Dat kinderen na het huilen weer lachen.
Zulke dingen merk je op als je niet lang meer te leven hebt.
Ik durfde nog nooit naar haar toe te gaan, maar ze weet dat ik er ben. Daar ergens tussen de bomen in het park.
Ze kijkt me aan en lacht naar me. Haar felle, grijze ogen glinsteren terwijl ze me aan kijkt.
Ik raap al mijn moed bij elkaar en ga ervoor. Langzaam loop ik haar toe, om haar nog meer te bewonderen. Ze is nog mooier als je voor haar staat.
Ze ziet er moe uit, erg moe. Maar dat maakt haar niet lelijker. Het is net of het haar past. Of het bij haar hoort.
Ze haalt haar hand weg, ten teken dat de plek op het bankje naast haar vrij is, voor mí­j. Ik ga naast haar zitten en kijk naar haar. Ze kijkt niet terug, blijft naar de lucht staren.
Ze legt haar hand op de mijne, en streelt met haar zachte duim over mijn huid.
Ik ken haar, maar ik weet niet hoe ze heet. Ik weet alleen dat ze elke dag precies om drie uur hier zit, op het bankje, met haar gewoonlijke mutsje, haar teenslippers die ze dan uittrapt om de grassprieten te voelen, haar korte spijkerbroekje, haar mooie bleke benen, maar bovenal haar prachtige glimlach.
‘Sanna.’ zegt ze met een heldere, zuivere stem. Verbaasd kijk ik in haar grijze ogen, maar het enige dat ze doet, is lachen en weer weg kijken.
‘Tom.’ geef ik maar als antwoord.
‘Dat weet ik al.’ Een kleine giechel komt van haar kant. Tokio Hotel, natuurlijk. Ik had kunnen weten dat zij me bij mijn naam zou kennen nog voor ik haar voor het eerst had gezien, maar ik had er niet bij stil gestaan. Daarom stootte ik een redelijk domme 'O.' uit, waarop nog een giechel klinkt.
Ik verstrengel onze vingers en geef een klein kneepje in haar warme hand.
‘Doe je dat altijd, handen van vreemde meisjes vast houden?’ vraagt ze zacht.
‘Nee, dit is nieuw.’
We schieten weer in de lach, maar dan is het voor een tijdje stil.
‘Je bent mooi.’ verbreekt ze de stilte en kijkt me weer aan. Ze gaat met de vingers van haar vrije hand langs mijn wang, voelt voorzichtig aan één van mijn cornrows en glimlacht daarbij stralend. Dan laat ze haar hand weer zakken.
Verbluft staar ik haar aan, en zo blijven we een tijdje kijken.
‘Jij ook.’ bloos ik.
Ze lacht als ze mijn rode kleurtje ziet, en laat mijn hand los.
Mijn hand voelt naakt als ze hem niet vast houdt, alsof er iets mist. Alsof í­k iets mis. Ik mis haar nu al, ook al zit ze nog naast me.
Ze staat op en uit reflex grijp ik haar bij haar pols beet. Ze kijkt glimlachend omlaag naar mijn hand. Ik laat haar snel los en kijk omhoog. Ze is groot als ze zo voor me staat. Maar als ik recht zou gaan staan, zou ik groter zijn. Maar ik wil het niet. Dus ik blijf zitten.
Ze buigt naar me toe, drukt een kus op mijn voorhoofd en draait dan weer weg. ‘Tot ziens.’ mompelt ze en wandelt dan weg.
Ik zit hier nu in mijn eentje, wachtend tot ik haar aanwezigheid niet meer voel. Ze is er niet meer, maar ik voel iets warms in mijn binnenste en link het aan haar. Een stukje haar in mij.
Als het bijna donker is, sta ik op en loop ik terug naar mijn appartement. Bill maakt zich vast zorgen. Maar ik maak me zorgen om haar. Om Sanna, het zieke meisje waar ik verliefd op ben geworden.


Reacties:


missxangel
missxangel zei op 27 maart 2011 - 22:30:
Wauw Suki, dit is echt heel mooi. En aangezien het een 5-shot is wil ik heel graag meer lezen... (a) Laat je me weten als er een hoofdstuk bij komt?


sterretjhu
sterretjhu zei op 3 feb 2011 - 15:59:
echt z'n mooi stukje<33
echt mooi gedaan!


NaNaa
NaNaa zei op 3 feb 2011 - 15:08:
Je hebt 't toch gedaan! Dit is dat verhaal!
't is mooi Suk, echt waar.<3


Kayley
Kayley zei op 2 feb 2011 - 21:30:
Ik vind het nog steeds echt een heel mooi hoofdstuk! En ik ben er zeker van dat dit een heel mooi verhaal gaat worden.