Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Teenage Wasteland [TC] » 1.

Teenage Wasteland [TC]

22 jan 2009 - 22:31

1460

10

1207



1.

De spots verblinden mij, het gegil verscheurt mijn trommelvliezen en alles in mijn lijf doet pijn. Ik ben zo moe, zo uitgeput en kapot maar ik moet blijven doorgaan. Met mijn breedste fake glimlach pers ik noot na noot uit mijn kurkdroge keel. Nog even volhouden, dit is het laatste nummer voor vanavond.
Mijn benen trillen van de inspanning maar ik blijf als een dolle over het podium een en weer sprinten. De zaal krijst maar ik sluit me ervan af. Ik verdwijn in mijn eigen binnenste, alsof ik zo alles kan negeren. Het helpt, een beetje maar, en steeds een beetje minder. Even ben ik weg van dit leven, het leven waarvan ik altijd heb gedroomd en dat nu lijkt te veranderen in een eindeloze nachtmerrie.
Ik voel de aanwezigheid van Tom en Georg dicht bij me, ze staan vlak achter me. Ik voel de elleboog van Tom in mijn zij en doe een stap naar voren zodat ik op mijn juiste plaats sta. Mijn glimlach doet pijn, maar ik klem alleen mijn hand steviger om de microfoon en verbijt de drang om het uit te gillen. Ik zing de laatste zin en lach en zwaai, maar voel tegelijk dat ik dit niet lang meer kan volhouden.
Zonder te letten op de wanhopig schreeuwende meisjes werp ik mijn handdoek met een zwaai in het publiek en loop struikelend naar de backstage. Ik voel Toms verbaasde ogen in mijn nek branden maar ik negeer hem. Alles wat nu telt is voorkomen dat ik in tranen uitbarst op het podium.
Uitgeput duw ik alle feliciterende handen van me af. Ik grijp een droge handdoek en een flesje water van een tafeltje, mompel ‘Badkamer’ als iemand me vragend aanstaart en strompel naar de deur. De gang is koud en wanneer de zware deur achter me dichtvalt wordt elk geluid van de zaal en de backstage afgesneden. De stilte voelt goed. Ik hoor alleen mijn eigen voetstappen, de hakken van mijn laarzen maken tikkende geluiden op het beton en verdoezelen het hijgen van mijn ademhaling.
Met mijn schouder duw ik de deur van het toilet open en sla ze achter me dicht. De handdoek en het flesje vallen uit mijn trillende handen maar ik laat ze liggen waar ze neerkomen. Met een snikkende zucht draai ik het slot van het laatste toilethokje dicht en zak bevend neer op het deksel. Het duizelt me en even denk ik dat ik ga overgeven. Ik laat mijn hoofd tussen mijn knieën hangen, haal diep adem door mijn neus tot mijn maag weer kalmeert. De knoop in mijn borst trekt zich steeds strakker en perst de tranen naar buiten. De pijn wurgt mijn hart, snijdt me de adem af, huilen gaat moeilijk omdat elke snik een pijnscheut door me heen stuurt. Vreemd, na uren aan een stuk mijn tranen met uiterste moeite te verdringen, is het nog steeds zwaar om ze de vrije loop te laten. Alsof ze me straffen omdat ik hen onderdrukt heb. Voel ons, schreeuwen ze. Voel je eigen pijn, zie het onder ogen. Dit is wat je zal voelen voor de rest van je leven, elk moment van elke dag. Je verdient niet beter en je weet het. Wij weten wat er zich allemaal afspeelt in de donkerste hoeken van je hoofd, wij hebben alles gezien. Je weet dat je elke traan verdient. Freak! Je weet waarom het pijn doet en je weet ook dat het nooit meer zal weggaan. Je kan het niet naar buiten huilen.
Ik sla mijn handen voor mijn gezicht. Ik maak mezelf gek op deze manier. Traan na traan kruipt uit mijn ooghoeken en zoekt langzaam een weg over mijn huid. Elke druppel voelt als een kleine glasscherf die in mijn gezicht kerft. In gedachten zie ik de fijne rode sneetjes al over mijn wangen lopen, mijn ogen twee zwarte holtes waaruit eindeloze straaltjes vlijmscherp verdriet sijpelen die mij openhalen, verminken, tot ik onherkenbaar ben. Ik wrijf in mijn ogen en bestudeer mijn trillende vingers. Geen bloed uiteraard, maar zwarte strepen uitgelopen eyeliner.
Mijn trillende benen dragen mijn gewicht met veel moeite wanneer ik weer ga staan. Het slot klikt en het witte formica deurtje zwaait open. Ik slenter naar de wastafel, mijn blik omlaag, bang voor wat ik zal zien als ik in de spiegel kijk. Met een kleine kreun van berusting richt ik mijn ogen op de spiegel. Ik schrik bij het zien van het spookbeeld dat terugstaart.
Een jongen met zwart haar dat half rechtop staat. Een wasbleek gezicht met rode vlekken van het huilen. Een wenkbrauwpiercing die mat blinkt in het licht van de versleten tl-buis boven de spiegel. En twee donkerbruine ogen, rooddoorlopen en gezwollen, en omkranst door een poel van uitgeveegde make-up. De blik in die ogen is verwilderd, paniekerig en wanhopig. Het zijn de ogen van iemand die langzaam zijn leven tussen zijn vingers voelt glippen en weet dat hij er niets aan kan veranderen.
Ik raak mijn wang aan en die jongen doet hetzelfde. Ik buig dichter naar het glas en hij volgt mijn beweging. Ik bestudeer de ogen en zie nog steeds tranen. Ben ik dat? Is dat meelijwekkende hoopje tiener dat ik daar voor me zie werkelijk het spiegelbeeld van Bill Kaulitz?
Ik scheur mijn blik los van de spiegel en draai de kraan open. IJskoud water loopt over mijn polsen. Het bijt in mijn vel en mijn vingers tintelen wanneer ik met mijn handen een kommetje vorm. Handenvol koud water spoelen over mijn gezicht. Ik buig nog wat verder voorover en hou mijn hoofd onder de kraan. Een vuurpijl ontploft tegen de binnenkant van mijn schedel als de ijzige straal mijn haar doorweekt maar ik blijf toch onder de kraan hangen.
Wanneer ik eindelijk druipend overeind kom, wring ik met mijn handen wat druppels uit mijn haar en graai de handdoek van de grond. Ik wrijf ermee over mijn haren en ril van de koude straaltjes die in mijn hals druipen. Met een tip van de doek haal ik elk spoortje make-up van mijn gezicht en kijk weer in de spiegel. Ik haal trillend adem en bestudeer mezelf. Met of zonder make-up, en met welk kapsel dan ook, ik blijf hetzelfde. Een verwarde, doodongelukkige jongen die alle grip op zichzelf heeft verloren.
Ik raap mijn flesje water op en neem een voorzichtige slok. Mijn keel doet pijn. Zingen terwijl je de tranen in je keel probeert door te slikken is niet eenvoudig. De handdoek is nat, maar toch hang ik hem om mijn hals.
De lichten in de gang zijn uit maar ik druk niet op de oranje gloeiende lichtknoppen. Het donker, de koude, de stilte en de koele geur van beton omsluiten mij. Ik weet dat iedereen op me staat te wachten, anders was ik het liefst nog uren in die gang blijven staan.
Met tegenzin duw ik de deur open. De eerste die ik zie is Tom. Uitgerekend Tom. De goden haten mij. Hij stormt meteen op me af, zowel geïrriteerd als bezorgd.
‘Waar ging jij zo plots heen?’ sist hij me toe. ‘Je liep zomaar het podium af en… waarom ben je zo nat? Wat is er gebeurd?’
‘Misselijk,’ mompel ik en staar naar de punten van mijn schoenen zodat hij de leugen niet ziet. ‘Moest plots overgeven… Het gaat alweer.’ Zijn ogen klaren op en staan nu begrijpend.
‘Ga maar eens vroeg slapen. Het zijn drukke dagen geweest. Morgen gaat het vast beter.’ Ik klem mijn kaken op elkaar en voel mijn tanden knarsen. Het zou morgen niet beter gaan. Het zou nooit meer beter gaan. Maar dat kan ik niet tegen Tom zeggen. Voor de eerste keer in mijn leven heb ik een geheim dat zelfs mijn tweelingbroer niet mag weten. Hij zou het niet begrijpen. Ik begrijp het zelf niet.

Ik voel me loom en moe van het huilen als ik in de bus stap. Zonder nog een woord te zeggen verdwijn ik naar mijn bed. Laat Tom de anderen maar een uitleg geven, ik ben niet in de stemming. Ik schop mijn kleren uit en trek een slaapshirt aan. Zonder zelfs mijn natte haren te drogen kruip ik in mijn slaapcompartiment en trek de gordijnen dicht.
Niet veel later hoor ik drie paar bekende voetstappen naderen en ik doe snel of ik slaap. De gedempte stemmen passeren mij in het donker en ik pers mijn tanden in mijn onderlip. Het bed onder het mijne kraakt zacht als mijn broer gaat liggen en ik duw mijn gezicht in mijn kussen. Ik had me nog nooit zo alleen gevoeld, nu zelfs Tom me niet kan helpen. Elke zekerheid in mijn leven valt weg, tot mijn tweelingbroer toe.
En dat allemaal omdat ik verliefd ben geworden…
op een jongen…
op mijn bloedeigen tweelingbroer…
op Tom…


Reacties:

1 2

xNadezhda zei op 9 april 2010 - 14:18:
Guess what I'm doing... <3


BliebX
BliebX zei op 2 dec 2009 - 19:30:
Okeej, ik snap dat jij een uitgever gevonden hebt
*gaat snel door met lezen*
het is geweldig!


xRivkikix3
xRivkikix3 zei op 24 nov 2009 - 17:39:
Aaahw
Maar wat schrijf je mooi!
Ik ga ze allemaaaal lezen .

Xx.


neversay
neversay zei op 6 sep 2009 - 20:33:
Wauw.. Dit is gewoon te mooi voor woorden. Hoe jij al die perfecte woorden kan vinden en er een pracht verhaal van kan maken. Ik ben er echt een tijdje stil van. Ik vind je echt geweldig schrijven En ik ga snel verder lezen

xxx


VampireFangs zei op 3 sep 2009 - 14:41:
Jezus,wat schrijf je mooi O__O
Meestal ben ik echt doods voor
zulke twincest verhalen,want meestal zijn ze zo van
-verliefd-sex-klaar- zonder enige verhaal erom heen.
Die zijn echt vies gewoon T_T
Maar deze vind ik mooi,en ga lekker
doorlezen <3
Je weet tenminste dat dit om gevoel draait,
om de emoties van de jongens =]