Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bad boys for life. » Hoofdstuk 1
Bad boys for life.
Hoofdstuk 1
'WHOLLAAAAAAAHH! LIGGEN ALLEMAAL! HOOFD NAAR DE GROND! NIET OPKIJKEN OF IK SCHIET JE HARSES AAN FLARDEN! LIGGEN! LIGGEN! LIGGEN!'
In het midden van het kantoor staat en jongeman. Vlassig baardje, witte djellaba onder een zwarte winterjas met capuchon. In zijn hand heeft hij een machinepistool waarmee hij in het rond zwaait. Met grote stappen loopt hij door het luxueuze bankkantoor op de vijfde etage van het kantorencomplex. Links en rechts liggen omgevallen bureaustoelen. Hij schopt ze aan de kant. Zijn zwarte winterjas valt open. Onder zijn jas schemert een riem met daaraan een tiental in bruin plakband ingetapete pakketjes. In het midden van de riem naast de gesp zit een rood knopje. Het knopje knippert.'LIGGEN! LIGGEN IEDEREEN! IK WIL HANDEN ZIEN! HANDEN! WEG BIJ DAT RAAM! WEG BIJ DAT RAAM OF IK SCHIET!' Een vrouw begint te gillen en kruipt in een hoek achter haar bureau. Verschillende mannen in dure pakken liggen plat op de grond met hun handen gevouwen achter hun hoofd, alsof ze een rol spelen in een slechte politieserie. Ze bewegen zich niet. Doodstil liggen ze op hun buik, bang voor iedere foute beweging. De jongeman loopt langs de bureaus en rukt met zijn linkerhand de verbindingskabels van de telefoons uit de muur. Een telefoon laat hij heel, maar alle computers moeten het ontgelden. Met de kolf van zijn wapen laat hij beeldhuis na beeldhuis imploderen. De ploffende geluiden doen de vrouw in de hoek nog harder gillen. 'Ik wil niet dood, meneer, ik heb kleine kinderen, alstublieft meneer, alstublieft, laat u me gaan?' 'Mevrouw, wilt u alstublieft rustig worden, ik word erg nerveus van u.' Zijn stem klinkt opvallend zacht en rustig, alsof hij een kind dat gevallen is kalmerend toespreekt. Aburpt gaat het gegil over in een ingehouden gesnik. Ze kijkt hem aan, terwijl de tranen uit haar ogen druppen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.