Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bad boys for life. » Hoofdstuk 23
Bad boys for life.
Hoofdstuk 23
Strijken ze je over je bolletje, knijpen ze je in je wangetjes, zeggen van die dingen als: ''Kijk eens wat een mooie bruine oogjes'' en ''Wat een krullen heeft-ie zeg''. Tom praat geaffecteerd een keurige dame na. ''Tuurlijk mag uw kindje bij ons spelen, geen enkel probleem.'' De ellende begint als jij wilt dat je vriendje bij jou komt spelen. Dan komen de eerste excuses: ''He, wat jammer, hij moet zwemmen vanmiddag, hij moet naar z'n oma, de dokter, de tandarts, ome Ko, tante Sjaan.'' Er is altijd wat en je vriendjes mogen nooit bij jou spelen. Die ouders denken misschien dat je het niet doorhebt als kind, maar je voelt het, je merkt het, je weet het. Ze vertrouwen het niet, denken dat het niet veilig is bij ons, dat je schapenbloed te drinken krijgt in plaats van limonade, dat oom Achmed met een machinepistool eerwraak komt nemen. Altijd smoezen, altijd excuses. Je wet niet hoe het is om, als je dan wat groter bent en je naar de supermarkt gaat, om dan, als je bij de supermarkt komt, een beveiliger achter je aan te krijgen. Ze zeggen niets, ze doen niets, maar ze blijven bij je in de buurt. Gaan in de schappen in de buurt waar jij loopt plotseling dingen rechtzetten of sorteren. Opeens moeten de melkpakken worden rechtgezet, opeens moet de hagelslag op datum worden gesorteerd. En dat praten over je, als je in de rij staat voor de kassa. Niet hardop maar fluisterend, knikkend, wijzend en als je je omdraait omdat je voelt dat er iets over je gezegd wordt, stom gaan staan grijnzen en vriendelijk knikken of stug in het niets gaan staren. Je weet niet hoe het is om, als jongen later, als je gaat stappen, in groepjes over straat te moeten omdat het gewoon focking onveilig is om als moslim in je eentje over straat te lopen. Je kunt altijd op een groepje van die kaalgeschoren eikels stuiten die met veel plezier het licht uit je ogen slaan. En waarom? Omdat je anders bent, ze je niet begrijpen, je minderheid bent waar ze geen grip op krijgen. Hoe denk je dat het is om in de rij te staan voor de disco en te stuiten op zo'n dikke portier, die zegt dat je er niet in mag omdat het vol is, terwijl de kaaskoppen achter je, die even oud zijn, dezelfde kleren dragen, zich precies hetzelfde gedragen als jij, wel mogen doorlopen. Wij moslims worden behandeld alsof we zweren hebben. Uitgekotst door alles en iedereen. Moet je mijn achternaam hebben en proberen te solliciteren.
Je komt niet eens op gesprek, de vacature is altijd ingevuld. Als ik dan de volgende dag bel en zeg dat ik Job Kempe heet, of Willem Spil ben en op zoek ben naar werk, dan is er plotseling nog wel een vacature. Ik geloof er niet meer in. Ik denk dat als de verkeerde aan de macht komt jullie best bereid zijn om ons te deporteren, op te ruimen, te vergassen. Jullie hebben ervaring. Met de joden hebben jullie precies hetzelfde gedaan. Abdullah vond dat absolute onzin. Hij legde de verantwoording bij ons. Hij zei altijd dat we ons best met het behoud van onszelf te danken hadden omdat we vergeten zijn jullie taal goed te leren, jullie gewoontes te bestuderen over te nemen. Hij zei dat het te begrijpen is dat mensen een hekel aan je krijgen als je als een debiel door de dodenherdenking heen loopt te krijsen, als je ruiten in gaat gooien bij mensen van joodse afkomst of homo's in elkaar gaat meppen. Hij vertelde ons keer op keer dat de islam het goede in de mens tot ontwikkeling wil brengen, naastenliefde, respect, zorg voor elkaar. Hij zei dat je, als je je normaal gedraagt, uiteindelijk normaal behandeld zal worden. Dat we allemaal mensen zijn. Hij heeft me de Koran laten lezen om me te laten zien wie ik werkelijk ben. Dat ik niet Tom de hosselaar ben, of Tom de pimp, maar dat ik Tom de moslim ben. Geboren in Marokko, getogen in Europa...' Toms verhaal wordt ruw onderbroken door het geluid van een megafoon. Een metalen stem zweeft door de ruimte. 'DIT IS DE POLITIE. U BENT OMSINGELD. LEG UW WAPENS NEER EN KOM RUSTIG MET UW HANDEN OP UW HOOFD NAAR BUITEN.' Tom loopt naar het raam en kijkt door de luxaflex. Beneden staan nog steeds tientallen politie- en andere auto's. Agenten kijken gespannen naar het raam waarachter Tom staat. Aan de overkant van de straat ziet Tom in het zwart geklede mannen met geweren liggen. De lopen gericht op het raam. Tom springt snel achter een pilaar die voor het raam staat. 'Let op', zegt hij. 'Ik heb gelezen hoe dat gaat. Als ik nu ga bellen hebben ze zo dit telefoonnummer.'
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.