Hoofdcategorieën
Home » Avatar » Avatar: Legend of the Benders » Switching Places.
Avatar: Legend of the Benders
Switching Places.
''Wat wil je doen?!'' Yama's mond stond wagenwijd open van verbazing, terwijl haar groene ogen dezelfde uitdrukking hadden en naar Kaiya gericht stonden. ''Het is de enige manier om hier weg te komen. De zoektocht naar jou is al begonnen, maar ik had niet gedacht dat het zo hevig zou zijn. We moesten drie mensen ontlopen die bijna meteen doorhadden dat jij de prinses was, ondanks die hoed,'' begon de luchtmeester fluisterend haar zin. ''Daarbij moet Kosoku van zijn zadel af. Het teken van je familie staat erop, wat nog meer argwaan wekt.'' Yama knikte onbewust. Ergens had Kaiya wel gelijk, ze kón goede ideeën hebben, ze moest het alleen willen. De prinses stond op, knikte toen zelfverzekerd en liep toen naar haar dier toe. Eenmaal daar haalde ze zijn zadel van zijn rug, liep weer weg en dumpte het voorwerp ergens, in de hoop dat het pas gevonden zou worden als ze al lang de stad weer uit waren. Niet veel later liep ze terug om zijn teugels op te halen en ze op dezelfde plek te dumpen. Het zou vast moeilijk worden om Kosoku zonder zadel te berijden, maar het kon niet anders. Op zijn zadel stond namelijk het wapen van haar familie, wat haar dan ook zou veraden. Eenmaal klaar met Kosoku liep ze weer terug naar Kaiya, bijna klaar om weer Ba Sing Se te verlaten.
''Hmn...'' Kaiya bekeek Yama van top tot teen met een nadenkend gezicht, alsof er nog iets miste. ''Je hoed moet af, maar dan zie je dat je geen luchtmeester-tattoo hebt.'' Opnieuw bekeek ze Yama, dit keer wat sneller dan eerst. Vervolgens liep ze op haar af, trok de hoed van haar hoofd en haalde een oranje band tevoorschijn. Die knoopte ze om het voorhoofd van de prinses en liep toen weer achteruit, terwijl ze bij zichzelf de hoed opzette. ''Perfect!'' riep ze toen, terwijl ze grijnzend haar duim opstak. ''Gelukkig verschillen we niet al teveel in lengte,'' sprak Yama en zuchtte opgelucht. Dat zou pas een probleem zijn geweest. Dit keer was het Yama's beurt om Kaiya te bekijken. Je zou haast denken dat ze een echte aardmeester was, maar met die blonde haren... Nu niet, een normale luchtmeester had ook geen blonde haren. ''Je moet je haren opsteken, niet in een staart.'' Kaiya keek haar even aan alsof ze net uit een ei was gekropen, maar haalde al snel de hoed van haar hoofd en het bandje uit haar staart. Vervolgens graaide ze haar haren weer bij elkaar, maakte er een nieuwe staart van, maar rolde het dit keer op. Daarna zette ze de hoed weer op, zodat zowel haar blauwe pijl als haar blonde haren niet meer zichtbaar waren. ''Perfect,'' herhaalde Yama de woorden van Kaiya.
''Wat?!'' Een vuist sloeg hard op de stoelleuning. ''Het spijt ons meneer, maar dit is wat we gemeld kregen.'' De man kalmeerde een beetje, maar het was nog steeds zichtbaar dat hij op zijn tanden knarste. ''Begrepen, ga maar.'' De onderdanen vertrokken, terwijl de koning zijn blik naar Makoto wierp. Hij had de jongen expres laten meeluisteren, zodat hij kon tonen wat voor een dochter hij eigenlijk had. Makoto deed niks, hij stond daar maar, voor zich uit te staren. Hij geloofde er niks van van wat hij net hoorde. Daarbij begreep hij niet waarom zijn vriendin was weggelopen. Vaagjes staarde hij naar de man die op zijn troon zat, maar die zei geen woord. Makoto balde zijn vuisten, beet op zijn onderlip alsof hij een moeilijke keuze overwoog en rende toen de troonzaal uit. Nog een rede om die zaal te haten. Terwijl hij rende voelde hij dat zijn ogen brandde en zijn zicht waziger werd. Geweldig. Hij stopte abrupt, probeerde het weg te vegen en zuchtte toen. Het was hem allemaal teveel in één keer. Avatar, Yama... Wat was er opeens aan de hand? Een avatar hoorde het toch pas te weten op zijn zestiende? Waarom wist hij het dan twee jaar te vroeg? Misschien was hij wel de verkeerde, misschien wilde ze hem testen. Hij schudde kort zijn hoofd en keek op. Misschien deed wat frisse lucht hem goed. Ja, dat zou het vast wel doen. Hij vervolgde zijn pas opnieuw, dit keer kalmer dan net. Hij liep recht op de deur af, om hem vervolgens open te doen en in de grote voortuin van de koning te stappen . Hij zou vast de poort niet uit mogen, maar een ommetje in deze tuin was ook goed. In feite zou hij zelfs bekaf kunnen zijn als hij elk hoekje van deze tuin had gezien.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.