Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bad boys for life. » Hoofdstuk 31
Bad boys for life.
Hoofdstuk 31
Dat was trouwens nog niet zo eenvoudig te regelen, maar na veel vijven en zessen had ik dan eindelijk een visum en ben ik naar Afghanistan gevlogen. En dat was zo gek. Ik kwam voor het eerst in jaren in een Arabisch land en iedereen behandelde me daar alsof ik een westerling was. Echt, alsof ik een focking toerist was. Probeerden ze me van die spullen aan te smeren op de markt. Zeiden ze van die dingen tegen mij als: ''Kijke, kijke, maar niet kope.'' En ik wilde maar een ding: Abdullah vinden. Ze bleven me als toerist benaderen en lieten me vooral ook als toerist betalen. Pas toen ik mijn T-shirt en mijn spijkerbroek vervangen had door van die kleren die ze daar dragen, gingen ze me een beetje normaal behandelen. Niet dat ik opeens Afghaan werd, ze bleven het op de een of andere manier aan mij zien, maar als ik mijn mond hield en een beetje naar de grond keek, dan kon ik in ieder geval rustig lopen zonder door die verkopers lastiggevallen te worden. Ik wilde eerst met de bus naar het dorp van Abdullah gaan, maar er rijden helemaal geen bussen die kant op. Veel te gevaarlijk. Zolang je door de vallei rijdt, gaat het nog wel, dat is relatief veilig, maar zodra je het gebergte ingaat, is het gebeurd. Daar is het echt link. En daar is ook geen taxi meer te vinden, want niemand neemt daar een taxi. Voor je het weet, ontvoeren ze je en nemen ze je mee naar de verzetsstrijders. Je kunt dus alleen die kant op als je een dubbele taxi neemt. En dat kost bakken geld. Je hebt er echt twee nodig. Eentje om mee te rijden en eentje met een gewapende gids en een bewaker erin. De tweede taxi moet mee om ervoor te zorgen dat, als er wat met de eerste taxi gebeurt, je het toch nog kunt overleven. Als je meteen taxi gaat en die krijgt pech, dan ben je dood en begraven voordat iemand het doorheeft. Er is daar geen wegenwacht die je komt helpen. Het was niet eenvoudig twee taxi's te vinden die naar dat drop wilden rijden. De meeste chauffeurs wilden graag een ritje maken, tot ze de naam van het dorp hoorden. Dan was het gelijk van die gebaren dat het je dood zou worden en dat het levensgevaarlijk was. Ze begonnen er niet aan. Uiteindelijk vond ik twee taxi's die het wilden doen. Voor heel veel geld. Met van die Chauffeurs die uit een film weggelopen lijken te zijn, die alleen willen rijden als ze doorgeladen kalasjnikov op de voorbank naast zich hebben. Het heeft meer dan een week geduurd voor ik in zijn dorp was.
Een week. Terwijl de afstandecht helemaal niet zo extreem is. Maar de wegen zijn er bar slecht en het is checkpoint hier, checkpoint daar. Daar zie je ook meteen wat de waarde van jullie regels en wetten zijn. Die gelden alleen voor jullie zelf, want als je bij zo'n checkpoint komt, word je echt als een hond behandeld. Ze halen je met veel geweld uit de auto. Als je niet onmiddelijk stopt of uit de auto komt als ze dag zeggen, schieten ze. ''Who are you? Passports, quick passports!! What do you want over there?'' Ze halen alles uit je auto, mollen de bekleding, flikkeren alles op straat en ondertussen sta jij in de brandende zon, terwijl zo'n wit kutsoldaatje uit Engeland of Amerika je onder schot houdt. En niet voor eventjes. Wel twee uur lang. Je mag je niet bewegen. Je staat daar en wacht. Ondertussen zitten zij onder een parasol frisse cola te drinken en een beetje te lachen met elkaar. En wij crepeerden daar bij veertig graden in de zon echt van de dorst. En als je om wat water vroeg, dan spuwden ze je gewoon in je gezicht. ''Here's your water'', zeiden ze dan. En waag het niet om dan te reageren, he, want als je er een op z'n bek slaat, schieten ze je ter plekke aan flarden. Echt de ene vernedering na de andere. Het duurde een week, man, een week om er te komen. Ik was helemaal kapot. En dat overnachten. Dan kom je met die taxi's aangereden bij een of ander Godverlaten hol en moet er eerst een uur worden onderhandeld. Ik werd echt verschrikkelijk afgezet daar. Ze weten dat je nergens anders heen kunt, dus kunnen ze vragen wat ze willen. Het heeft me een Godsvermogen gekost om te mogen slapen in die veredelde varkensstallen. Maar uiteindelijk kwamen we dan toch bij het dorp van Abdullah. Boven aan een berg en dan sta je daar onder aan de berg met twee taxi's. Dat is echt heel anders dan hier. Je gaat via een of ander slingerweggetje eindeloos omhoog, terwijl aan alle kanten schurftige honden om je auto heen springen en blaffen en bijten naar de banden. Je kunt ongeveer vijf kilometer per uur rijden, want de mensen daar vertrouwen niemand. Dus je moet op gepaste afstand van het dorp wachten tot ze je toestemming geven om door te rijden, anders schieten ze je overhoop. Je gaat echt van rotsblok naar rotsblok. Ze hoorden natuurlijk dat ik niet uit Afghanistan kwam, dus in eerste instantie werd ik echt als een vijand benaderd. Ze wilden weten waarom ik Abdullah wilde spreken, en of ik door de Amerikanen gestuurd was.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.