Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Stand Alones Schrijfwedstrijden » Superbill
Stand Alones Schrijfwedstrijden
Superbill
Daar stond ik dan, op het dak van een hoog flatgebouw. Vuur raasde door de stad en nam alles mee in zijn vlammenzee. Al enkele grote gebouwen waren van het zicht verdwenen en lagen nu in grote hoopjes as op de grond. Tijd dat ik er iets aan deed dus. Tom was nergens meer te bekennen. Een klus voor mij alleen dus. Tenzij ik hem van dat kwaadaardige meisje weg kon lokken. Maar dat kon ik dus niet alleen. Dus liep ik snel weer naar de lift en drukte toen zo’n honderd keer op de knop van 1ste verdieping. De zenuwen knaagden aan me, waarom ging die lift niet wat sneller? Ik stampte met mijn voeten, wat wonder boven wonder bleek te werken. De lift ging een pak sneller. Schokkend kwam hij tot stilstand en schoof zijn deuren open. Ik liep de kille, verlaten gang in op zoek naar kamer 483. Zonder kloppen liep ik naar binnen. Gustav, gekleed in een lange, witte jas met een zwarten bril op zijn neus en een potlood achter zijn oor kijkt op van zijn laptop en miljoenen papieren. “Heb je gadgets voor me?”¯ vroeg ik, de zenuwen klonken goed door mijn gemaakte, koele stem. Gustav glimlachte even en drukte toen op een knop van zijn laptop. Een schuif van zijn bureau schoof open en liet me de meest waanzinnige dingen zien. Ik kreeg een jetpack, een DNA-opspoording en een laserpen. Daar moest het wel mee lukken. “Heb je een assistent nodig?”¯ Ik grijnsde even maar keek weer serieus en knikte. Het was dus geen grapje. Niet veel later stormde een hijgende Georg binnen. Tegelijk zeiden we: “Wat heb jij nou aan?”¯ Blijkbaar zag ik er net zo belachelijk uit als hij met een strak, leren pakje met aan beide kanten gele sterretjes en maantjes. “Wie heeft dit bedacht?”¯ mopperde ik terwijl ik wild met mijn armen in de lucht zwaaide. Gustav stak blozend zijn hand op. “Op papier leek het zo leuk.”¯ Ik sloeg mijn ogen op en liep toen met Georg weer de gang op.
Het was vreselijk om met die jetpack te vliegen, zeker als Georg om de haverklap aan je been hangt omdat hij hem per ongeluk had uitgezet en dus dreigde te vallen. En tegen dat ik het onder de knie had, stonden we al bij de hangar aan de haven. Daar hield Fire Tom gevangen. Fire, wat een naam. Die namen van tegenwoordig. Georg schudde me door elkaar, zodat ik mijn gedachten al snel weer vergat. “Oh, ja, Tom.”¯ zuchtte ik stilletjes en liep met hem mee naar de opening. “Daar pas ik niet tussen.”¯ zei hij en wees op het kleine spleetje. “Laat mij maar.”¯ offerde ik mezelf op en liet me op de grond vallen. Ik klemde mijn armen om mijn buik. “Ja, moet je jezelf niet zo op de grond gooien.”¯ lachte Georg, die me geamuseerd aankeek. Ik rolde weer met mijn ogen en kroop toen onder de deur door. Wat handig, anorexia, zou Tom gezegd hebben. Ik zag al meteen iemand op me aflopen. Fire. Ik liet mijn handen in mijn zak gaan. DNA-opspoording, dat we niet nodig hadden omdat Fire al Toms dreads had afgeknipt en die her en der had gelegd. Laserpen, die hadden we dus kunnen gebruiken om naar binnen te gaan. Plots vond ik wat ik wel kon gebruiken. Een minibusje haarlak, voor noodgevallen. Ik spoot op haar, waardoor ze meteen uitdoofde. “Bedankt.”¯ mompelde Tom, die treurend over de afgeknipte stompjes van zijn haar ging. “Kom mee, en ik hoop dat je genoeg gedronken hebt.”¯
We stonden weer op het flatgebouw, na een helse tocht met de jetpacks, waarbij Georg en ik Tom moesten dragen. En alsof zijn gewicht nog geen probleem genoeg was, zeurde hij ook heel de tijd over zijn dreads. Maar we waren hier heelhuids geraakt en dat was het belangrijkste. Tom weet wat het plan is en gaat stevig op de rand staan. Hij ritst zijn broek open. “Dit hoef ik niet te zien.”¯ gilde ik en draaide me snel om. Het kletterende geluid van een jongen die plast omhelst me en laat me toch beelden voor mijn ogen zien. “Gadver.”¯ Toen het geluid stilletjes weg ebde en uiteindelijk verdween, draaide ik me weer om. Het vuur was uit, de geur daarentegen was ondraaglijk. Maar het gejuich barstte los, mensen stormden naar het flatgebouw om als eerste bij ons te kunnen zijn. Ik hield triomfantelijk mijn armen in de lucht en liet al die bedankjes over me komen. Een knap, blond meisje vloog rond mijn nek en gaf me 3 kussen op mijn wang. “Mijn redder, Bill…”¯ “BILL!”¯ Zuchtend draai ik me om. “Bill, godverdomme, wakker worden. Je ligt er al langer in dan mag.”¯ Met een grom sla ik de dekens van me af en laat me uit bed glijden. Een glimlach staat op mijn gezicht. Maar waarom lach ik juist? Misschien wel iets leuk gedroomd…
HAHAHA, echt een geweldige droom, SUPERBILL echt leuk <33
jou sa's zijn echt allemaal stuk voor stuk geniaal