Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bad boys for life. » Hoofdstuk 32
Bad boys for life.
Hoofdstuk 32
Er ging iemand het dorp in met mijn paspoort. Ik stond echt te twijfelen of ik er wel goed aan had gedaan. Wat als hij verdween? Ik stond daar op dat weggetje met wel dertig kinderen om me heen die aan me zaten te trekken, met een tolk die maar half zo goed Engels sprak als hij beloofd had en het was heet daar, heet... je brandde gewoon van de weg af. Uiteindelijk mocht ik mee het dorp in. Ze brachten me naar het huis van Abdullah. Nou ja, een huis. Meer een hoop stenen aan elkaar geplakt met kamelenstront aan het einde van een rotsachtig zandpad. Al die huizen daar waren van die plaggenhutten. Echt een verschrikkelijke armoe. In het huis was het donker. Alleen een beetje schemerlicht door een paar gaten in de muur die als raam dienden. In de hoek van de kamer zag ik een stapel schapenvachten. Daarop lag Abdullah. Ik schrok me echt te barsten. Hij was erg ziek. Echt heel hoge koorts, ijlen, zweten, echt heel ziek. Mager was hij geworden. Hij stak zijn armen naar me uit. Van die magere stakerige armpjes waren het geworden. ''Mijn zoon,'' zei hij, ''wat fijn om jou te zien.'' Ik vroeg aan de gids of er een dokter in de omgeving was. Die was er niet. Ik ging op mijn knieën bij Abdullah zitten en voelde zijn pols. Die was heel zwak. Ik zag hem liggen onder die schapenvachten en ik dacht: hij gaat hier dood. We moeten naar een ziekenhuis. Maar waar vind je in Godsnaam een ziekenhuis in Afghanistan dat nog niet plat was gebombardeerd. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis was in Kabul en vanuit Kabul had ik er een week over gedaan om in Abdullahs dorp te komen.' Tom zucht even. 'Ik was helemaal in paniek, man, helemaal in paniek. Abdullah moest naar het ziekenhuis, maar die taxi's waar we mee gekomen waren, wilden niet in het donker rijden. Ze vonden dat veel te gevaarlijk. Dus moesten we wachten. Wachten tot de zon op zou gaan.'
Op de kamer van Tom hangt een kalender aan de muur. Tom heeft hem zelf gemaakt. Hij bestaat uit vakjes die weggekruist moeten worden. 'Nog drie weken,' zegt hij tegen Bill, 'dan ben ik vertrokken.' ''T Wordt wel gezellig hier', zegt Bill. 'Jij weg, Miriam naar begeleid wonen en ik kan hier lekker blijven.' 'Oh, ik ga die bitch echt klappen,' zegt Tom, 'die denkt dat ze echt wat is met die grote bek van haar, maar je moet niet fucken met Tom. Iedereen hier weet dat. Niet fucken met Tom, want dan betaal ik je terug. Ook al ben ik er niet, ook aal ben ik weg, als ik zeg dat tien man haar moeten klappen, dan doen ze dat. Zonder probleem.' 'Man, doe toch normaal. Jij bent zenuwachtig voor je verlof, zij is zenuwachtig voor begeleid wonen, jullie maken elkaar hartstikke gek.' 'Ik ga haar zeker helemaal gek maken, helemaal parra tot ze niet meer weet dat ze leeft.' 'Waarom, man, laat haar toch. Ze heeft het al moeilijk genoeg. En als jullie met z'n tweeën nu ook nog ruzie gaan lopen maken, zit ik er lekker tussen. Leuke laatste weken krijg ik dan.' 'Luister Kaas, ik sla haar echt helemaal verrot, die bitch.' Toms stem klinkt donker en dreigend. 'Nee, dat doe je niet. Allereerst niet omdat het je verlof in gevaar brengt, allertweedst niet omdat het mijn laatste weken met jullie vergalt en alledriest niet omdat ik Miriam een lief meisje vind en jou een aardige pik en ik daar niet tussen wil zitten.' 'Hoor hem, je zit hier te lang. Je begint al net zo slecht Nederlands te praten als al die allochtonen hier.' 'Dus, niet dom Tom...' 'Luister Bill, ouwe kaaskop. Ik ga je helemaal niks beloven. Dat jij je nou helemaal door die hoer in laat pakken...' 'En hou op met Miriam de hele tijd hoer te noemen man, doe een beetje respectvol.' De stem van Bill verraadt irritatie. Tom draait zich langzaam om bij zijn kalender. Hij laat een sissend geluid door zijn tanden lopen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.