Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bad boys for life. » Hoofdstuk 53
Bad boys for life.
Hoofdstuk 53
Buiten zie je een Amerikaanse tank stilhouden. De geschutskoepel draait en de loop wijst in de richting van de voordeur. En plotseling houdt de film op, om weer even plotseling door te gaan. Alleen is het opeens een horrorfilm geworden. Kapote muren, lijken, vuur. Iedereen doodstil en ik zit er bij met het gevoel dat ik moet kotsen. Een klein kindje zonder hoofd. Een vrouw die zo verbrand is dat niets meer van haar gezicht te zien is, een man die onder te tafel vandaan wordt getrokken en zijn hele onderlijk blijkt te missen. Op een feest, he. Op een bruiloftsfeest. En ik een keer komt alles over Abdullah terug. Alles wat ik afgelopen maanden heb proberen te verdringen en te vergeten, grijpt me naar de keel. De waanzin om zo zinloos te sterven. De pijn en het verdriet van de mensen om me heen. Ik wil dat het stopt, maar ik heb geen idee waar te beginnen. Moet ik een bomvest aantrekken en de Amerikanen te lijf gaan, moet ik teruggaan naar het Westen omdat de oorlog daar begint? Ik weet het niet. Ik weet wel dat na die video mijn positie in een keer anders is. Of zij mij anders behandelen, of dat ik me anders gedraag, weet ik nog steeds niet, maar er is wat veranderd. Weet je, toen Saidah al een paar weken terug was, merkte ik pas hoe erg ze was veranderd. Ook tegenover mij. Ze was echt heel bitter geworden. Gaat had ze in zich gekregen. Ze behandelde mij ook opeens niet meer als moslim, maar als Europeaan. Ze trok zich niets meer aan van de tradities en regels. Ze reed met de mannen mee, at met de mannen, vocht met de mannen. En elke avond zat ze naast me bij het buur en zei ze dat ik terug moest gaan. Dat dit niet mijn oorlog was, dat mijn front in het Westen lag. Soms zei ze dat ik haar familie moest wreken in het Westen. Het liefste ook een bom op een bruiloft. Of op een ander groot feest. Maar meestal zei ze dat ik terug moest gaan naar Europa om de wereld duidelijk te maken wat hier gebeurde. Ze wilde niet geloven dat gewone burgers hier weten wat zich afspeelt. Ze zei altijd dat als ik de waarheid zou vertellen er een storm van protest zou komen van het gewone volk. En hoe langer ze op me inpraatte, hoe meer ik het idee kreeg dat het klopte wat ze zei. Hier heerst het idee dat het Westen de waarheid in pacht heeft. Dat het Westen de enige juiste definitie van vrijheid kent, waaraan iedereen zich moet aanpassen.
Dat de manier van leven zoals hier gewoon is, de manier van leven die overal gevolgd zou moeten worden. Het Westen is superieur. Weet alles beter, kan alles beter en wie niet volgt, moet worden betreden alsof het satan zelf is. Het werd me steeds duidelijker. Het moet hier veranderen, anders verandert het nooit. Ze was zo naïef, maar ze overtuigde me wel. Ik begon dat ook zo te voelen. Ik wilde hier die zinloze strijd aan de kaak stellen. Iedereen duidelijk maken dat als we niet stoppen met die onzinnige oorlogen over wie nou de juiste God aanbidt, of wie de waarheid aan zijn kant heeft staan, we op een gegeven ogenblik onze eigen soort uitroeien. En ik heb het geprobeerd, hoor, de eerste maanden dat ik terug was. Heb ik de kranten gebeld. Ik heb ze voorgesteld met me terug te gaan naar Afghanistan. Ik heb ze de dvd laten zien die straks op tv vertoond wordt. Ze hadden geen interesse. Het paste niet in het format. Er waren andere prioriteiten. Afghanistan is alweer uit. Dat soort reacties. Ik heb brieven geschreven naar de kranten, me gemeld op internetfora, overal heb ik mijn stem laten horen, maar er was niemand die luisterde. Ik raakte zo gefrustreerd. Ik werd zo eindeloos boos over dat gebrek aan aandacht voor het leed van die mensen. Man, ik ben zo kwaad. Op een feest van de familie kwam ik toen toevallig een gozer tegen die ik nog kende uit de tijd dat ik opgesloten zat. Niet echte familie weet je wel, maar wel iemand die betrouwbaar is. Dat soort dingen weet je gewoon. Wie lult er wel, wie lult er niet. Iedereen weet dat hij z'n mond houdt, want hij was echt hardcore maffia geworden, behandeling niet geslaagd zullen we maar zeggen. Hij kende op zijn beurt een Hongaar die diep in de wapenhandel zat. Ik deed een beetje stoer, je weet wel, zoals ik eigenlijk niet meer hoor te doen, maar een oude vos verliest nooit zijn streken en hij wilde me best helpen. Dus via hem ben ik lang die Hongaar geweest en toen kon ik dit kopen.' Tom wijst op zijn riem en zijn machinepistool. Bill kijkt hem verbaasd aan. 'Je bent bij hem langs geweest. Zoals bij de supermarkt. Doe mij maar een machinepistool en een pondje semtex, met zegeltjes graag.' 'Nou ja langs geweest, je weet hoe dat gaat. 's Avonds ergens langs de snelweg.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.