Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Farwell, Ashtray girl -Fernando Torres- [5-shot] » Un du cinq

Farwell, Ashtray girl -Fernando Torres- [5-shot]

1 maart 2011 - 20:33

1104

0

250



Un du cinq

Un du cinq

Hij vond het hard om te omvatten. De haat en razernij die zijn jarenlange, trouwe fans nu jegens hem koesterde. Met een diepe zucht gooide hij de krant op tafel. De grote titel en de foto op de voorpagina bleven hem aanstaren: “Fernando Torres verlaat de reds voor een ‘betere’ ploeg.”¯ Bullshit.
Om even te kunnen ontsnappen uit de idioterie die zich nu rond hem afspeelde besloot hij om naar het park te gaan, om daar even uit te waaien. Het trok zijn jas van de kapstok en nam de lift naar beneden. De lift ging maar tot de tweede verdieping waar hij woonde. Er was nog een derde en vierde verdieping maar daar was hij nooit geweest. De lift ging niet tot daar, alleen een oud, steil houten trapje. Het was een soort zolder, of zo leek het.
Eenmaal buiten sloeg de koude wind meteen in zijn gezicht. Het was slecht weer in Engeland, zoals gewoonlijk. Maar natuurlijk, net vandaag, moest het allemaal nog een graadje erger zijn. De weerman sprak deze ochtend van een storm die opkomst was en niet veel goeds met zich zou meebrengen. Nooit was hij bang geweest voor het weer of zijn gevolgen. Maar deze storm zou anders zijn, hij wist het gewoon.

Zachtjes trok ze de deur achter zich dicht. Opgedroogde tranen hadden zoutsporen op haar wangen achtergelaten. In haar ene hand had ze een vuilniszak, in haar andere hand een asbak die overvol zat. Dimitri zou zo terug thuis komen en ze wilde dat alles een beetje opgeruimd zou zijn. Er waren al genoeg woorden gevallen en was het maar bij woorden gebleven. Bij de gedachte slikte ze even. Haar keel was droog en het slikken deed pijn aan haar kaak. Hij had een blauwe schijn en was wat gezwollen. Niemand zou het zien, haar lange bruine haren bedekte alles zorgvuldig en ze kwam nooit lang buiten. Met enige moeite liep ze het houten trapje af. Het traplopen ging al lang niet meer zo vlotjes na die ene slag op haar heup een paar maanden geleden.
Ze was net drieëntwintig jaar geworden, de fleur van haar leven. Of dat is het wat het zou moeten zijn. Ze heeft haar studie verpleegkunde nooit kunnen afronden door geld en tijdgebrek, ze moest voor het huishouden zorgen. Ze hebben het thuis nooit breed gehad waardoor het onmogelijk was om verder te studeren. Haar ouders konden ook niet langer voor haar zorgen en toen ze twintig werd heeft ze besloten om samen te gaan wonen met haar vriend. Trouwen zou te veel geld kosten. Ondertussen waren haar ouders verhuisd naar Bristol, ze konden daar gaan werken in een fabriek. Van haar broer heeft ze sinds een jaar niets meer gehoord. Hij is gelukkig getrouwd en leeft in Frankrijk met zijn vrouw. Haar klein bouwvallig appartementje in het regenachtige Liverpool en de man waar ze zielsveel van hield was het enige wat ze nog had.
Toen ze op de tweede verdieping kwam keek ze bedeesd naar de glanzende, metalen deuren van de lift. Desondanks haar heup had ze hem nooit durven nemen, hij was niet bestemd voor hen.

Hij voelde zich het straatjongetje dat hij vroeger was geweest. Hoe hij daar liep. Zijn zwarte vest had hij ver over zijn hoofd getrokken waarop hij zijn witte jas aan had. Schoorvoetend liep hij terug richting het appartement. Het was intussen tijd beginnen regenen en dikke druppels vielen in sneltempo voor zijn voeten neer. Nog nooit had hij zo hard naar Spanje verlangd. Hij miste voor het eerst in al die jaren de glimlachen van zijn Spaanse vrienden. Cesc had wel gezegd dat hij nog langs ging komen maar er is niets meer van in huis gekomen. Liverpool en Londen liggen ook niet zomaar een paar dorpjes van elkaar verwijderd.
De regen ging over in hagel en sloeg als kleine zweepslagen in zijn gezicht. Hij boog nog wat meer naar voren om de witte ijsballetjes uit zijn gezicht weg te houden.
Toen hij onder zijn vest uitkeek om te kijken of hij bijna bij zijn appartement was zag hij een meisje in gejaagd tempo het appartementsblok uitlopen. Voordat hij kon reageren liep ze recht tegen hem aan. Ze had een vuilniszak vast die op de grond viel, een blikje bier rolde eruit. Met een kletterend geluid viel er een ijzervoorwerp uit haar handen op het stenenpaadje voor het appartementsblok. In een reflex greep hij haar arm vast om haar recht te houden. Ze maakte en pijnlijke kreun en zo snel als hij haar vast had gehad liet hij haar weer los. Verbaasd keek hij haar aan. Wat hij toen zag brak zijn hart. Grote, bruine ogen staarde hem verschrikt aan. Hij zag duidelijk de tranen die in haar ogen stonden, ze hadden het punt bereikt waarop ze elk moment hun weg naar buiten zouden vinden. Zijn ogen gleden over haar gezichtje dat breekbaar wit was. Het leek alsof het van porselein was. Haar bruine haren lagen over haar schouders heen en bedekte haar gezicht een stukje. Toen hij beter keek zag hij de verdikking op haar linkerwang waar zich een kleine bloeduitstorting vormde. De lucht bleef even in zijn keel steken toen hij ook de schram op haar voorhoofd zag en de gele schijn onder haar rechteroog. Ze had duidelijk door dat hij haar aankeek want ze bukte zich snel om de vuilniszak en het ijzeren voorwerp op te rapen. Pas toen hij naar beneden keek besefte hij wat hun plotse confrontatie had aangericht. Zijn witte jas plakte volledig vol met as dat zich mengde met de regen. Het metalen voorwerp dat was gevallen was een asbak geweest.
“Sorry.”¯ Hij zag haar verschrikt zijn jas bestuderen waarop ze zich snel omdraaide en het gebouw terug inliep.
Hij wou haar nog achterna roepen dat het niet erg was maar ze was de trap al op verdwenen.
Hij wilde zo graag weten wie ze was. Woonde ze in hetzelfde gebouw als hij en waarom had hij haar dan nog nooit gezien?
Voordat hij verder kon nadenken kreeg hij langs achter een brute duw tegen zijn schouder. Bij het vooruitstappen om zijn evenwicht te houden schopte hij per ongeluk tegen de asbak die nog steeds voor zijn voeten lag.
“Verrader.”¯ Riep de man hem toe en hij liep ook het gebouw in, net als het meisje de trap op. Hij voelde een enorme drang om het metalen stukje roeswerk achterop te gooien in de hoop dat het het achterhoofd van de man zou raken. Maar in plaats van dat nam hij de asbak van de grond en liep ook het gebouw in. Enkel nam hij de lift.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.