Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Bad boys for life. » Hoofdstuk 56
Bad boys for life.
Hoofdstuk 56
''Laten we dat nou maar niet doen'', zei ze en ik wilde wel door de grond zakken. Ik wou ter plekke echt dood neervallen. Iedereen keek en in al die ogen zag ik dat ze keken alsof ik melaats was, alsof ik een enge ziekte zou hebben. Of wat denk je dat er met je gebeurt als je voor het eerst op verlof naar huis gaat? Je ouders hebben je opgehaald. Iedereen is blij dat je eindelijk naar huis mag. Haren gewassen, mooie kleren aan. Moeder huilen, vader blij, eindelijk komt de verloren zoon op verlof. Ik zie nog zo het gezicht van mijn vader toen we onze straat in kwamen rijden, toen we bij ons huis aankwamen en zagen dat ze alle ruiten van het huis hadden ingegooid. Er was hondenstront naar binnen gesmeten met verf op de muur ''oprotten vieze pedo'' geschreven. Ik keek mijn ouders aan, zag het gezicht van mijn vader en moeder en zei: ''Ik wil terug en ik wil hier nooit meer komen.'' Ik heb ze niet meer gezien. Ik mocht aan het einde van mijn zogenaamde behandeling op een gegeven moment buiten Oosterdel stage lopen. Dan solliciteerde ik zelf, mocht ik overdag buiten werken en hoefde ik alleen nog maar 's nachts in Oosterdel te slapen. Hoe het gebeurde weet ik niet, maar op iedere stageplek kwamen ze er op een gegeven ogenblik achter dat ik in Oosterdel zat en waarom ik daar zat. Zelfs al gaf ik mijn thuisadres op, dan nog. Altijd was er wel iemand die iemand kende die mij weer kende en het betekende altijd het einde van mijn stage. Of belden ze het telefoonnummer dat ik opgaf en kregen ze Oosterdel aan de lijn, of m'n moeder, die zich dan weer versprak. Hopeloos werd ik ervan. Iedere keer weer bij zo'n leidinggevende komen: ''Het spijt me, Bill, maar het werk is echt op.'' ''Het spijt me, Bill, maar dit... maar dat...'' Het was altijd gelul en het betekende altijd dat ik op kon krassen. Ik was niet gewenst. En mijn hoofd he, mijn hoofd. Ik kan me zo slecht concentreren. M'n hoofd is net een zeef geworden. Van wat je er instopt, gaat negentig procent er zo dwars doorheen. Niets blijft hangen, het verdwijnt gewoon. Maar het allerergste gebeurde nog wel toen ik het in mijn verrotte kop haalde om, nadat ik eindelijk, eindelijk vrij was gekomen op zoek te gaan naar Miriam. Ik heb echt weken zitten twijfelen of ik het wel zou doen.
Of het wel verstandig was. Maar ik had ondertussen dit baantje hier gekregen en voelde me wat beter. De pijn die ik dagelijks voelde, was met medicatie behoorlijk in de hand te houden en ik was gewoon niet klaar met Miriam. Het was nooit uitgepraat. We zijn natuurlijk wel heel raar uit elkaar gegaan en sedert ze Oosterdel verlaten had, had ik niets meer van haar gehoord. Dat had ik me beter moeten realiseren voor ik haar ging zoeken. Kan iemand nog duidelijker zijn? Maar ik wilde op zijn minst een poging gedaan hebben om het uit te praten. Om te vertellen wat er echt gebeurd is. Om te horen of jij nog op bezoek was gekomen. Of ze daadwerkelijk haar leven op poten had gekregen en in een Audi TT reed. Of ze een nagelstudio had, een huis op Ibiza en al die flauwekul waar we het altijd over hadden. En het liefste wilde ik natuurlijk weten of ik nog iets van een kans had. Of ik nog het moment terug kon pakken dat we kwijtgeraakt waren in Oosterdel. Of er nog een kans was voor haar en mij. Het was een heel gedoe. Ik wist natuurlijk dat ze naar begeleid wonen was gegaan, maar daar wilden ze niet zeggen waar ze woonde. Vreemd, he? Ik heb als een soort detective een begeleider achtervolgd toen die naar cliënten ging. Uiteindelijk heeft een van die andere cliënten uitgezocht waar ze woonde. Hij had ook gehoord dat ze misschien zwanger was en een kind zou krijgen of een kind zou hebben. Ik heb toen weer zitten twijfelen of ik haar wel moest opzoeken, maar het bleef maar door m'n kop spoken. Dus ik dacht: ik kan haar toch gewoon opzoeken om haar met de zwangerschap of de baby te feliciteren? Miriam woont aan de Grote Markt. Ze heeft daar een of ander appartement in een oud huis. Op een zaterdag in mei, ik weet het nog goed, verzamelde ik al mijn moed, kocht een bos bloemen en ging naar haar huis. Moet je je voorstellen. Een huis aan de Grote Markt. Op zaterdag. Dan is het markt op de Grote Markt. Ik denk dat er wel een paar duizend mensen rondliepen die inkopen aan het doen waren of weet ik veel wat de daar allemaal doen op zaterdagmiddag. Het was er echt tering druk. Ik haalde een paar keer diep adem en belde aan. Er gebeurde niks, dus belde ik nog een keer. Gaat er boven een raam open en steekt Miriam haar hoofd naar buiten. Ze was nog even mooi, nog even bijzonder
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.