Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Humanoid » Thema nr 1

Humanoid

15 maart 2011 - 16:46

2519

2

458



Thema nr 1

De rover was goed voorbereid. Hij wist uit welke hoek hij moest verschijnen zonder opgemerkt te worden, met welke snelheid hij moest rennen nadat hij de tas gepakt had, en achter welke straat hij weer moest verdwijnen voordat hij in de auto stapte die zoals afgesproken op hem hoorde te wachten. Natuurlijk had hij er rekening mee gehouden dat zijn slachtoffers geen alledaagse mensen waren. Een van hun had betere reflexen dan andere mensen, en de andere kon ietwat sneller lopen dan anderen. Maar daarom kon hij zich ook beter voorbereiden. Met schoenen die hem sneller deden lopen, zonder al te veel accesoires die hem konden doen vertragen zoals een dikke jas, een rugzak…
Toen hij de twee zag voorbijlopen, juist op tijd, maakte hij zich klaar. Hij wist dat ze zich zouden keren naar het raam van een winkel, want daar was speciaal iets gezet waar ze zich op zouden richten. De organisatie had alles perfect voorbereid
De rover stapte subtiel de straat uit, en zette zijn beste pokerface klaar. Hij had dit vaker gedaan, dus zenuwachtig was hij niet. Neen, hij was eerder erg rustig.
Hij kwam steeds dichter bij het koppel dat voor het bruidsboetiek stond. Hij zag dat de vrouw kleiner was dan de man. Ze had lang zwart haar tot aan haar bovenarm, en een leren vest. De man naast haar had zwarte dreadlocks, in een staart gebundelt. Ook hij had een leren vest aan. Zijn vingers waren met de hare gekruist, en hij hield haar tegen zich aangedrukt. Dat maakte het echter niet moeilijk voor de stroper. Hij bleef rustig stappen, stond toen vlak naast de vrouw, ving haar blik op in de weerspiegeling van het glas, en greep toen zonder enig probleem de tas van haar schouder. Het ging erg gemakkelijk, alsof ze het erom deed. De vrouwen van tegenwoordig wisten niet meer hoe ze hun tassen het best moesten beschermen.
‘Hé!’ riep ze toen de rover er als een speer vandoor ging. Zoals verwacht zette ze de achtervolging in, en deed haar verloofde hetzelfde. De rover hoopte nu maar dat de schoenen effect gingen hebben. Hij klikte zijn zolen even tegen elkaar om ze te activeren, en voor het het wel besefte stond hij al aan de straat waar hij moest afslaan. Zijn achtervolgers konden hem onmogelijk nog inhalen. Hij zag de auto, juist op schema. In één ruk opende hij het portier, de auto vertrok al voordat de rover hem terug dichtdeed. Toen het koppel aankwam op de plek waar hij verdween, bleven ze verbijsterd staan, duidelijk verbaasd van het hele gebeuren.
‘Heb je het gevraagde voorwerp?’ vroeg de chauffeur. De rover, die amper buiten adem was, knikte terwijl hij de tas omhooghield.
‘Eerlijk gezegd snap ik niet waarom de baas zoveel belang stelt in dit vrouwending. Cadeau voor zijn vrouw?’ vroeg hij. De chauffeur zijn gezicht bleef in dezelfde plooi, maar zijn ogen straalden minachting uit.
‘Je bent niet bevoegd tot het beschikken van deze informatie,’ zei hij doods. De rover haalde enkel zijn handen in de lucht en sloot zijn ogen.
‘Dat snap ik best, maar het zou ook eens leuk zijn om te weten waarom ik een domme tas steel voor de baas, die duidelijk manneljk is,’ verdedigde de rover zichzelf. De auto was stil blijven staan, wat betekende dat ze er waarschijnlijk waren.
‘Je hebt je taak voltooid, nu moet je gaan.’ De chauffeur draaide zich naar de rover, haalde een revolver boven, en schoot hem tussen de twee ogen. De rover had nog enkele stuiptrekkingen voordat hij levenloos neerviel op de achterbank. De chauffeur stapte uit, trok zijn slachtoffer uit de auto, en reed dan verder. Dan pakte hij zijn mobiel, en belde hij de baas.
‘We hebben het gevraagde voorwerp,’ zei hij. Hij luisterde naar de instructies en gaf toen weer gas.

Het was twee uur in de middag. Buiten regende het niet, maar het was toch koud genoeg om binnen te blijven. Tom had net Willem geholpen met zijn huiswerk, en zat nu in de zetel, genietend van de stilte. Althans, dat probeerde hij. Boven was Willem samen met Thomas (Vroeger Tommie, maar doordat de jongen zich te groot voelde voor die naam verandert in de oorspronkelijke vorm) luid bezig. Willem had net een drumstel gekregen, en zat erop te jammen op zijn luidste. Zijn neefje Thomas deed tientallen pogingen om akkoorden te vormen, maar uiteindelijk was ook hij gewoon zijn snaren aan het aanslaan en als een echte rocker aan het headbangen. Tom had het al gezien, en besloot dat hij dat even wilde verwerken.
Langzaamaan begin hij de slaap te vatten, glimlachend toen hij iemand tegen zich aan voelde leunen. Haar shampo rook heerlijk naar bloemen. Tom kon nooit genoeg krijgen van die geur. Hij streek langzaam met zijn handen over haar haar, glijdend naar haar gezicht om te stoppen in haar nek. Camilla zuchtte enkel. Een zucht dat samen ging met een genietende glimlach. Daarvoor hoefde Tom zijn ogen niet open te doen.
Hij en Camilla waren (nog) niet samen. Verliefd op elkaar duidelijk wel, maar nog nooit was er sprake geweest van hun samen als koppel. Ze hadden elkaar nog nooit gekust, zelfs niet op de wang. Tom wist dat hij het allemaal erg langzaam wilde doen, niets overhaasten. Eindelijk was hij er zeker van dat zijn gevoelens voor Ven voorbij waren. Het leek alsof dat meteen gebeurde toen hij Camilla zag.
Camilla pakte Tom zijn hand vast, en liet haar lippen erover glijden, niet echt kussend. Tom voelde hoe zijn huid op de plekken waar haar mond voorbij kwam begon te branden op een positieve manier. Hij moest toegeven dat met Ven hij dit nog nooit gevoeld had. Of toch niet zo hard als nu.
‘Plannen voor vandaag?’ vroeg Tom na een tijdje. Hij opende zijn ogen, en zag hoe Camilla zich draaide zodat haar hoofd tegen zijn borst aanzat. Lui lagen ze daar in de zetel, wachtend tot er iets ging gebeuren. Camilla schudde haar hoofd, en glimlachte even naar Tom.
‘Niet echt. Misschien ga ik je kamer eens opruimen, want het is er echt een varkensstal. Niet echt een geweldig voorbeeld voor de kinderen,’ grapte Camilla. Tom wreef plagend haar haar in de war. Camilla protesteerde in een poging om boos te zijn, maar dat lukte nooit langer dan drie seconden. Meteen daarna zuchtte ze weer.
‘Tom,’ begon ze dan onzeker.
‘Hmmm?’
‘Vind je het echt niet erg dat ik hier blijf?’ vroeg ze. Tom grinnikte, en legde zijn hand weer in haar haar. Langzaam drukte hij haar hoofd dichter tegen zijn borst. Camilla’s hart klopte opnieuw harder. Dat had het nooit anders gedaan bij Tom in de buurt.
‘Hoe vaak moet ik het je zeggen? Dit is nu ook jouw huis.’ Tom drukte zijn lippen opnieuw in haar haar, en ademde opnieuw de zalige geur van haar haar in.
‘In dat geval ga ik eens op zoek naar een baan hier,’ verklaarde Camilla. Ze draaide zich om, zodat ze hem kon aankijken. ‘Ik wil mijn medische talenten niet verspillen,’ grapte ze. Tom grijnsde, en streelde zachtjes over haar wang. Dit betekende dus dat ze hier wí­lde blijven. Dat was een goed teken. Een zeer goed teken.
Langzaam schoof Camilla haar gezicht steeds dichter bij die van Tom. Ze sloot haar ogen, en wachtte af. Het werd wel eens tijd dat ze deze stap gingen nemen. Na enkele seconden voelde Camilla de dichtbijheid van Tom zijn huid. Ze haalde nog eens diep adem voor ze iets tegen haar lippen voelde. Er verscheen een glimlach op haar gezicht.
‘Eh, Cam, je bent mijn neus aan het kussen,’ zei Tom vermaakt. Geschrokken trok Camilla zich terug, en rekte ze zich onschuldig uit. Hier wilde ze zo graag niet meer aan denken, maar Tom dacht er anders over. Met zijn hand achter Camilla’s hoofd draaide hij hun beiden om zodat hij op haar lag, enkele centimeters van haar lippen verwijdert. Weer had Camilla haar ogen gesloten. Ze wisten allebei dat Tom niet ging missen.
Net toen zijn lippen over de hare streken, maar nog geen echte kus hadden gevormd, werd er luidruchtig aan de deur geklopt. Geschrokken ging Tom rechtzitten. Camilla opende haar ogen, maar bleef gewoon liggen, geërgerd door deze onderbreking.
Tom stond op om naar de deur toe te stappen. Langzaam begon Camilla zich recht te zetten, en smeet ze haar benen over de rand van de zetel.
‘We zijn beroofd geweest!’ riepen Ven en Bill alletwee woedend terwijl ze naar binnen stapten. Camilla keek naar hen op, en zag hoe Tom droevig aan de deur bleef staan.
‘Hoe kan iemand jullie nou beroven?’ vroeg Camilla. Ven ging naast haar neerzitten, en wreef haar haar naar achteren.
‘Ja weet ik het? Hij was goed georganiseerd! Heb je het gezien, Bill? Zijn schoenen? Turboversnellingen!’ Ven was duidelijk over haar toeren. Het enige dat er gedaan kon worden was haar gewoon laten uitblazen. En natuurlijk begon Tom zich er dan mee te bemoeien.
‘Wat?! Mijn uitvinding gebruikt om jullie te beroven?’
Camilla herinnerde zich dan dat Tom heel wat dingen had uitgevonden zoals speciale brommers, veiligheidssystemen en zo voort.
‘Wat hebben ze gepakt?’ vroeg ze. Ven zuchtte, en draaide zich naar haar zus.
‘Mijn handtas. Al mijn geld is weg, samen met mijn agenda!’
Camilla knikte. Het was erg typisch dat dat gestolen werd. Natuurlijk jammer voor het geld, en ook de agenda. Alle afspraken van het huwelijk zaten daar in, en dat waren er een heel pak.
Ven keek even naar opzij, en zuchtte. Gelukkig dat Bill alles nog in zijn geheugen had. Cyborg zijn had zo zijn voordelen. Camilla stond op, nog steeds verveeld omdat haar moment met Tom verpest was geweest. Ze legde haar hand op Tom zijn arm, en keek naar het ander koppel in de zetel.
‘Dus, wat doen jullie nu?’ vroeg ze, kijkend naar Ven die haar hoofd nog steeds naar de deur gericht had. Ven draaide zich geschrokken om, en Bill zijn ogen keken naar de vloer.
‘Nou, ik denk dat het etentje gewoon door moet gaan vanavond. In het openbaar zullen ze geen actie ondernemen,’ zei hij, waarna hij zijn vingers met die van Ven verstrengelde. Ven glimlachte lichtjes, maar liet haar gezicht meteen terug in de serieuze plooi vallen. Dat deed ze de laatste tijd vaker.
‘Trouwens, met al die losgeslagen robots die ’s avonds rondlopen, heb ik een vermoeden dat zij zelf niets gaan doen. De idioten hebben hun eigen slaven niet eens meer onder controle!’ Ven stond ook op, en trok Bill met zich mee. Ze keken elkaar even aan, leken een conversatie zonder woorden te hebben, en draaiden zich dan terug naar Camilla en Tom.
‘Voor de veiligheid zou ik toch maar een wapen meenemen. Met die robots weet je nooit,’ zei Bill dan op zijn doodserieuze manier. Camilla knikte, en Tom stapte weg naar een kast.
‘Nou, wapens laat ik liever aan Bill en mij over. Voor Camilla en Ven heb ik wel een andere cadget die handig kan zijn.’ Tom trok de la open, en haalde twee armbanden eruit. Ze leken wel van zilver, en toen Tom ze dichterbij bracht, zag Camilla dat er bij de ene een blauw diamantje was en in de andere een groene. Ze voelde zich enorm aangetrokken door de blauwe, wilde ernaar reiken met haar hand, maar dwong zichzelf om niets te doen. Even zuchtte ze.
‘Wat is het?’ vroeg Ven, die duidelijk minder geïnteresseerd was in het armbandje. Tom deed de blauwe omhoog, en Camilla’s ogen volgden die.
‘Als je op de steen drukt, breng het een signaal uit om robots in een straal van drie meter neer te schakelen,’ verklaarde hij. Hij drukte een keer op de knop, wetend dat er geen organische wezens in de buurt waren. Hij, Ven en Bill fronsten hun wenkbrauwen, maar Camilla hoorde niets. Ze vroeg zich af of het kwam omdat ze cyborg waren.
‘Je moet wel eerst op zijn minst vijf minuten opladen voordat je hem een tweede keer kunt gebruiken. Het is een krachtig wapen, maar heeft zijn zwakke punten.’
Tom draaide zich naar Camilla, leek gemerkt te hebben dat haar ogen op de blauwe diamant gericht was, en maakte hem vast aan haar pols. Toen zijn huid de hare raakte, voelde Camilla weer kriebels in haar buik, en voelde ze haar wangen opnieuw rood worden. Ze vloekte binnensmonds toen ze Tom naar haar zag grijnzen.
Tom had blijkbaar de groene al aan Ven gegeven, want ze had hem al rond haar pols. Camilla vroeg zich af of hij dat had gedaan, of Bill. Niet dat het veel uitmaakte natuurlijk. Ze wist dat ze zich niet meer jaloers moest voelen wanneer Ven in Toms buurt was. Hij had haar op het hart gedrukt dat hij geen gevoelens meer voor haar had, en Camilla had besloten dat ze hem geloofde.
‘Alsjeblieft, schoonheid,’ zei Tom, waarna hij knipoogde. Camilla voelde zichzelf weer eens blozen. Dan smeet Tom zijn arm over haar schouder, en duwde haar tegen zich aan. Samen keken ze naar Bill en Ven, die toevallig in dezelfde positie tegenover hun stonden.
‘Dus, tot vanavond?’ vroeg Camilla. Ven knikte, en draaide zich naar Bill. Waarschijnlijk om een bevestiging te krijgen. Bill bewoog amper, maar toch leek Ven een teken van goedkeuring te zien. Ze keek me terug aan, en legde een hand op mijn arm.
‘Tot vanavond, Cam.’
Daarna gingen ze weg.

Gustav keek naar de lege tafel in zijn werkplaats. Hij baalde dat hij niets meer had om aan te werken. Hij had geen inspiratie meer om iets nieuws te creëren, en er was niemand meer in de buurt om te helpen met robotonderdelen. Hij streek met zijn hand over het zachte metaal van de tafel, en sloot zijn ogen. Hij had al cyborgs gemaakt, en vervangen én gerepareerd, en zelf was hij er geen. Hij vroeg zich af of dat wel logisch was. Hij herinnerde zich dokter Davidsohn, de cyborg-dokter die onredbare lichaamsdelen verving door een robotonderdeel. Gustav had veel van hem te horen gekregen gedurende de tijd dat Ven bij hem zat, te wachten tot Bill terug kwam. Hij had gehoord over de sfeer in de cyborg-sector in het ziekenhuis, en moest bekennen dat dat hem wel redelijk aansprak. Het enige probleem was dat hij alleen maar zijn grote projecten met overleden mensen deed. Mensen zouden van hem te grootse dingen kunnen verwachten. Maar toch. Als hij het niet probeerde, zou het er ook nooit van komen. Hij herinnerde zich hoe hij Vens arm helemaal had moeten vervangen. Dat was allesinds het grootste dat hij bij een levend mens had moeten doen. Tom, Bill en Georg waren alle drie al dood.
Gustav schudde zijn hoofd. Hij vroeg zich af of, gedurende de tijd dat Bill onder ‘reparatie’ was, er iets met Ven gebeurd was. Had ze onder kritische toestand in coma gezeten? Of gewoon ernstig ziek? En hetzelfde met Camilla toen Tom omkwam in het auto-ongeluk. Nu, met het feit dat Camilla tot haar zesde in een weeshuis had gewoond, was het redelijk onduidelijk of ze in het ziekenhuis was opgenomen.
Maar dan herinnerde Gustav zich Jennifer. Ze had haar leven gewoon terug opgepakt na Georgs dood zonder enige ziektesymptonen. Misschien was Bill zijn theorie niet zo honderd procent juist.
Gustav stapte weg van de tafel.
Toen hij in de zetel zat, zuchtte hij.
Misschien had hij die baan toch moeten aannemen…


Reacties:


xNadezhda zei op 16 maart 2011 - 19:31:
Ze keek me terug aan, en legde een hand op mijn arm.
Hier ga je heel eventjes over naar ik-figuur. ;D

Buiten dat - DIT IS ZO SPANNEND. En ik vind Bill & Ven en Camilla & Tom zo leuk samen, je beschrijft het zo fantastisch, hoe Bill & Ven elkaar zo goed begrijpen en dan de opbloeiende liefde tussen Camilla & Tom, werkelijk amazing!

Alleen het laatste stukje over Bills theorie snap ik niet helemaal? Dat is waarschijnlijk iets uit de vorige delen dat me ontglipt is. Maar goed, dat doet verder geen afbreuk aan dit verhaal. Het is echt geweldig. <3


xNadezhda zei op 4 maart 2011 - 20:01:
Oooh! ö
Wat een gemeen punt om te stoppen! & ik was juist nog wel zo blij dat je weer een stukje hebt gepost! ... nee, kidding, daar ben ik nog steeds blij mee. Ik hoop dat je snel weer verder kan met Humanoid, want het is zó spannend! *.* Het was net een film, echt. & ik zat er vanaf het eerste woord weer in.

<33