Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Don't cry my girl [BillKaulitz] » 2.coming home.
Don't cry my girl [BillKaulitz]
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
6 maart 2011 - 22:49
Aantal woorden:
477
Aantal reacties:
0
Aantal keer gelezen:
216
2.coming home.
.
Ik stap op mijn fiets. Mijn tas heb ik over mijn schouder geslingerd. Op een langzaam tempo fiets ik richting mijn "huis". Ik weet niet wat me thuis te wachten staat. Ik heb het laatste uur uitval gekregen. De leraar was ziek volgens mij. Niet dat het me veel kan schelen. Kan ik eens wat langzamer fieten, mijn "vader" merkt het dan toch niet dat ik op een rustiger tempo rijdt dan normaal. Eigenlijk is het niet mijn echte vader, maar mijn stiefvader. Mijn echte vader is anderhalf jaar geleden gestorven. Mijn moeder is al snel hertrouwt met haar huidige man, mijn stiefvader dus.
In de verte zie ik het bruggetje al verschijnen. Het bruggetje over en dan nog 2 straten en dan ben ik thuis. Thuis, maar zo voelt het niet. Thuis, een plek waar je je thuis moet voelen. Thuis, wat voor mij een nachtmerrie betekend. De plek waar ik met angst naartoe ga en waar ik het liefst zo snel mogelijk weg ben. Thuis. Ik krijg al rillingen bij de naam.
Ik rijd het bruggetje over. Een rilling glijdt over mijn rug. Ik ga steeds langzamer fietsen. Een voetganger loopt langs me en haalt me in. In de verte zie ik de straat waar ik moet zijn al. Ik zucht zacht. 'Hopelijk is er niemand thuis,' mompel ik in mezelf.
Ik kom aan rijden en zie al een auto staan. De auto van mijn stiefvader. Ik kreun zacht en fiets de oprit op. Ik zet mijn fiets in de schuur en loop naar de keuken. 'Vroeg thuis,' zegt mijn stiefvader die in de kamer zit. Voor hem is het op een normale toon praten, voor andere mensen zou het roepen of zelfs schreeuwen zijn. 'Uitval het laatste uur,' mompel ik en loop zo snel mogelijk door.
In de keuken pak ik een glas en vul die met een laagje siroop, gemengd met wat water. Gulzig drink ik het op. Blijkbaar had ik meer dorst dan ik dacht. Ik hoor dat mijn stiefvader opstaat en naar de keuken komt, maar ik probeer het te negeren. Ik vul mijn glas nog eens met limonadesiroop en drink mijn glas weer leeg. Daarna zet ik het glas in de gootsteen. 'Zet het gelijk in de vaatwasser,' zegt mijn stiefvader. Hij leunt tegen de deurpost aan. 'En als je dat toch doet, kan je hem best gelijk uitruimen.' Ik zucht zacht. 'Nee,' zeg ik en wil langs hem weglopen. 'Ik ga mijn huiswerk maken.' Als ik langs mijn stiefvader loop pakt hij mijn bovenarm vast. In een snelle beweging kijk ik hem aan. 'Nu,' sist hij terwijl hij me terug duwt in de keuken. Hij laat mijn bovenarm los waar een rode plek is verschenen. Ik snuif even en ga opstandig op de grond zitten. Hij mag best zelf eens wat doen in plaats van dat hij altijd mij alles laat doen..
Ik stap op mijn fiets. Mijn tas heb ik over mijn schouder geslingerd. Op een langzaam tempo fiets ik richting mijn "huis". Ik weet niet wat me thuis te wachten staat. Ik heb het laatste uur uitval gekregen. De leraar was ziek volgens mij. Niet dat het me veel kan schelen. Kan ik eens wat langzamer fieten, mijn "vader" merkt het dan toch niet dat ik op een rustiger tempo rijdt dan normaal. Eigenlijk is het niet mijn echte vader, maar mijn stiefvader. Mijn echte vader is anderhalf jaar geleden gestorven. Mijn moeder is al snel hertrouwt met haar huidige man, mijn stiefvader dus.
In de verte zie ik het bruggetje al verschijnen. Het bruggetje over en dan nog 2 straten en dan ben ik thuis. Thuis, maar zo voelt het niet. Thuis, een plek waar je je thuis moet voelen. Thuis, wat voor mij een nachtmerrie betekend. De plek waar ik met angst naartoe ga en waar ik het liefst zo snel mogelijk weg ben. Thuis. Ik krijg al rillingen bij de naam.
Ik rijd het bruggetje over. Een rilling glijdt over mijn rug. Ik ga steeds langzamer fietsen. Een voetganger loopt langs me en haalt me in. In de verte zie ik de straat waar ik moet zijn al. Ik zucht zacht. 'Hopelijk is er niemand thuis,' mompel ik in mezelf.
Ik kom aan rijden en zie al een auto staan. De auto van mijn stiefvader. Ik kreun zacht en fiets de oprit op. Ik zet mijn fiets in de schuur en loop naar de keuken. 'Vroeg thuis,' zegt mijn stiefvader die in de kamer zit. Voor hem is het op een normale toon praten, voor andere mensen zou het roepen of zelfs schreeuwen zijn. 'Uitval het laatste uur,' mompel ik en loop zo snel mogelijk door.
In de keuken pak ik een glas en vul die met een laagje siroop, gemengd met wat water. Gulzig drink ik het op. Blijkbaar had ik meer dorst dan ik dacht. Ik hoor dat mijn stiefvader opstaat en naar de keuken komt, maar ik probeer het te negeren. Ik vul mijn glas nog eens met limonadesiroop en drink mijn glas weer leeg. Daarna zet ik het glas in de gootsteen. 'Zet het gelijk in de vaatwasser,' zegt mijn stiefvader. Hij leunt tegen de deurpost aan. 'En als je dat toch doet, kan je hem best gelijk uitruimen.' Ik zucht zacht. 'Nee,' zeg ik en wil langs hem weglopen. 'Ik ga mijn huiswerk maken.' Als ik langs mijn stiefvader loop pakt hij mijn bovenarm vast. In een snelle beweging kijk ik hem aan. 'Nu,' sist hij terwijl hij me terug duwt in de keuken. Hij laat mijn bovenarm los waar een rode plek is verschenen. Ik snuif even en ga opstandig op de grond zitten. Hij mag best zelf eens wat doen in plaats van dat hij altijd mij alles laat doen..
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.