"Ellie!" ik liep door de gang naar de kamer die de verpleegsters ons hadden aangewezen. Ik smeet de deur open en ik kwam meteen tot rust. Angst nam de overhand en tranen stroomden over m'n wangen. Ik liep stil naar het bed toe, het enige geluid was het rustige biepen van één van de machines. Ik keek op één van monitors, ik had geen geneeskunde gestudeerd maar ik wist dat het de hartslag aangaf. Het was ook dat ding dat het biepgeluidje produceerde. Het ging te traag... te rustig... Ik keek naar mijn zus. Ze had zwarte kringen onder haar ogen en haar huid was lijkwit. Het was niet eerlijk... Eergisteren nog had ik met haar zitten dollen in het zwembad. En nu... Ik liet me op het stoeltje naast het bed zakken. "Ellie?" vroeg ik bijna onhoorbaar. M'n hart hield er bijna mee op toen er geen antwoord kwam. Ik nam haar hand vast. Ik keek om en ik werd me bewust van Natasha die ook stilletje huilend achter me stond. Er was ook een verpleegster die vol medelijden naar ons keek. "Kan ze ons horen?" vroeg ik bang. "Ja." zei de verpleegster stil. "Word ze nog..." verder kwam ik niet, want ik begon te snikken bij de gedachte dat ik verder zou moeten leven zonder Ellie. "Dat weet niemand." zei de verpleegster en ze verliet de kamer. "Ellie." zei ik, in films hielp het altijd als ze tegen de gewonde praatten. Misschien in het echt ook wel? "Ik... je mag me... ons niet alleen laten, niet nu. We hebben je nodig." ik begon meteen terug te huilen en ik liet m'n hoofd op het bed rusten. Na een hele lange tijd viel ik inslaap en ik hoopte... ik bad dat Ellie het zou overleven.