Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Faylinn y Tylwyth Teg » Deel 10

Faylinn y Tylwyth Teg

12 maart 2011 - 17:58

1125

6

844



Deel 10

Carlo en ik lopen in een aangename stilte terug naar het kasteel. Het afgelopen uur heeft Carlo nog wat gitaar gespeeld en het was heel gezellig. Ik ben ook hopen over hem te weten gekomen. Zo is hij thuis enig kind, zijn vader werkt op het ministerie van toverkunst, hij heeft wel een hond thuis, die Luka heet. Bij Carlo voel ik me echt goed. En net zoals nu, zijn de stiltes tussen ons vaak niet ongemakkelijk.
Wij lopen samen door de gangen van het kasteel. Toen ik zei dat ik naar bed ging, stond hij erop om mij naar de leerlingenkamer te brengen, zelfs toen ik zei dat het echt niet hoefde, stond hij erop.
‘Zo, hier scheiden onze wegen,denk ik’ Zegt Carlo, wanneer we de Dikke Dame hebben bereikt, die al vrolijk ligt te ronken in haar lijst.
‘Dank je om me tot hier te brengen. Dat was echt heel erg lief’ Glimlach ik verlegen. ‘Maar het hoefde echt niet hoor!’
‘Ik deed het met alle plezier’ Grijnst hij en hij roept heel erg subtiel tegen de Dikke Dame dat ze wakker moet worden.
‘Hé! Wat moet da-aahat?’ roept ze verschrikt uit, een geeuw onderdrukkend.
‘Wijnbollensoep’ Zeg ik en het portretgat zwaait open.
‘Jongedame, jij had al lang in je bed moeten liggen! En wat jou betreft, jongheer Kannewasser, maak dat je in je eigen bed ligt!’
‘Ik denk dat ik haar leuker vond toen ze nog sliep’ Fluister Carlo in mijn oor.
‘Weet je, ik stiekem ook’ Fluister ik in het zijne.
‘Tot morgen?’ Vraag ik hem.
‘Definitly’ Glimlacht hij en hij drukt een kus op mijn wang.

Met een geeuw draai ik me om in bed. Vandaag is het zaterdag en dus geen les. Ik draai me nog eens om en ga met mijn vingers over de plek waar Carlo me gisteren een kus gaf. Het is net of ik zijn lippen nog voel, mijn wang tintelt nog helemaal na. Misschien zit hij straks ook aan het ontbijt.
In het weekend kunnen we van 7 tot 11 ontbijten. Echt geweldig!
Ik zet me rechtop in bed, zwaai mijn benen over de rand en trek mijn bedgordijnen open en een felverlichte kamer lacht me toe.
‘Help’ Piep ik wanneer ik verblind word door het zonlicht. Duizend kleine zonnetjes dansen heen en weer voor mijn ogen. Met een plof laat ik me terug achterover vallen. Ik word echt misselijk van die veel te vrolijke zonnetjes die mijn netvlies teisteren. Waarom bestaan er gordijnen? Juist, om een kamer te verduisteren. Waarom zijn de gordijnen open? Omdat ik waarschijnlijk veel te laat wakker ben geworden. Ik kijk snel op mijn horloge en zie dat het al half 11 is.
‘Help’ Piep ik nog eens. Als ik nog ontbijt wil hebben zal ik me toch moeten haasten.
Snel spring ik mijn bed uit en gris mijn kleren van gisteravond van de stoel naast mijn bed.
Nadat ik mij gewassen en mijn haar gefatsoeneerd heb, loop ik de slaapzaal uit richting de leerlingenkamer. Misschien moet de tweeling ook nog ontbijten. Rustig loop ik de wenteltrap af en kom terecht in de kamer. Nee, geen Fred. En nee, ook geen George. Iemand ander dan? Nope.
Ze zullen vast al gegeten hebben en nu ergens drakenmest in een of andere kast aan het proppen zijn of iets dergelijks.
’Grrmbllgrhmm’ Mijn maag heeft duidelijk nood aan voedsel.
Wanneer ik aankom in de hal, hoor ik iemand mijn naam roepen. ‘Hé, Faylinn!’
Ik kijk op waar de roep vandaan komt en zie dat Fred en George op af komen gelopen.
‘Goedemorgen’ Zegt Fred als ze op mijn hoogte zijn gekomen. ‘Goed geslapen?’
‘Jup, beter dan ooit. Maar - euh - waar komen jullie eigenlijk vandaan?’
‘Oh, het waren zwerkbal try-outs deze ochtend’ Oh ja, natuurlijk. Hoe kan ik dat vergeten? Ze hebben het deze week maar minstens 30 keer gezegd.
‘Oh ja, oeps, vergeten’ Grijns ik.
‘Zeg, ik moet nog ontbijten. Zie ik jullie straks?’
‘Oké, we moeten ons toch nog douchen’
Ik loop verder naar de grote zaal, waar blijkbaar niet veel mensen meer aan het ontbijten zijn. Gelukkig blijven de schotels zich hervullen waardoor er nog hopen eten over is. Wanneer ik neerzit op de bank aan de tafel van Griffoendor begin ik onmiddellijk op te scheppen. ’s Morgens eet ik het liefst frisse dingen, zoals fruitsla of gewoon een stuk fruit met wat water of multivruchtensap en wat droge boterhammen.
‘Hi, mag ik mee-eten?’ Hoor ik een wel heel bekende stem vragen.
‘Tuurlijk’ Zeg ik met een grijns tegen Carlo. Die jongen maakt me altijd direct blij. Geen idee hoe hij het doet, maar hij doet het.
‘Goed geslapen vannacht?’ Vraagt hij wanneer hij tegenover me is komen zitten.
‘Ja, ik heb nog nooit zo goed geslapen. Jij?’
‘Na zo’n toffe avond? Wat dacht je dan?’
‘Is dat een ja?’ Lach ik.
‘Ja’ Terwijl hij dat zegt schept hij een stuk bacon op z’n bord. Heb ik mijn standpunt tegenover vlees al gezegd? Ik ben tegen vleesconsumptie. Dieren zijn toch ook levende wezens die recht hebben op leven, net zoals mensen en elfen, niet?
Carlo ziet blijkbaar dat mijn gezicht betrekt.
‘Wat is er?’
‘Vlees.’ Is mijn simpele antwoord. Hij kijkt daardoor naar mijn bord en ziet mijn fruitig ontbijt.
‘Vegetariër?’
‘Jup, als mijn hele leven’
‘Mm, ik begrijp het standpunt van vegetariërs wel en ik ga er volledig met akkoord, maar ik zou het zelf nooit kunnen. Ik vind het te lekker’ Zwak excuus nummer één. In de middelbare dreuzelschool moest ik de hele tijd op zo’n excuses en argumenten reageren. Écht dodelijk vermoeiend.
‘Dat noem ik nu eens een zwak excuus. En trouwens iedereen kan het, je moet het alleen echt willen’
‘Maar ik wil het wel, ik kan het gewoon niet’
Ik trek mijn wenkbrauwen hoog op en frons. ‘Je kan het niet of je wil het niet?’
‘Wedden dat ik het een maand kan volhouden?’
‘You’re on!’ Grijns ik. ‘Wat krijg ik als het je niet lukt?’
‘Dan neem ik je deze zomer mee naar het WK-zwerkbal, zonder dat je hoeft te betalen’
‘Oké,’ Grijns ik. ‘En als jij het volhoudt dan vertel ik je mijn grootste geheim’
‘You’re on!’ Grijnst hij.
‘Oké, begin dan maar al eerst met dat bord te ontladen’
‘Maar… maar. Begin ik nu al?’
‘Jaaaaaa’ Lach ik opgewekt.
‘Maar…’
‘Maar wat?’
‘Grrrrrr. Oké dan.’ Met een gezicht alsof hij afscheid neemt van een dierbare vriend dropt hij de dierlijke restanten terug in de kommen.
‘Het is heus zo erg niet om vegetarisch te eten. En het is bovendien veel gezonder’
Met een begrafenisgezicht begint hij aan zijn vegetarisch maal. Ik denk dat het hem wel zal lukken. Misschien dat het in het begin wel wat moeilijk zal zijn voor hem, maar hij heeft volgens mij zeker genoeg wilskracht.
‘Zijn er nog vegetariërs bij jou in de familie?’
‘Iedereen’
Zijn mond valt open van verbazing, wat een hoogst onsmakelijk gezicht is. Met mijn vinger duw ik zijn mond terug dicht en zeg dat het eten smakelijker is op mijn bord dan in zijn mond.


Reacties:

1 2

Hargbloem
Hargbloem zei op 12 maart 2011 - 18:08:
Oooh I love it!!!
Ik vind het echt een geweldig verhaaal! snel verder!

xxx