Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Schrijfwedstrijd gedoe » Stop. [2e opdracht]
Schrijfwedstrijd gedoe
Stop. [2e opdracht]
“Slaap je al?”¯ gilde mijn moeder, terwijl ik de deken optilde om precies dat te gaan doen.
“Jaahaa,”¯ gilde ik terug, niet helemaal naar waarheid.
“Oke, slaap lekker dan.”¯
Ik stapte in bed en pakte mijn boek, maar legde het meteen weer weg nadat ik had besloten dat ik te moe was om nog te lezen. Ik tastte met mijn hand in de richting van het aan-en-uitknopje van de lamp en speelde er even mee totdat het me lukte om de knop halverwege aan en uit te zetten. Helaas was de lamp nog aan, dus klikte ik hem weer naar uit.
Op het laatste moment bedacht ik me nog iets, snel deed ik de lamp weer aan en checkte onder mijn bed. Het was waarschijnlijk heel stom, maar ik deed het al sinds ik acht was, toen mijn broer me lachend had verteld dat er misschien wel monsters zaten. Ik weet nog dat ik met hem mee lachte. De volgende ochtend was hij weg. Spoorloos verdwenen. Geen open ramen en de deuren waren nog op slot, met de haak, dus hij had ze niet van buiten dicht kunnen doen. Niemand wist waar hij heen was. Dagenlang hadden er politiemensen in mijn huis rondgelopen, dagenlang had mijn moeder gehuild. De dagen daarna toonde ze geen enkele emotie meer, geen glimlach of traan, niks. Het was precies als de vorige keer.
Precies hetzelfde gebeurde bij mijn vader, spoorloos verdwenen. Mijn moeder lag naast hem in bed en merkte niks. Ook toen kwamen de agenten, ook toen was mijn moeder stil. Maar meteen daarna was haar rouw voorbij en was ze weer een moeder.
Natuurlijk zat er niks, dus ik draaide me weer om en deed het licht uit. Toen ik me met mijn hoofd naar de kamer draaide was ze daar.
Het was een mensachtige gedaante, zwevend in de lucht, in kleermakerszit. Ik kon niks zien, het leek alsof het licht van uit de gang werd weggezogen om haar heen. Ik probeerde te schreeuwen maar mijn mond deed niet wat mijn hoofd hem beval. Ik durfde niet weg te kijken en ging met mijn hand naar de plek waar de knop van de lamp zou moeten zijn, ik raakte in paniek toen ik hem niet kon vinden en begon met mijn vingers de lamp af te tasten, een zucht van opluchting toen ik de lamp aan deed, maar meteen schrok ik me dood.
De hele kamer was verlicht en alle kleuren leken nog feller dan normaal, maar de gedaante was nog steeds pikzwart, behalve de bloedrode tranen die zie huilde. Het leek alsof het licht om haar heen werd opgezogen. Het was duidelijk een meisje, niet veel ouder dan ik.
Ze staarde. Nergens heen. Recht vooruit. Geen moment bewoog ze. Haar tranen gleden langs haar gezicht en als ze de grond raakten spatten ze uit elkaar en verdwenen. Een huilende zwarte vlek zweefde in mijn kamer en ik kon niks doen. Ik kon niet opstaan, niet schreeuwen, niet bewegen, angst vloeide door elk kleine stukje van mijn lichaam.
Ik weet niet hoe lang ze daar heeft gevlogen, maar voor mijn gevoel was het uren. Mijn klok, die de tijd in binary aangaf, was aan het flikkeren tussen vier standen. Het lampje van mijn scherm flikkerde in een soort patroon, maar ik kon me niet concentreren op wat het betekende. Elke keer als ik een andere kant op keek trok mijn blik terug naar het meisje in het midden van mijn kamer.
Zo moet ik uren hebben gelegen, doodstil, samen met haar. Geen moment kon ik aan echt ergens aan denken, nooit had ik genoeg tijd om mijn gedachte af te maken voor mijn ogen en hoofd zich weer op het meisje richtten. En toen besefte ik me dat ik dood ging.
Dat was de stomste gedachte die ik ooit had gehad. Het meisje hield op met huilen en de rode kleur die haar tranen eerst hadden werd overgenomen door haar ogen. Ze draaide haar hoofd naar mij en een zachte zang in mijn hoofd maakte duidelijk dat het niemands schuld was, dat het zo was, dat ik er niks aan kon doen.
Toen schoot ze op me af en was ik vrij.
Ik besefte me toen pas, in kleermakerszit, zwevend in een kamer, hoe logisch het allemaal was. Dat mijn broer en vader net zo waren bevrijd, dat niemand er iets aan kon doen. Ik huilde rode tranen en luisterde mee met de gedachten van het meisje dat naar me keek. Het lichtje van haar scherm flikkerde in morsecode en haar alarm gaf om de beurt vier letters aan. De minutenwijzer van haar analoge klok versprong van één punt naar het andere, de plaats van letters in het alfabet aangevend. Elk elektrisch voorwerp in haar kamer gaf op een andere manier dezelfde vier letters aan.
Stop.
Umg Dit is echt so awesome =3. NEe ik meen het! Het is echt geweldig