Hoofdcategorien
Home » Pokémon » ÿWanna Pay This Price? » ¿Chapter 1?
ÿWanna Pay This Price?
¿Chapter 1?
Gil. Gil, wordt wakker. Gil!
Ik voelde iemand mijn schouder beetpakken en me door elkaar schudden. Ik mopperde wat en opende mijn ogen. Oké, net doen alsof ik sliep zou dus vandaag niet werken.
Gil, je moet echt weer eens het huis uit!
Mijn moeder keek me streng aan. Ik fronste en wiebelde mijn tenen. Maar wí¡í¡rom? Ik draaide mijn schouders uit mijn moeders grip en sloeg mijn armen over elkaar. Ik had dit al zo vaak gehoord, en ik had er géén zin in. Helemaal geen. Ik was te bang dat ik een rattata voor mijn ogen zou zien sterven, hoe klein de kans ook was. Ik wilde het gewoon niet.
Gil, kleed je aan en ga naar Professor Oak. Hij kwam net langs en vroeg naar je, maar je sliep nog.
Pffft, leugens, ik was al een uur wakker. Maarja, misschien had ik het echt niet gehoord. Wat wilt hij van me..? Ik vroeg het voorzichtig, twijfel in mijn stem. Mijn moeder haalde haar schouders op. Geen idee, echt niet. Ga nou maar en laat die arme man niet te lang wachten.
Mijn moeder verliet de kamer en ik gleed mijn bed uit, de dekens mee trekkend. Het was al redelijk licht aan het worden buiten. Ik zwaaide mijn kast open en trok er een broek met legerprint uit, een zwarte tanktop en wat ondergoed uit. Uit een la pakte ik snel wat sokken en mijn overige accessoires; mijn paarse visnetje voor om mijn bovenarm, mijn zwart-wit gestreepte armwarmer en mijn zwarte vingerloze handschoen. Ik was eigenlijk best blij dat ik mijn haar lang had laten groeien; ik werd minder vaak verward door iemand die een sex-change had ondergaan.
Ik liep de trap af en smeerde een boterham voor mezelf. Ik had s ochtends eigenlijk nooit honger, maar toch, ik zou ruzie krijgen met mijn moeder als ik niet zou eten. Ik smeerde snel wat pindakaas en aardbeien jam op mijn broodje en liep naar de voordeur, waar mijn kisten stonden. Mijn legerlaarzen dus, want die dingen heten nou eenmaal kisten. Ik trok ze aan en propte mijn broek erin, mijn boterham nog in mijn mond.
Mam, ik ga!
Ik hoorde mijn moeder wel reageren, maar ik wist niet wat ze zei, dus ik pakte maar gewoon mijn sleutels en ging weg.
Pallet Town was niet groot. Lees: Pallet Town is klein. Als vijfjarig kind kon je hier al losgelaten worden, want dreiging bestond niet zolang je in Pallet Town bleef, en niet in het hoge gras ging spelen aan de rand van het dorp.
Professor Oak was trouwens een bekende pokémon geleerde met veel aanzien. Ik keek altijd wel een beetje tegen hem op. Een beetje maar hoor. Zijn lab zat bijna tegenover het huis van mij en Nero. Tja, verdwalen in Pallet Town was net zoiets bizars als lopen op water zonder Jezus te zijn. Onmogelijk dus. Nou ja, sommige pokémon zouden dat vast wel kunnen, maar toch
Voorzichtig klopte ik op de deur van het lab. Geen reactie. Ik duwde de deur open. Hij zat niet op slot. Dat was niet raar hier, er gebeurde nooit wat, dus er was geen reden om je deur op slot te doen.
Hallo? Professor Oak?
Ik liep stilletjes naar binnen, en keek recht in de ogen van Nero. Ik knipperde, en deed langzaam een stap terug terwijl een frons zich een weg op mijn gezicht werkte. Nero? Wat de fock- Fuck, -de fuck doe jij hier?
Nero fronsde kort, heel lichtjes maar. Omdat Professor Oak wou dat ik kwam. Hij is er nu trouwens niet.
Ik snoof en draaide me om. Als hij er niet was, ging ik wel kijken waar hij was. Alles behalve wachten in dezelfde kamer met Nero. Gewoon Gewoon niet.
Twijfelachtig liep ik door het dorp. Ik had overal gekeken, maar hem nergens gevonden. Misschien buiten het dorp? Twijfel gevalletje, maar tja. Ik plukte wat aan een haarpluk en schuifelde naar de rand van het dorp.
Hallo? Professor Oak? Bent u hier?
N-Niet het hoge gras in gaan!
Ik draaide me om in reactie op de plotselinge stem. Professor Oak kwam aangerend in, wat voor hem vast wel hoog tempo zou zijn geweest. Ah, Professor Oak, ik zocht u-
Niet nu, niet nu. Kom, ik moet je wat laten zien.
Ik knipperde met mijn ogen en knikte langzaam. Hij liep weg en ik hobbelde er eigenlijk maar een beetje achteraan, terug naar zijn lab. Sjeezus, daar kom ik net vandaan!
Gil, schiet je op?
Ja ja, Professor..
Hij liep snel naar binnen en voorbij Nero. Oh, juist, jou had ik ook gevraagd te komen, hm? Juist, juist..
Hij draaide zich naar een tafel en haalde het laken dat eroverheen lag ervan af. Er lagen drie pokéballen. Waarom drie? Een kans om het te vragen kreeg ik niet.
Na een. Verzoekje, heb ik een beslissing gemaakt over jullie tweetjes. Hij draaide zich terug naar ons en knikte kort. Ik vind, dat jullie allebei een pokémon moeten hebben. Jullie kunnen goede trainers worden, ik weet het gewoon. Hij wees weer naar de pokéballen. Dit zijn de laatste drie die ik nu nog heb. Jullie zijn twee opgesloten kinderen af en toe, en ik vind dat jullie eens wat moeten reizen, met pokémon moeten leven. Er is zoveel voor jullie te doen; en jullie doen het maar niet.
Ik fronste weer en schudde mijn hoofd. Ik wou dit helemaal niet. De angst, het liet me bijna bevriezen
Nero stapte een beetje voorzichtig naar voren toen hij doorhad dat ik sowieso niet als eerste wou kiezen, en pakte er voorzichtig één op. E-en welke Pokémon zit er in deze?
Professor Oak keek even naar de pokébal. Oh! Dat is charmander, de vuur pokémon. Een pokémon met véél potentie om erg sterk te worden, mits hij een geduldige en goede trainer heeft..
Nero knikte langzaam, en keek twijfelend naar mij op.
Professor, ik wil niet-
Neem er nou maar één. Over dat reizen kan je altijd nog later nadenken..
Ik zuchtte en stapte naar voren, en pakte voorzichtig een pokébal op. Welke pokémon zit hierin..?
Professor Oak glimlachte, alsof ik een soort van juiste keuze had gemaakt ofzo. Ah, daar zit bulbasaur in, de gras pokémon. Hij is makkelijk op te voeden, mits je zorgzaam bent en moederlijk.
Moederlijk. Dat was ik dus.. NIET. Maar goed, bulbasaur, dat klonk best wel cool En deze pokébal zag er stoffiger uit dan de andere, en gaf me een beetje het gevoel alsof hij verwaarloosd was.
Dan neem ik deze.
Professor Oak glimlachte en knikte. Oké, en nu naar huis jullie, overleg dit maar eens goed en denk na over jullie besluit.
Met de pokébal in mijn hand deed ik de voordeur open. Mam, ben thuis.. Geen antwoord, ze zou wel boodschappen zijn gaan doen ofzo. Ik deed mijn laarzen uit en liep naar de woonkamer. Voorzichtig klikte ik de pokébal open en keek ik toe hoe mijn bulbasaur uit zijn pokébal tevoorschijn kwam.
Hallo, bulbasaur.
Ik staarde hem een beetje aan, gewoon om hem eens te bekijken. Hij was mooi, heel mooi. En cool.
Zeg, bulbasaur, zal ik jou eens een naam geven? Dat had ik nou altijd al willen doen, dat maakte het. Persoonlijker.
De bulbasaur staarde me aan, maar met een soort blik in zijn ogen van kom maar op, vertel eens.
Ik noem je Seí±or Cool.
Bulba!
Niet klagen, ik mocht je een naam geven!
NIET IN HET GRAS GAAN JIJ-
Seí±or Cool, echt wel. 8'D
Je weet al wat ik ga zeggen hè? Ja, juist. SNEL VERDER<3